In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Doe!
Memory spel maken
Vak: Doe
Onderwijsassistent:
Mevr. Wijnmaalen
Docenten:
Mevr. Vingerhoets
Mevr. Smaili
Slide 1 - Tekstslide
Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent aan het begin van de les geregistreerd worden.
Ben je te laat?
Aan het eind van de les is het JOUW verantwoordelijkheid om bij de docent aan te geven dat je te laat was zodat dit aangepast wordt in SOM2day.
Slide 2 - Tekstslide
Lesprogramma
Lesdoelen
Wat is ............... ?
Voorkennis activeren
Klein stukje theorie
Instructie
Aan de slag
Nabespreken
Tips en tops
Evaluatie
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van deze lessenreeks ken jij verschillende gereedschappen waar wij komende jaren kennis mee gaan maken.
Aan het eind van deze les begrijp jij waarom het belangrijk is om deze gereedschappen te leren herkennen en onthouden
Slide 4 - Tekstslide
Wat is memory? En heb jij weleens memory gespeeld?
Slide 5 - Woordweb
Wat is memory?
Memory is een spel waarbij je paren moet vinden.
Je moet twee gelijke kaartjes omdraaien.
We maken kaartjes met afbeeldingen van gereedschappen.
Waarom gaan we eigenlijk een memory zelf maken?
Slide 6 - Tekstslide
Welke gereedschappen ken jij allemaal?
Slide 7 - Woordweb
Uitleg verschillende gereedschappen
Hamer: Voor het slaan van spijkers.
Schroevendraaier: Voor het draaien van schroeven.
Tang: Voor het vastpakken en knippen van draden.
Zaag: Voor het zagen van hout of plastic.
Waterpas: Voor het meten van de horizontale lijn.
Boormachine: Voor het maken van gaten.
Schuurpapier: Voor het glad maken van hout of andere materialen.
Slide 8 - Tekstslide
Uitleg verschillende gereedschappen 2
Waterpomptang: Voor het vastklemmen van buizen of het los- en vastdraaien van moeren.
Steeksleutel: Voor het los- en vastdraaien van bouten en moeren van een specifieke maat.
Rolmaat: Voor het opmeten van afstanden of materialen.
Vijl: Voor het gladstrijken of vormgeven van hout of metaal.
Combinatietang: Voor het knippen van draad en vastgrijpen van verschillende objecten.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de belangrijkste functie van een hamer?
A
Het meten van oppervlakken
B
Het slaan van spijkers
C
Het snijden van hout
D
Het vastdraaien van schroeven
Slide 10 - Quizvraag
Welke van de volgende gereedschappen wordt gebruikt om iets te zagen?
A
Beitel
B
Schaar
C
Zaag
D
Tang
Slide 11 - Quizvraag
Welk gereedschap gebruik je om een schroef vast te draaien?
A
Hamer
B
Waterpas
C
Schroevendraaier
D
Moersleutel
Slide 12 - Quizvraag
Wat meet je met een waterpas?
A
De lengte van een object
B
Of een oppervlak recht is
C
De dikte van hout
D
De temperatuur
Slide 13 - Quizvraag
Opdracht: memory maken
Jullie gaan een eigen memory spel maken over verschillende gereedschappen! In dit spel ga je leren welke gereedschappen er zijn en hoe je ze kunt herkennen.
In meerdere stappen gaan we dit spel ontwerpen en daarna gaan we natuurlijk kijken wie de beste memory speler is!
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag!
Kies 8 gereedschappen die je leuk vindt, zoals een hamer, schroevendraaier of zaag.
Maak voor elk gereedschap 2 kaarten die precies bij elkaar passen. Je kunt tekenen, knutselen of de computer gebruiken om ze te maken.
Versier je kaarten creatief met kleuren, vormen of leuke achtergronden.
Maak een lijst met uitleg over elk gereedschap. Op deze lijst schrijf je kort waarvoor elk gereedschap wordt gebruikt. Je kunt dit gebruiken als naslag tijdens het spel.
Als je klaar bent, speel je het memory spel met een klasgenoot en ontdek je hoe goed je de gereedschappen al kent!
Slide 15 - Tekstslide
Stap 1:
Kies 8 gereedschappen die jij leuk of interessant vindt.
Denk aan gereedschappen zoals een hamer, schroevendraaier, tang, of zaag.
Laat een lijst of afbeeldingen van gereedschappen zien als inspiratie.
Slide 16 - Tekstslide
Stap 2
Maak je memory kaarten
Voor elk gereedschap maak je 2 kaarten die precies bij elkaar passen.
Gebruik je creativiteit: je kunt tekenen, knutselen, of digitaal ontwerpen.
Tip: Zorg dat het gereedschap duidelijk te zien is, en versier de kaarten op een leuke manier met kleuren en patronen.
Slide 17 - Tekstslide
Stap 3
Maak een lijst met uitleg
Schrijf voor elk gereedschap een korte uitleg op over waarvoor het wordt gebruikt.
Voorbeeld: “Hamer – dit gebruik je om spijkers in hout te slaan.”
De lijst gebruik je later om nog eens terug te lezen waar elk gereedschap voor is.
Dit hoeft niet op de kaarten zelf, maar komt op een aparte lijst die je naast het spel kunt houden.
Slide 18 - Tekstslide
Stap 4:
Speel je memory spel
Zoek een klasgenoot en speel het spel samen.
Probeer te onthouden waar de gereedschappen liggen en vind de paren!
Slide 19 - Tekstslide
Stap 5
Evalueren
Als het spel voorbij is, kijk nog eens naar de lijst: weet je waarvoor alle gereedschappen worden gebruikt?
Reflectie: Wat vond je van het spel en welke gereedschappen ken je nu beter?
Slide 20 - Tekstslide
Nabespreken memory spel
Wat vond je het leukste aan het maken van het memory spel
Welke gereedschappen heb je geleerd door het spel?
Was het moeilijk om de kaarten te ontwerpen?
Hoe heeft de lijst met uitleg je geholpen tijdens het spelen van het spel?
Wat zou je anders doen als je het spel opnieuw zou maken?
Denk je dat het memory spel je helpt om gereedschappen beter te onthouden?
Wat zou je nog willen toevoegen aan het spel om het nog leuker te maken?
Bespreek deze vragen klassikaal.
Slide 21 - Tekstslide
Tips en tops
Wat vond je het beste aan deze les?
Heb je tips voor anderen?
Wat zou je anders willen zien in de les?
Zijn er dingen die je hebt geleerd die je zou willen delen?