Politieke partijen en stromingen

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Politieke partijen en stromingen

Doelen van deze les

1. Je kan het verschil uitleggen tussen actief en passief kiesrecht.

2. Je kan uitleggen wat de meest kenmerkende waarden zijn voor politiek links, midden en rechts.

3. Je kan 3 politieke stromingen uitleggen.

4. Je kan politieke stromingen koppelen aan de politieke richting en partijen benoemen die daarbij horen.

Actief kiesrecht

Passief kiesrecht

Politiek 'Links'

-Actieve overheid

-Gelijkheid staat centraal

Voorbeelden van politieke partijen: GroenLinks, PvdA

Nog meer?

Politiek 'Rechts'

-Passieve overheid

-Eigen verantwoordelijkheid staat centraal (vrijheid)

Voorbeelden van politieke partijen: PVV, VVD

Nog meer?

Politiek 'Midden'

-Eerst zelf proberen, dan pas de overheid.

-Punten van 'links' en 'rechts' worden gebruikt.

Politieke partijen: CDA, D66   Nog meer?

Politiek links en rechts

Politiek links: gelijkheid en actieve overheid.

Politiek midden: een samenleving waarin burgers eerst elkaar helpen en als dat niet lukt dat de overheid helpt. 

Politiek rechts: eigen verantwoordelijkheid en passieve overheid.

Na verkiezingen

-> Stemmen tellen

-> Informeren en formeren

-> Regeerakkoord

-> Regeren

Compromissen zijn altijd nodig!

Bladzijde 42 en 43 Tekstboek

-Lees bladzijden 42 en 43 door van je tekstboek.

-Kies van alle 2 partijen die je het meest aanspreken.

->schrijf ook op waarom deze partijen jou aanspreken.

-Bepaal voor jou zelf: ben je meer politiek links, midden of rechts?

Maken

Van bladzijden 35-38:

Opdrachten 1, 3, 6, 7, 9, 10 en 12.

Klaar? Maak opdracht 8.

Vraag? Steek even je hand op.

Na de tijd kijken we het na.

Instructie spel

Je krijgt een stelling te zien in beeld-> je stemt groen of rood

Groen: EENS    Rood: ONEENS

-Je krijgt van mij een aantal punten per stelling, die hou je bij op papier.

!Het gaat niet om de meeste punten!

!Het gaat om te kijken bij welke politieke partij je ongeveer zou uitkomen!

Stelling 1

'Er moeten meer wegen gebouwd worden om files te voorkomen'.

Stelling 2

'Nederland moet meer geld geven aan arme landen'.

Stelling 3

'Uitkeringen moeten minder makkelijk te krijgen zijn'.

Stelling 4

'Er mag best een verschil zitten tussen arm en rijk'.

Stelling 5

'Nederland moet net als andere landen meer geld geven aan defensie'.

Stelling 6

'De overheid moet minder regels opleggen aan de bevolking'.

Stelling 7

'Leerlingen moeten op scholen meer inspraak krijgen'.

Stelling 8

'Werknemers moeten meer rechten hebben dan werkgevers'.

0

Stelling 9

'Nederland moet uit de Europese Unie stappen, het kost te veel geld'.

Stelling 10

'Er moet meer worden gedaan voor de bescherming van het milieu'.

Stelling 11

'Nederland moet de grenzen sluiten voor nog meer buitenlanders'.

Stelling 12

'Winkeliers mogen zelf beslissen of ze op zondag open willen zijn'.

Stelling 13

'Eigen verantwoordelijkheid is belangrijker dan voor elkaar zorgen'.

Stelling 14

'De overheid moet meer geld uitgeven aan het openbaar vervoer'.

Stelling 15

'Er moet veel veranderd worden in het huidige beleid van Nederland'.

Uitslag

Nakijken

Van bladzijden 35-38:

Opdrachten 1, 3, 6, 7, 9, 10 en 12.

Politieke stromingen

Politieke stroming: een verzameling van ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het best met elkaar kunnen samenleven. 

Politiek links: socialisme en sociaal-democratie

Politiek midden: christen-democratie en liberalisme

Politiek rechts: liberalisme en populisme

Sociaal-democratie

Sociaal-democratie/socialisme:

-solidariteit en gelijkheid

-komt op voor zwakkere mensen

-is over het algemeen links

-voor een actieve overheid

Partijen: SP, GroenLinks, PvdA

Christen-democratie

Christen-democratie/confessionalisme:

-naastenliefde en samenwerking

-komt op voor gezinnen met kinderen en christelijke instanties

-is over het algemeen midden

-voor een actieve overheid als het niet anders kan

Partijen: Christenunie, SGP, CDA

Liberalisme

Liberalisme: 

-economische en persoonlijke vrijheid

-komt op voor ondernemers en bedrijven

-is over het algemeen rechts

-voor een passieve overheid

Partijen: VVD, soms PVV, soms D66, soms SGP

Politieke partijen ingedeeld

*Links/socialisme/sociaal-democratie: SP, PvdA, Groenlinks, Denk, PVDD

*Midden/liberalisme/christen-democratie: D66, ChristenUnie, CDA,

*Rechts/liberalisme/populisme: VVD, SGP, PVV, JA21, Forum  voor Democratie

Maken

Bladzijden 39-41: 

2, 5, 7, 8, 9 en 11.

Klaar? Maak opdracht 10.

Vraag? Steek even je hand op.

Na de tijd kijken we het na.

Doelen van deze les

1. Je kan het verschil uitleggen tussen actief en passief kiesrecht.

2. Je kan uitleggen wat de meest kenmerkende waarden zijn voor politiek links, midden en rechts.

3. Je kan 3 politieke stromingen uitleggen.

4. Je kan politieke stromingen koppelen aan de politieke richting en partijen benoemen die daarbij horen.