Introductie van percentages

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Icoontjes:
Sla deze slide op in je favorieten of klik op het oog om de slide te verbergen.


Kleurcodes:
De kleurcodes in deze les verschillen per lesfase:

  • Voorkennis activeren: #EBE7F7 / #9C89D7
  • Theorie/Instructie: #F8DACF / #FE8F6B
  • Verwerking: #C4E5C9 / #38A84A
  • Afsluiting: #EBE7F7 / #9C89D7

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kom je procenten %
in het dagelijks leven tegen?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

           Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik ...

  • aangeven wat 100% (alles), 75% (drie kwart), 50% (de helft) en 25% (een kwart) is.
  • een percentage weergeven in een strook en in een cirkeldiagram.

Slide 6 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Wat is de helft?
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kwart?
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De helft van de kinderen heeft een boek geleend bij de bibliotheek.
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kwart van de heg is gesnoeid.
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Driekwart van de kinderen krijgt zakgeld.
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het aantal blonde kinderen
meer of minder dan 50%?
A
meer dan 50%
B
minder dan 50%

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 36 dieren op de boerderij. 25 % van de dieren zijn kippen. Hoeveel kippen zijn dat?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel vragen had je goed?
07

Slide 14 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

6 of 7 vragen goed, dan ga je zelfstandig aan de slag met een opdracht.

5 vragen goed, dan kan je zelf beslissen of je mee doet met de instructieles.

Minder dan 5 vragen goed, dan doe je mee met de instructieles.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het is handig om met percentages te kunnen rekenen. 

Zo kun je bijvoorbeeld uitrekenen hoeveel klassen het nieuws kijken 's ochtends. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

100% is alles. 

Als 8 planten hebt waarvan er 100% groene bladeren heeft, hebben 8 planten groene balderen. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

50% is hetzelfde als de helft. 

Als er 6 kinderen in mijn groepje zitten en 50% daarvan is aanwezig, dan is de helft van mijn groepje aanwezig. De helft van 6 is 3. 
25% is hetzelfde als kwart. 

Als er 16 kinderen zijn op een feest waarvan er 25% een broek aan. Een kwart reken je uit door het totaal door 4 te delen. 16 : 4 = 4, dus 4 kinderen hebben een broek aan.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 12 kinderen op een feest.
25% van de kinderen zit op dansen.
Hoeveel kinderen zijn dat?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is handig dat je percentages kunt weergeven in een strook of cirkeldiagram. Zo weet je bijvoorbeeld hoe groot je het stuk stokbrood moet snijden. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hele strook is 100%. Verdeel je hem bijvoorbeeld in 2 stukken, dan deel je 100 door 2. Nu weet je dat ieder stuk 50% is. 

Als je de strook verdeelt in 5 stukken. Hoeveel procent is dan elk stuk?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkblad: maak de opdracht stroken

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkblad: maak de opdracht cirkeldiagram

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkblad: maak de laatste 2 opdrachten

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EXIT TICKET

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd? 

Ik kan aangeven wat 100% (alles), 50% (de helft) en 25% (een kwart) is.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reken uit op je wisbordje

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies