19 en 20 Brug bouwen

Bruggen bouwen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Bruggen bouwen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Twee dorpen worden gescheiden door een rivier. De bewoners van de dorpen
zouden graag zonder problemen de rivier kunnen oversteken. Ze willen daarvoor
een brug bouwen, maar daarvoor moeten we eerst enkele dingen uitzoeken.

We rijden dagelijks over bruggen met onze auto, maar zou het nu zo simpel zijn
om een brug te bouwen? 2 balken over een rivier heen, wat balken in de andere
richting en klaar is kees?

In deze twee lessen gaan we uitzoeken hoe we een brug zo stevig mogelijk kunnen
bouwen. 

Slide 2 - Tekstslide

Les 1: theorie
Deze les gaan we onderzoek doen naar verschillende bruggen, vormen en profielen om te kijken wat stevig is. 

Slide 3 - Tekstslide

Les 2: bouwen
In deze les gaan jullie zelf een brug bouwen.
Op het einde van de les moet je brug voldoen aan volgende eisen:

De brug kan een afstand van minstens 40 cm overbruggen
Je brug kan minstens 0,5 kg (2 blikjes of flesjes) dragen

Wedstrijdje! Welke brug kan het meeste gewicht houden?

Slide 4 - Tekstslide

Constructie

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een constructie?

Slide 6 - Open vraag

Wat is geen constructie?
A
1, 2 en 3
B
1, 4 en 5
C
2, 3 en 6
D
3, 5 en 6

Slide 7 - Quizvraag

De eerste brug
De eerste bruggen zijn ontstaan door de natuur. Dit waren omgevallen bomen of stenen die over/in het water lagen. 

Je kan dit de eerste liggerbrug noemen. 

Slide 8 - Tekstslide

Waarom kan een liggerbrug niet overal?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Liggerbrug
  • Wordt ook wel plaat- of balkbrug genoemd. 
  • Een lange liggerbrug kan worden ondersteund met pijlers/pilaren.

Slide 11 - Tekstslide

Boogbrug
  • Het gewicht van/op de brug wordt opgevangen door de boogconstructie. 
  • Het gewicht (kracht/last) wordt via de boog naar de ondergrond gebracht.  

Slide 12 - Tekstslide

Hangbrug
  • Het wegdek is met dunne kabels opgehangen aan een dikke kabel. 
  • De dikke kabel is tussen twee pilaren (pylonen) opgehangen.   

Slide 13 - Tekstslide

Vakwerkbrug
  • Sterk door driehoeken

Slide 14 - Tekstslide

Tuibrug
  • De kabels (tuien) zijn vanaf de pilaar (pyloon) rechtstreeks aan het wegdek bevestigd.

Slide 15 - Tekstslide

Test je kennis in de quiz

Slide 16 - Tekstslide

Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug

Slide 18 - Quizvraag

Juist of onjuist?

'Een liggerbrug kun je vergelijken met een boomstam over een sloot.'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug

Slide 20 - Quizvraag

Specifieke vormen
Burgen hebben allemaal verschillende vormen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Hoe zou het komen dat de brug kapot ging?

Slide 23 - Open vraag

Sterk en stevig
Door na te denken over de vormen en het materiaal die je gebruikt in een constructie, kun je een bouwwerk sterk en stevig maken. 

Een driehoek is bijv. sterker dan een vierkant of rechthoek.

Slide 24 - Tekstslide

0

Slide 25 - Video

Profielen
Een profiel is een bepaalde vorm dat je aan een materiaal geeft om het steviger te maken. 


Slide 26 - Tekstslide

Profielen
Elk teamlid maakt een profiel, zie nummer.  





               1                                           2                                      3                                     4

Slide 27 - Tekstslide

Profielen
Schuif 2 tafels iets uit elkaar. Test welk profiel het sterkst is, door er een voorwerp op te leggen (denk aan een etui, rekenmachine, etc)





               1                                           2                                      3                                     4

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht
Je maakt deze opdracht in tweetallen
 
De brug bestaat enkel uit satéstokjes en snoepjes

De brug moet 40cm kunnen overbruggen en minstens 10cm breed zijn

De brug moet in het midden minstens 0,5kg kunnen dragen.

Slide 29 - Tekstslide

Tekening
Maak op een A4 papier een tekening van hoe jullie brug eruit gaat zien. 

Teken een bovenaanzicht en een zijaanzicht. 

Laat je tekening controleren door de docent!

Slide 30 - Tekstslide

Bouwen
Haal bij de docent snoepje en sate-prikkers en ga aan de slag. 

Slide 31 - Tekstslide

Testen
We gaan alle bruggen testen door er een mandje met gewichten aan te hangen in het midden van de brug. 

Slide 32 - Tekstslide