H3 Geld over en te kort

• Economie
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 2

H3 Geld over en te kort

Uitgaven

Prioriteiten (kiezen wat het belangrijk is)

Verbruiksgoederen

Duurzame gebruiksgoederen

Vaste uitgaven, Incidentele uitgaven

Huishoudelijke uitgaven, Persoonlijke uitgaven

Verbruik: 1x gebruiken (eten, schoonmaakmiddel)

Gebruik: meerdere keren (bord, bezem)

Een flesje handzeep is

1. Huishoudelijke uitgave
2. Incidentele uitgave
3. Verbruiksgoed
4. Duurzaam gebruiksgoed

Een laptop is

1. Huishoudelijke uitgave
2. Incidentele uitgave
3. Verbruiksgoed
4. Duurzaam gebruiksgoed

Prioriteiten zijn

1. Wat je als eerste koopt
2. Wat je het belangrijkst vindt
3. Wat het duurste is
4. Wat je het liefste wil

Nora wil over 18 maanden op vakantie. Dat kost haar € 1.800. Zij heeft nu op haar spaarrekening € 900. Hoeveel moet zij nog elke maand sparen?

1. € 100
2. € 25
3. € 50
4. € 90

Bert heeft per week € 30 te besteden aan uitgaan. Hoeveel is dat per maand?

1. € 130
2. € 120
3. € 125
4. € 6,93

Een budget is een vast bedrag voor een bepaalde soort uitgave

Van een budget heb je geld over of tekort

Als je over hebt kun je gaan sparen.

Waarom sparen mensen?

• Grote uitgave
• Rente
• Voorzorg (incidentele uitgave)

Sparen op een spaarrekening:

Veilig en je ontvangt rente

Heb je steeds geld tekort?

Geef je meer uit dan je budget?

Opnieuw je budgetten aanpassen 

Budgetteren

(inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen)

Bezuinigen:

• Goedkoper alternatief
• Uitstellen
• Schrappen (niet meer kopen/doen)

Ook als je meer gaat verdienen

Bijvoorbeeld meer budget voor vaste lasten en minder naar persoonlijke uitgaven.

Op je vaste lasten kan je niet bezuinigen

1. Waar
2. Niet waar

Als je wilt bezuinigen moet je ook minder gaan sparen

1. Waar
2. Niet waar

Lenen

Voordeel: Gelijk je aankoop doen!

Nadeel:  rente betalen en 

 (terugbetalen lening gedurende langere periode)

Wat je elke maand terugbetaald aan de bank is de termijn

Rente + aflossing per maand

Lening € 4.000

Rente € 800

Looptijd 24 maanden

Termijn is dan 4.000+800=4.800 : 24 = € 200

Lening van € 6.000
Rente is 6% per jaar
Hoeveel betaal je aan rente in 1 jaar?

1. € 600
2. € 360
3. € 36
4. € 60

Anke heeft een lening voor de reparatie van haar auto en betaald hiervoor € 80 per maand aan de bank

1. Incidentele uitgaven
2. Vaste uitgaven

Wat gebeurt er in de meeste gevallen met het spaargeld als mensen met pensioen gaan?

1. Stijgt
2. Blijft gelijk
3. Daalt