In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
thema Olympische Spelen les 1
TBI-schrift en laptop!
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je al over de geschiedenis van de O.S.?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Welke GRIEKSE Goden ken je al?
Slide 7 - Woordweb
Zeus
1. God van bliksem en donder
2. Oppergod
3. Adelaar
4. ....
Slide 8 - Tekstslide
Hera
1. Godin van huwelijk en vruchtbaarheid
2. Pauw
3. Vrouw Zeus
Slide 9 - Tekstslide
Poseidon
1. God van de zee en het water
2. Drietand
3. Broer van Zeus
Slide 10 - Tekstslide
Demeter
1. Godin van graan, landbouw, gewassen en burgerlijke orde
2. Zus van Zeus
Slide 11 - Tekstslide
Hermes
1. Boodschapper van de goden
2. Beschermer reizigers en dieven
3. Herautenstaf, vleugelschoenen en reizigershoed
4. Zoon van Zeus
Slide 12 - Tekstslide
Athena
1. Godin van wijsheid en oorlog (strategie)
2. Uil
3. Schild en speer
4. Dochter van Zeus, uit hoofd geboren
Slide 13 - Tekstslide
Ares
1. God van oorlog (gewelddadig)
2. 3 kinderen met Aphrodite, waaronder Eros (Cupido)
3. Vader van Romulus en Remus (stichters Rome)
4. Speer en schild
Slide 14 - Tekstslide
Aphrodite
1. Godin schoonheid, liefde en vruchtbaarheid
2. Getrouwd Hephaistos (niet uit liefde vanaf haar kant), affaire met Ares
3. Duif
4. Dochter van Zeus of uit schuim geboren (afkomst naam)
Slide 15 - Tekstslide
Apollo
1. God van zon, muziek, geneeskunde en schone kunsten
2. Lier (snaarinstrument)
3. Tweelingbroer Artemis
Slide 16 - Tekstslide
Artemis
1. Godin van de jacht
2. Pijl en boog
3. Woont in bos
4. Hert
5. Tweelingzus Apollo
Slide 17 - Tekstslide
Hephaistos
1. God van de smeedkunst en het vuur
2. Maakt alle attributen
3. Man van Aphrodite
4. Zoon van Hera of Zeus en Hera
5. Kreupel en lelijk
Slide 18 - Tekstslide
Hestia
1. Huis en haard
2. Nam niet deel aan oorlogen
3. Liefhebbend
4. Oudste zus van Zeus
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Video
Slide 27 - Video
De Olympische Spelen
Eens in de vier jaar was er een sportevenement in Olympia ter ere van Zeus.
Er werd dan geen oorlog gevoerd.
Hier lieten ze aan elkaar en de goden zien hoe goed ze waren.
Meedoen was een eer en winnaars waren helden.
Slide 28 - Tekstslide
In welke Griekse stad zijn de eerste Olympische Spelen gehouden?
A
Athene
B
Olympia
C
Delphi
D
Issos
Slide 29 - Quizvraag
Wanneer vonden de eerste Olympische Spelen plaats?
A
776 v.C.
B
767 v.C.
C
876 v.C.
D
867 v.C.
Slide 30 - Quizvraag
Hoe vaak worden de Olympische Spelen gehouden?
A
Eens in de 2 jaar
B
Eens in de 4 jaar
C
Eens in de 5 jaar
D
Eens in de 10 jaar
Slide 31 - Quizvraag
Twee uitspraken over de Olympische Spelen:
I. De Olympische Spelen werden gehouden ter ere van de godin Olympia, vandaar de naam "Olympische Spelen". II. Als stadstaten met elkaar in oorlog waren, sloten ze vrede als de Olympische Spelen werden gehouden.
A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Beide uitspraken zijn onjuist.
C
Uitspraak I is juist, Uitspraak II is onjuist
D
Uitspraak I is onjuist, Uitspraak II is juist.
Slide 32 - Quizvraag
De eerste dag
Slide 33 - Tekstslide
timer
0:30
Kijk 30 seconden erg goed naar deze prent. Je krijgt er zo een vraag over:
Slide 34 - Tekstslide
Welke 6 sporten beoefenden de Grieken tijdens de Olympische Spelen?
Slide 35 - Open vraag
Antwoorden:
1. Hardlopen
2. Speerwerpen
3. Discuswerpen
4. Worstelen
5. Boksen
6. Verspringen
Slide 36 - Tekstslide
Wat was in de Griekse oudheid geen Olympische sport?
A
Hardlopen
B
Discuswerpen
C
Kogelstoten
D
Speerwerpen
Slide 37 - Quizvraag
Wat gebeurde er als je won?
Je kreeg een standbeeld
Stadstaat werd geëerd.
Je kreeg privileges, speciale voorrechten bijvoorbeeld geen belasting betalen.
Krans
Slide 38 - Tekstslide
Wat kreeg ruim 2000 jaar geleden de winnaar van een sport tijdens de Olympische Spelen?
A
Een medaille
B
Een krans van de heilige olijfboom
C
Een nieuw beroep naar keuze
D
Heel veel geld
Slide 39 - Quizvraag
Wat is waar over de Olympische Spelen van vroeger?
A
De spelen duurden 5 dagen.
B
Je kreeg een krans van laurierbladen.
C
Voorbeelden van sporten die ze deden zijn: worstelen, hardlopen en speerwerpen .