Deel 2: De puberteit

Jongvee opfok: De puberteit
Mevrouw Voort
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Jongvee opfok: De puberteit
Mevrouw Voort

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Leerdoelen
- Theorie: De puberteit
- Terugkoppeling leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van de les
1. Je weet wanneer een kalf in de puberteit fase komt en wat er gebeurd in de fase.
2. Je weet waar het rantsoen in de puberteit fase aan moet voldoen.
3. Je kent de score kaarten: Pens vulling, Mest score en BCS

Slide 3 - Tekstslide

De puberteit fase 
Jongvee komt rondom de 8 maanden in de puberteit terecht.
Een nieuwe fase, waarbij de groei stagneert en de ontwikkeling van de vruchtbaarheidsorganen op gang komt. 

In deze nieuwe fase kunnen de dieren vervetten als zij teveel energierijke producten binnen krijgen. Je kijkt een geschikt rantsoen voor jongvee en leert werken met verschillende scorekaarten.
Lees bladzijde 50 en 51 door van het boek

Slide 4 - Tekstslide

Op welke leeftijd komt het kalf in de puberteit?
A
6 maanden
B
10 maanden
C
8 maanden
D
12 maanden

Slide 5 - Quizvraag

Rantsoen in de puberteit
Vanaf 8 maanden verandert de energiebehoefte van een dier: Het heeft minder behoefte aan eiwit (bouwstof) en energie omdat de groei terugloopt.

Het doel van het voeren zou dan ook moeten veranderen: niet meer gericht op groei maar op vruchtbaarheid.
 


Slide 6 - Tekstslide

Jongvee in de puberteit heeft meer .......... nodig
A
energie
B
krachtvoer
C
mineralen
D
structuur in het voer

Slide 7 - Quizvraag

Mineralen, vitaminen en spoorelementen
De opname van mineralen, vitaminen en spoorelementen is belangrijk. Uit het redelijk eenzijdige ruwvoer wat vaak gevoerd wordt, zijn niet alle elementen in de juiste hoeveelheid te verkrijgen, hierdoor kunnen er gebrekziektes ontstaan. 

Om er voor te zorgen dat de dieren voldoende mineralen en vitaminen binnen krijgen is het belangrijk om dit bij te voeren. Dit kan in de vorm van mineralenbrokjes, mineralenmengsels, of via een likemmer of liksteen.

 

Slide 8 - Tekstslide

Balans tussen energie en eiwit
In het jongveerantsoen is het belangrijk om een juiste balans te vinden tussen de hoeveelheid energie en eiwit in het voer. Daarnaast is de smakelijkheid erg belangrijk. 

Voor een optimale pensfermentatie moet jongvee ongeveer 22 uur per dag kunnen eten. Een optimale pensfermentatie zorgt voor een gezond dier en een goede benutting van de voedingsstoffen, hierdoor houd je de voerkosten lager.

 

Slide 9 - Tekstslide

Waarvan is de passage snelheid afhankelijk?
A
verhouding voedermiddelen en deeltjesgrootte
B
De zuurtegraad in de pens
C
Hoeveel water de koe drinkt
D
Hoeveel krachtvoer de koe eet

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel uur per dag moet een kalf smakelijk voer kunnen vreten?
A
16 uur
B
18 uur
C
20 uur
D
22 uur

Slide 11 - Quizvraag

Gezondheid controleren: score kaarten
Om te controleren of het voermanagement bij het dier past, kun je op meerdere punten controleren:

- Dagelijkse voeropname (pensvulling, buikvulling en mestscore)
- Groei per dag (gewicht en conditiescore)
- Gezondheid (kleur en glans vacht, mest, oren en ogen).
- In dit deel worden de verschillende controle kaarten behandeld.
Pensvulling controleren. 




Slide 12 - Tekstslide

pensvulling

Slide 13 - Tekstslide

Mest score kaarten

Mest vormt de spiegel van de spijsvertering. Bij de beoordeling krijg je een indruk van de balans in het rantsoen.
Bij mest kijk je naar verschillende punten: De verteringsscore en de consistentiescore.
Bij de verteringsscore let je op de verteerbaarheid van het voedsel. Wordt alles voldoende verwerkt en opgenomen of gaan er voedingsstoffen het lichaam door die er vervolgens aan de andere kant weer uit komen?
Voor de verteringsscore gebruik je de volgende scorekaart:




Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Als de verteringscore van de mest 5 is voor lacterende koeien wat moet je dan doen?
A
Minder voeren
B
Zorgen dat de koeien meer drinken
C
Rantsoen aanpassen
D
Mest vaker van de roosters schuiven

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Bij consistentie score van mest beoordeel je:
A
verhouding vaste stof en water
B
Of het voer goed verteerd wordt
C
Of de voedingsstoffen worden opgenomen
D
Of de mest glanst

Slide 18 - Quizvraag

Body condition score

De conditiescore geeft een inschatting van de hoeveelheid onderhuids vet in de koekoeksgaten, het heupgebied en de lendenen van een koe.
Koeien met conditiescore 1 zijn mager, die met conditiescore 5 zijn vet. De gewenste conditiescore bij jongvee neemt toe met de leeftijd. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Bij de body conditie score beoordeel je op:
A
een goed gevulde pens.
B
de kruishoogte
C
de passage snelheid van het voer
D
de hoeveelheid onderhuids vet

Slide 21 - Quizvraag

Vanaf de puberteit is het doel van voeren vooral gericht op.....
A
Ontwikkeling van de pens
B
Groei
C
Vruchtbaarheid
D
Ontwikkeling van de organen

Slide 22 - Quizvraag

Terugkoppeling leerdoelen
1. Je weet wanneer een kalf in de puberteit fase komt en wat er gebeurd in de fase.
2. Je weet waar het rantsoen in de puberteit fase aan moet voldoen.
3. Je kent de score kaarten: Pens vulling, Mest score en BCS

Slide 23 - Tekstslide

Werken aan de IO
1. Vorm samen met 2 of 3 medestudenten een groep. Probeer de groep zo samen te stellen
dat jullie BPV-bedrijven op het eerste oog veel van elkaar verschillen in jongveeopfok.
2. Bekijk de Blauwdruk Kalveropfok en zorg dat je weet hoe je deze moet gebruiken.
3. Verzamel referentie- en/of streefwaarden voor de gegevens die je gaat verzamelen.

Slide 24 - Tekstslide

Uitvoeren
4. Vul de Blauwdruk Kalver opfok in voor je eigen BPV-bedrijf.
5. Vergelijk de resultaten van jouw BPV-bedrijf met de referentie- en/of streefwaarden.
Op welke punten scoort het bedrijf onder de referentie- en/of streefwaarden?
6. Vergelijk de resultaten van de verschillende bedrijven met elkaar.
Op welke punten verschillen de bedrijven van elkaar en zou men van elkaar kunnen leren?
7. Bepaal welke verbeterpunten er voor jouw BPV-bedrijf zijn op het gebied van jongvee opfok.
Geef ze prioriteit op basis van verbetering rendement en (financiële) haalbaarheid. Licht de
prioritering toe.
8. Maak voor de drie verbeterpunten met de meeste prioriteit een plan van aanpak waarin je
beschrijft welke stappen het bedrijf moet nemen om deze verbeterpunten te realiseren.

Slide 25 - Tekstslide

Wat vinden jullie van de lessen tot nu toe?
Interessant
Saai
Veel luisteren

Slide 26 - Poll

Afsluiting les
Evaluatie: wat vond je van deze les?
interessant
duidelijk
onduidelijk
leerzaam
iets anders
Prettige manier om te leren over jongvee opfok.
Makkelijk
Moeilijk

Slide 27 - Poll