Paragraaf 3.3 Economische groei in Brazilië

3.3 Economische groei in Brazilië
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.3 Economische groei in Brazilië

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Je kunt de economische veranderingen die Brazilië de afgelopen decennia heeft doormaakte beschrijven en verklaren a.d.h.v volgende thema's
-werkgelegenheid
-aandeel bijdrage verschillende sectoren aan het BBP
-welvaart
-beleid

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht  (10 min)
Lees par 3.3 door en noteer in je schrift 
  1. Wat zijn de drie bestaansmiddelen/beroepssectoren?
  2. Wat is importsubstitutie?
  3. Welke ontwikkeling in werkgelegenheid maakt Brazilië door?
  4. Welke tegenstelling is zichtbaar in de primaire sector?
  5. Wat kun je vertellen over de informele sector in Brazilië?
  6. Waar bevindt zich het zwaartepunt van de economie in Brazilië?
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische ontwikkeling
  • het % van de beroepsbevolking in de landbouw daalt
  • het % werkenden in de dienstverlening stijgt
  • stijging bnp / hoofd
  • meer vrijhandel
  • meer buitenlandse investeringen (FDI)
  • hogere productie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Importsubstitutie
  • goederen die je eerst moest invoeren, ga je zelf produceren.
  • dat scheelt geld, je creëert werk, en je bent minder afhankelijk van het buitenland.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Daling landbouw in aandeel BBP komt door:


Beleid importsubstitutie
(beschermen eigen markt)
waardoor industrialisering werd gestimuleerd.
Vanaf jaren '90
daalt industrie in aandeel BBP en aandeel diensten in BBP neemt toe. Dit komt door:

Afschaffen importsubstitutie  en overgang naar vrijhandel. Brazilië profiteerde van de vraag naar grondstoffen uit opkomende industrielanden.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

16e-19e eeuw gericht op productie en uitvoer
land-en mijnbouwproducten (suiker, goud, diamanten ,koffie en rubber)
Vanaf 1960 neemt  landbouw in aandeel BBP af.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf 1990 daalt het aandeel van de landbouw en mijnbouw in het BBP niet verder. De dienstensector wordt steeds belangrijker.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingen in werkgelegenheid:
verdeling beroepsbevolking (arm&rijk)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

grootgrondbezit = commercieel (koffie)
Keuterboer = zelfvoorzienend en voor lokale markt

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tertairisering 
Stijging van het % van de beroepsbevolking dat werkzaam is in de dienstensector

let op: in rijke landen is dit veelal hooggeschoold werk (jurist, makelaar, onderwijs, manager); in armere landen vaak laaggeschoold werk (kapper, koopman, chauffeur, schoenpoetser, etc)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart: BBP/hfd sinds 1960 gestegen 
  • sterke stijging sinds 2000
  • inwoners gingen meer consumeren (grotere middenklasse)
  • goedkope arbeidskrachten in steden.
  • minder eenzijdige uitvoer meer hoogwaardige industrieproducten

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informele sector 
37-38% is hier werkzaam
  • niet geregistreerd
  • geen vast inkomen
  • geen opleiding nodig
  • zelfbedacht


Voordeel werk informele sector: iedereen aan het werk levert minder sociale onrust op.
Nadeel: geen belastinginkomsten die kunnen worden geïnvesteerd in andere sectoren.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regionale ongelijkheid
Economische groei vindt vaak plaats in kernregio’s. 
Waarom?

Daar zijn de meeste agglomeratievoordelen (=voordelen van vestiging in een grote stad)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernregio: Sao Paulo, Rio de Janeiro en Belo Horizonte
(driehoek) 


 Heeft veel hoogwaardige
industrie (chemische, auto, vliegtuigen, staal) en diensten.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernregio interessant door 

  • Gunstige vestigingsfactoren: 
- Goede infrastructuur
- Sterke concentratie banken
- Grote diverse arbeidsmarkt 
- Goede afzetmogelijkheden
Het stedelijk netwerk is goed ontwikkeld
  • Probleem: gevolgen van economische crisis in het kerngebied het grootst

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agglomeratievoordelen
  • omvangrijke (en geschoolde) arbeidsmarkt
  • centrale ligging / goede infrastructuur
  • grote afzetmarkt
  • veel scholingsinstituten / voorzieningen
  • ambassades / regeringsgebouwen
  • internationaal georiënteerde bedrijven
  • internationale naamsbekendheid

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit proces versterkt zichzelf
  • meeste bedrijven in grote steden -
  • meer mensen trekken van platteland 
  • grotere arbeidsmarkt / afzetmarkt 
  • nog aantrekkelijker voor bedrijven 
  • regering investeert in betere wegen 
  • nog makkelijker om je er te vestigen 
  • meer voorzieningen              enz.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Overige regio’s 

Centraal-Brazilië: hier bevinden zich moderne landbouwbedrijven die zich richten op de productie van soja en suikerriet
Noord-Brazilië: in de staat Pará profiteren de land- en mijnbouw van de buitenlande vraag naar grondstoffen
 ijzererts, bauxiet, aluminium en nikkel


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arme Noordoost-Brazilië: Fruitteelt door investeringen in irrigatielandbouw ( mango, bananen, grapefruits,)  

Zuidoost-Brazilië:  traditionele akkerbouw- gericht op voedselvoorzieningen van de grote steden 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk par. 3.3 
Maken volgende opdrachten:
3, 4, 6,8

timer
20:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exportpakket 2017

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6b. Nadeel ligging kernregio's t.o.v andere afzetmarkten in de wereld............

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opgave 3
3a. Bnp/inw is sinds 2000 sterk gestegen, maar na 2012 gedaald

3b. Belangrijkste oorzaak van de groei is vrijhandel en interesse vd wereld in Brazilië.

3c. Daling olieprijzen in 2011 stortte Brazilië in crisis
3d. Door economische groei van China heeft het land behoefte aan grondstoffen uit Brazilië 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf 2011
In 2006 groot aardolieveld ontdekt voor de kust (paragraaf 1.2)

Daling grondstof en aardolieprijzen stort Brazilië weer in een crisis.

Brazilië is gevoelig voor prijsschommelingen van grondstoffen op mondiale markt.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijdrage aan het BBP per regio
Centraal Brazilië: moderne landbouwbedrijven (soja en suikerriet)

Noorden: Land-en mijnbouw (ijzererts, bauxiet, aluminium en nikkel)
Noordoosten: 
6d: Fruitteelt en irrigatielandbouw. Hoge temperatuur t.o.v zuiden is een gunstige factor

opgave 6a: Zuidoost-Brazilië;
Moderne bedrijven naast akkerbouwbedrijven (voedselvoorziening stad) maakt dat deze regio de meeste groeikansen heeft.
6c: Fysisch geografisch meer neerslag dan noordoosten dus gunstiger voor de landbouw.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

tekenen aantekening