GO1E-VIG - Mail & afstemming op publiek

Exameneisen

Afstemming op doel
Afstemming op publiek
Samenhang en leesbaarheid
Woordenschat
Spelling, interpunctie & grammatica


Examenteksten

Brief
Mail
Verslag
Advertentie
Online post
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Exameneisen

Afstemming op doel
Afstemming op publiek
Samenhang en leesbaarheid
Woordenschat
Spelling, interpunctie & grammatica


Examenteksten

Brief
Mail
Verslag
Advertentie
Online post

Slide 1 - Tekstslide

R.D. Louwers
Nieuwstraat 28
2312KC LEIDEN

Gouda, 29 februari 2021

T. Peters
Groen van Prinsterersingel 52
2805 TE GOUDA

Betreft: Leuke baan

Hey Theo,
(2 witregels)
Bedankt dat ik jouw baan heb, bevalt me prima zo.
Succes met jouw nieuwe kiddo's.

Met vriendelijke groet,
(2 witregels) (Handtekening)
Roger 

Bijlage: foto van jouw oude werkplek

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht vorige week
Schrijf een persoonlijke brief aan van max. 200 woorden en lever deze in via NoteBook in Teams.

- Let op indeling van de 8 punten
- Let op jouw doel en dat de brief dit doel behaald.

Schrijf een brief: 
1. Over een feest dat je wilt organiseren waar je iemand voor uitnodigt en wat belangrijke info bijzet.
2. Aan je oma/tante/etc. waarin je vertelt hoe het met je gaat, wat je doet en hoe je relatie(s) heet/heten. 
3. Waar je zelf een onderwerp + doel voor bedenkt.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen deze week:
Aan het einde van de les weten jullie:

1. De specifieke spreukjes & regels in het zakelijk taalgebruik.  
2. Hoe je van te voren jouw publiek bepaalt en jouw tekst daarop aanpast. 
3. Wat je in een  formele mail moet zetten. 

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer schrijf je formeel en
welke woorden denk je dan aan?

Slide 5 - Woordweb

Zakelijke brieven
- Klachtenbrief
- Sollicitatiebrief
- Gelegenheidsbrief
- Betalingsherinnering
- Bevestigingsbrief
- Bedankbrief

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer?
Als je praat of schrijft met:

- Instanties (gemeente, ministerie)
- Bedrijven
- Mensen die belangrijk zijn (in status)
- Onbekenden
- Zakelijke relaties


Slide 7 - Tekstslide

Horen de woorden/ zinnetjes in een persoonlijke of in een zakelijke brief? 
Zet ze in het juiste rijtje. De rijtjes worden even lang.
Zakelijke brief
Persoonlijke brief
Beste
Geachte
Alvast bedankt
Bij voorbaat dank
Jammer genoeg
Tot mijn spijt
Groetjes
Met vriendelijke groet
Gauw
Spoedig

Slide 8 - Sleepvraag

Vorm

Slide 9 - Tekstslide

Regels voor briefschrijven
1. Begin nooit met ik

2. Wees consistent 
               Je of u?
               Geachte = Hoogachtend & Beste = Met vriendelijke groet

3. Eindig met een variant van "Ik kijk uit naar uw reactie."

Slide 10 - Tekstslide

Waaraan zie je dat een nieuw alinea begint?
A
Het eerste woord wordt met hoofdletters geschreven.
B
Er staat een witregel boven.
C
Het eerste woord is altijd 'u'.
D
Het eerste woord is altijd 'ik'.

Slide 11 - Quizvraag

Inhoudelijk

Slide 12 - Tekstslide

Welke afsluitende groet is correct?
A
hoogachtend,
B
Met vriendelijke groet,
C
Hoogachtend,
D
Met vriendelijke groet

Slide 13 - Quizvraag

Opdracht zakelijke brief
Je voert op je stage een project uit en je hebt daar geld van de gemeente voor nodig. Je schrijft de wethouder van jouw gemeente die hierover gaat een brief. Let op de 8 punten.

 
Beschrijf wat je plan is.
Beschrijf voor wie je dit wilt en waarom dit belangrijk voor hen is. Geef hiervoor twee argumenten.
Beschrijf waarom je de financiële bijdrage nodig hebt. Geef hiervoor twee argumenten.
Beschrijf hoeveel geld je nodig hebt en waarvoor dat bedrag bedoeld is.

Slide 14 - Tekstslide