H2 §4 De Nederlandse bevolking - deel 1

H2 Bevolking en cultuur
2.4 De Nederlandse bevolking
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H2 Bevolking en cultuur
2.4 De Nederlandse bevolking

Slide 1 - Tekstslide

Goedemorgen L1KMA! 
Ga zitten volgens plattegrond. 
Pak je boek, etui en je laptop op tafel. 

Ga naar www.lessonup.com 
Log in en doe mee met de les.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Als je klaar bent met deze paragraaf dan begrijp je hoe de bevolking van Nederland is samengesteld en waardoor de samenstelling is veranderd.

Als je klaar bent met deze paragraaf dan kun je informatie uit kaarten en grafieken halen over wie waar woont in Nederland.

Als je klaar bent met deze paragraaf dan weet je waarom de Nederlandse bevolking zo hard gegroeid is.

Slide 3 - Tekstslide

Wat bedoelen we met bevolking?

Slide 4 - Open vraag

Bevolkingsgroei
Met bevolkingsgroei wordt de toename van de bevolking, het aantal mensen in een land of gebied bedoeld. 

Maar hoe groeit zo'n bevolking dan?

Slide 5 - Tekstslide

Natuurlijke bevolkingsgroei
De bevolking groeit op een natuurlijke manier. Hiermee bedoelen we:

Er worden meer baby's geboren dat er mensen sterven. 

Slide 6 - Tekstslide

De bevolkingsgroei in Nederland tussen 1900 en 2016

Slide 7 - Tekstslide

De oorzaken van de bevolkingsgroei
Een oorzaak is de reden waarom iets gebeurt.

De oorzaken van de snelle bevolkingsgroei waren het verbeteren van de gezondheidszorg en het voedsel.

Slide 8 - Tekstslide

De gevolgen van de bevolkingsgroei
Een gevolg is een vervolg op de oorzaak, wat daarna gebeurt.


De gevolgen van de verbeterde gezondheidszorg en het voedsel waren: 
  • er stierven minder mensen
  •  er kwamen grotere gezinnen
  • mensen werden ouder. 

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer hebben we het over natuurlijke bevolkingsgroei?
A
Als er meer mensen dood gaan dan dat er geboren worden.
B
Als er evenveel mensen worden geboren als er dood gaan.
C
Als er meer mensen worden geboren dan dat er dood gaan.
D
Als er meer mensen gaan verhuizen.

Slide 10 - Quizvraag

Noem 2 oorzaken van de bevolkingsgroei in Nederland.

Slide 11 - Open vraag

Noem 1 gevolg van de verbeterde gezondheidszorg of van het voedsel.

Slide 12 - Open vraag

Bevolkingssamenstelling
Bevolkingssamenstelling is de manier waarop de bevolking is samengesteld (opgebouwd). We kijken naar leeftijd, geslacht en herkomst. 

Deze informatie vind je in een bevolkingsgrafiek. 

Slide 13 - Tekstslide

De Nederlandse bevolking verandert
1956: er waren meer jonge mensen dan oude mensen.

2020: er zijn minder jonge mensen dan oude mensen. Dit noemen we vergrijzing. 

Slide 14 - Tekstslide

Waar wonen al die mensen?
Het noorden is dunbevolkt.
Het westen is dichtbevolkt.
9 van de 10 mensen wonen in een stad. 
Jonge mensen verhuizen naar de stad. 
Oude mensen verlaten de stad.

Slide 15 - Tekstslide

Vergrijzing is als er meer jonge mensen zijn dan oude mensen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Door de verbeterde gezondheidszorg en voeding wordt de levensverwachting steeds hoger.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Dunbevolkt betekent dat er weinig mensen op 1 km² wonen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Wat heb je geleerd tijdens de uitleg vandaag?

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag!
Wat? §4 opdracht 2,3,5,6 
Hoe? Fluisterend overleggen met je buur
Hulp? Je buur en eventueel de online atlas
Vragen? Steek je vinger op. Probeer ondertussen alvast verder te werken. 

Klaar?
1. Nakijken en verbeteren van je werk
2. Maak de landenvergelijking op blz 76 t/m 79

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiten
Huiswerk a.s. maandag: 
Maken §4 opdracht 2/3/5/6

Donderdag 16/1: 
AK PW H2 (2.1/2.2/2.3/2.4)



Slide 21 - Tekstslide