Herhaling Scheidingsmethodes
1 / 32
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
welke kenmerken hoort bij deze mengsels:
Oplossing
supsensie
vaste stof opgelost in water
Troebel
Helder
Scheiden door filtreren
Scheiden door indampen
mengsel van vaste stof en vloeistof
Slide 2 - Sleepvraag
Wat is een mengsel?
Een mengsel...
Een mengsel...
A
bestaat uit één soort moleculen.
B
bestaat uit meerdere soorten moleculen.
Slide 3 - Quizvraag
Welk mengsel?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
Slide 4 - Quizvraag
Een mengsel waarvan de losse stoffen nog zichtbaar zijn noem je een.............................. mengsel
A
Homogeen
B
Heterogeen
Slide 5 - Quizvraag
Wat voor soort mengsel is dit?
A
Oplossing
B
Zuivere stof
C
Suspensie
D
Emulsie
Slide 6 - Quizvraag
Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Emulsie
Slide 7 - Quizvraag
Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie
Slide 8 - Quizvraag
Rook is een mengsel van
A
vaste stof in een gas
B
vloeistof in een gas
C
gas in een vloeistof
D
gas in een vaste stof
Slide 9 - Quizvraag
Sleep de woorden naar de juiste afbeelding.
Filtreren
Adsorberen
Indampen
Destilleren
Slide 10 - Sleepvraag
Bezinken
Extraheren
Filtreren
Dichtheid
Deeltjesgrootte
Oplosbaarheid
Slide 11 - Sleepvraag
Indampen van suikerwater is
A
ontleden.
B
scheiden.
C
geen van beide.
Slide 12 - Quizvraag
Indampen is gebaseerd op...
A
... een verschil in kookpunt.
B
... een verschil in oplosbaarheid.
C
... een verschil in kooktraject.
D
... een verschil in deeltjesgrootte.
Slide 13 - Quizvraag
Destilleren heeft veel overeenkomsten met indampen, maar er is ook een belangrijk verschil.
Wat is het verschil tussen destilleren en indampen?
Wat is het verschil tussen destilleren en indampen?
A
Bij destilleren vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
B
Bij indampen vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
C
Destilleren gebeurt bij een hogere temperatuur.
D
Bij indampen kookt de vloeistof bij een lagere temperatuur.
Slide 14 - Quizvraag
Je kunt een oplossing indampen.
Als je een oplossing indampt:
Als je een oplossing indampt:
A
houd je de oplossing over
B
laat je de opgeloste stof verdwijnen.
C
houd je het oplosmiddel over.
D
laat je het oplosmiddel verdwijnen.
Slide 15 - Quizvraag
wat is extraheren?
A
scheiding van stoffen door veschil in oplosbaarheid in oplosmiddel
B
scheiden door verschil in kookpunt
C
extra veel stof toe voegen
D
parfum geconcentreerd maken
Slide 16 - Quizvraag
Bezinken
Destilleren
Indampen
Filtreren
Slide 17 - Sleepvraag
Koffiezetten is eigenlijk ook een scheidingsmethode. Welke scheidingsmethodes zien we hier en welk woord hoort bij welke letter?
A
Filtreren & extraheren, A= filtraat, B=residu
B
Filtreren & absorberen, A=residu, B=filtraat
C
Filtreren & absorberen, A=filtraat, B=residu
D
Filtreren & extraheren, A=residu, B=filtraat
Slide 18 - Quizvraag
Filtraat
Residu
Oplosmiddel
Slide 19 - Sleepvraag
Wat kan je scheiden door te adsorberen?
A
Een mengsel van zout en zand
B
Een mengsel van zand en water
C
Een mengsel van inkt en water
D
Een mengsel van inkt en zand
Slide 20 - Quizvraag
Met adsorberen kan je een zout uit water halen.
A
waar
B
nietwaar
Slide 21 - Quizvraag
Destillaat
Koeler
Thermometer
Residu
Destillatiekolf
Opvangvat
Slide 22 - Sleepvraag
Welke stof is altijd nodig bij adsorberen
A
koolstof
B
filter
C
zuurstof
D
water
Slide 23 - Quizvraag
Wat voor soort mengsel
zie je hier?
zie je hier?
Slide 24 - Open vraag
Op welke stofeigenschappen berusten de volgende scheidingsmethodes? Sleep de juiste eigenschap naar de juiste scheidingsmethode
Deeltjesgrootte
Dichtheid
aanghechtingsvermogen
kookpunt
Filtreren
Bezinken
Adsorberen
Destilleren
Slide 25 - Sleepvraag
?
?
?
suspensie
residu
filtraat
Slide 26 - Sleepvraag
Met een theezakje kun je snel een kop thee zetten. Wat is in deze situatie:
a. Het oplosmiddel?
b. Het filter?
c. Het filtraat?
d. Het residu?
het water
het zakje
de thee
resten die in het zakje achterblijven
Slide 27 - Sleepvraag
Welke scheidingsmethode worden toegepast bij theezetten?
Slide 28 - Open vraag
Op welke eigenschap wordt gescheiden bij filtreren
A
Dichtheid
B
Deeltjesgrootte
C
Massa
D
vast - vloeibaar
Slide 29 - Quizvraag
Koffiepoeder bevat verschillende stoffen die voor kenmerkende eigenschappen van de koffie zorgen. Dit zijn de _________.
Deze stoffen worden met heet water uit de koffie getrokken. Dat heet _________.
De stoffen die niet in het water oplossen, blijven achter in het ________.
De vers gezette koffie in de koffiepot noem je het _______.
De vochtige koffieprut in het filter noem je het______
Extraheren
filter
Geur- kleur- en smaakstoffen
Residu
filtraat
Slide 30 - Sleepvraag
Waar is die suiker gebleven? Na het filtreren zit die ...
A
samen met de blaadjes in het filter
B
samen met de thee in het filtraat
Slide 31 - Quizvraag
Sleep de juiste scheidingsmethode naar het mengsel
mengsel
niet-opgeloste vaste stof in vloeistof
twee vloeistoffen
opgeloste kleurstof in vloeistof
twee vaste stoffen
opgeloste vaste stof in vloeistof
