21.11 2THA1 woordenschat en w.w. tijden

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

SOCIALISEREN

Je mobiel--> mobiel tas

Je legt klaar:

-leesboek, laptop (dicht), lesboek.

Je neemt plaats.

Je tas is op de grond.

LESPROGRAMMA

1. Lezen in je leesboek 

2. Uitleg H2 figuurlijk taalgebruik, werkwoordstijden

3. Zelfstandig werken

3. Evaluatie

Boekpraat:

1. Wat is de titel van je boek?

2. Wie is de hoofdpersoon uit je boek?

(belangrijkste persoon

over wie het boek gaat)

Lesdoel

Je leert over figuurlijk taalgebruik (TH).

Je leert over de het voorzetselvoorwerp en de werkwoordstijden (VWO).

Uitleg: figuurlijk taalgebruik

H2 Woordenschat (oranje)

Hoe zoek je de betekenis?

Uitdrukking: goed beslagen ten ijs komen

Wat betekent dit?

Hoe zoek je de betekenis?

Welk woord?

Uitleg werkwoordstijden: terugblik

onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.)

onvoltooid verleden tijd (o.v.t.)

voltooid verleden tijd (v.v.t.)

onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (o.t.t.t.)

onvoltooid verleden toekomende tijd (o.v.t.t.)

voltooid tegenwoordige toekomende tijd (v.t.t.t.)

voltooid verleden toekomende tijd (v.v.t.t.)

Verlengde instructie

*Je krijgt een verlengde instructie over het voorzetselvoorwerp.

*Je doet mee of je werkt zelfstandig.

Aan de slag....

som/Nederlands/H2/TAALVERZORGING/woordsoorten

Je maakt de opdrachten.

woordsoorten (KGT/TH boek blz. 56+57)

voorzetselvoorwerp/ werkwoordstijden (VWO 60+61+62+63)

Klaar? H2/ Woordenschat/ TH blz. 52+53      

Evaluatie

*Heb je iets geleerd over het figuurlijk taalgebruik?

*Heb je iets geleerd over de werkwoordstijden ?