2 B Period 1 WIRED

2 basis Period 1 WIRED
Getting ready for your test
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2 basis Period 1 WIRED
Getting ready for your test

Slide 1 - Tekstslide

What to study for
your first test?

Slide 2 - Woordweb

You should study:
  1. All words on page 26 - 27 - 28 --> study both ways and practise spelling!
  2. Grammar: Future ( will / shall / going to)
  3. Grammar: Possessive ( 's / ' )
  4. Writing: how to write a curse

Slide 3 - Tekstslide

WORDS
Fill in the correct translation!

Slide 4 - Tekstslide

doorgaan

Slide 5 - Open vraag

vastzitten

Slide 6 - Open vraag

beledigen

Slide 7 - Open vraag

prinses

Slide 8 - Open vraag

eeuwigheid

Slide 9 - Open vraag

ware liefde

Slide 10 - Open vraag

spannend

Slide 11 - Open vraag

Grammar: Future
Welke drie woorden kun je gebruiken om te praten over de toekomst?

Slide 12 - Tekstslide

Welke drie woorden kun je gebruiken om te praten over de toekomst?

Slide 13 - Open vraag

Grammar: Future
Match !

Slide 14 - Tekstslide

Wordt alleen gebruikt in vragen met I en we.
Wordt gebruikt in spontante gevallen/situaties die niet vast staan.
Wordt gebruikt als iets vast staat.
shall
will
going to

Slide 15 - Sleepvraag

I ……………………. celebrate my birthday this weekend.
A
shall
B
will
C
going to
D
am going to

Slide 16 - Quizvraag

Waarom 'am going to'?

Omdat het vast staat.

Slide 17 - Tekstslide

Tom is not sure if he ………… come tonight.
A
will
B
shall
C
is going to
D
going to

Slide 18 - Quizvraag

Waarom 'will'?

Omdat het niet zeker is.

(Tom is not sure = Tom weet niet zeker)

Slide 19 - Tekstslide

______ we go to the cinema later?
A
Will
B
Are going to
C
Shall
D
Are we going

Slide 20 - Quizvraag

Waarom 'shall'?

Omdat het een vraag met WE is.

Slide 21 - Tekstslide

Grammar: Possessive
What was the rule again?

Slide 22 - Tekstslide


Bezit aangeven in het Engels
Wanneer gebruik je 's en wanneer ' ?

Slide 23 - Open vraag

de tas van mijn moeder
A
my mothers bag
B
my mother's bag
C
my mothers' bag
D
my mother bags

Slide 24 - Quizvraag

het speelgoed van de kinderen
A
the children's toys
B
the childrens' toys
C
the childrens's toys
D
the children toy's

Slide 25 - Quizvraag

de kooi van de vogels
A
the birds's cage
B
the birds cage's
C
the birds' cage
D
the bird's cage

Slide 26 - Quizvraag