6.2 Gemiddelde snelheid

Bewegen
Gemiddelde snelheid
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Bewegen
Gemiddelde snelheid

Slide 1 - Tekstslide

Hiernaast zie je een stroboscopische
foto. Tussen elke flits zit 0,4 sec. In
hoeveel seconden is deze foto
gemaakt?
A
2,0 sec
B
1,6 sec
C
1,4 sec
D
2,4 sec

Slide 2 - Quizvraag

Hiernaast zie je een stroboscopische
foto. Waar beweegt de bal het snelst?
A
Bovenin. Daarin zitten de ballen het dichts bij elkaar.
B
Bovenin. Daar maakt hij de grootste snelheid.
C
Links onderin. Daar begint de beweging
D
Rechts onderin. Daar is de afstand tussen de ballen het grootst.

Slide 3 - Quizvraag

Hiernaast zie je een stroboscopische
foto. De totale tijd waarin de foto
gemaakt is, is 2 sec. Wat is de tijd tussen
de flitsen?
A
2 sec.
B
0,4 sec.
C
0,5 sec
D
Dat kun je niet zeggen met deze gegevens.

Slide 4 - Quizvraag

Hiernaast zie je een stroboscopische
foto. De tijd tussen de flitsen van 0,5 sec.
Stel dat de tijd tussen de flitsen 0,25 sec
was, hoeveel armen zag je dan?
A
18 armen
B
9 armen
C
20 armen
D
10 armen

Slide 5 - Quizvraag

Lesdoelen
De leerlingen weten waarom we spreken over de 'gemiddelde snelheid'
De leerlingen kennen de formule van de gemiddelde snelheid. 
De leerlingen weten hoe ze formules kunnen ombouwen.


Slide 6 - Tekstslide

Uur (h)
Meter per seconde (m/s)
Kilometer per uur (km/h)
meter (m)

Slide 7 - Sleepvraag

Gemiddelde snelheid
De snelheid geven we vaak weer in m/s (meter per seconde) of km/h (kilometer per uur)

Als je de snelheid wilt uitrekenen in  m/s neem je de afstand in m en de tijd in s
Als je de snelheid wilt uitrekenen in km/h, gebruik je voor de afstand de km en voor de tijd de h.


Slide 8 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
Als je de snelheid van iets wilt weten kun je dat uitrekenen met de formule:

vgem=ts
vgem=gemiddeldesnelheid
t=tijd
s=afstand

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Ireen Wust rijdt 1500m in 1.53,28 min.
1) Bereken haar tijd in seconde
2) Wat was haar gemiddelde snelheid? (km/h & m/s)

Slide 11 - Open vraag

Oefenvragen
Ik reed vanmorgen met de auto naar Dedemsvaart. Daar deed ik 28 minuten over. De totale afstand was 30,4 km.
Wat was mijn gemiddelde snelheid? (km/h & m/s)

Het eerste gedeelte reed ik op de snelweg. De afstand was 8 km en daar deed ik 5 min over.
Wat was mijn gemiddelde snelheid daar? (km/h & m/s)
En over de reis daarna? (km/h & m/s)

Slide 12 - Tekstslide


Slide 13 - Open vraag

 Antwoorden oefenvragen
Ik reed vanmorgen met de auto naar Dedemsvaart. Daar deed ik 28 minuten over. De totale afstand was 30,4 km.
Wat was mijn gemiddelde snelheid? (km/h & m/s)

s= 30,4 km = 30400 m
t= 28 min = 0,46667 h = 1680 s


vgem=ts
vgem=0.4666730,4=65,14km/h
vgem=168030400=18,33m/s

Slide 14 - Tekstslide

 Antwoorden oefenvragen
Het eerste gedeelte reed ik op de snelweg. De afstand was 8 km en daar deed ik 5 min over.
Wat was mijn gemiddelde snelheid daar? (km/h & m/s)
En over de reis daarna? (km/h & m/s)

s= 8 km = 8000 m
t= 5 min =  0,0833 h = 300 s


vgem=ts
vgem=0,08338=96km/h
vgem=3008000=26,667m/s

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video