les 2: ongelijkheid meten
1 / 16
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Het BRP/hoofd kan je gebruiken om regionale ongelijkheid aan te tonen.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Philips is een Nederlands bedrijf.
De inkomsten van Philips in China tellen mee voor het Nederlandse BBP.
De inkomsten van Philips in China tellen mee voor het Nederlandse BBP.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
In semi-perifere landen is de sociale ongelijkheid kleiner dan in centrumlanden.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
BBP/hoofd gaat over welvaart,
toegang tot schoon drinkwater over welzijn.
toegang tot schoon drinkwater over welzijn.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Het bbp/hoofd in Nederland is ongeveer 27x hoger dan in India. In feite is het welvaartsverschil veel kleiner.
Geef daar twee verschillende redenen voor.
Geef daar twee verschillende redenen voor.
Slide 12 - Open vraag
Welk land hoort bij welke lijn?
Kies uit VS, NL en Brazilië
Kies uit VS, NL en Brazilië
A
rood = Nederland
zwart = Verenigde Staten
Groen = Brazilië
B
rood = Brazilië
zwart = Nederland
groen = Verenigde Staten
C
rood = Verenigde Staten
zwart = Brazilië
groen = Nederland
D
rood = Brazilië
zwart = Verenigde Staten
groen = Nederland
Slide 13 - Quizvraag
Welke 2 indicatoren laten de ongelijkheid in een land zien?
Slide 14 - Open vraag
Geef aan wat punt 1 weergeeft in de Lorenzcurve.
De armste .....% van de mensen verdienen
samen .....% van het inkomen.
De armste .....% van de mensen verdienen
samen .....% van het inkomen.
Slide 15 - Open vraag
Bekijk de afbeelding.
Welke uitspraak over punt 2 is waar?
Welke uitspraak over punt 2 is waar?
A
De armste 55% verdient 90% van het inkomen
B
De rijkste 90% verdient 55% van het inkomen
C
De armste 90% verdient 55% van het inkomen
D
De rijkste 10% verdient 45% van het inkomen
