Meesterproef oefenrecensie schrijven


Recensie schrijven
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les


Recensie schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les weet je wat de onderdelen zijn van een goede recensie.

Slide 2 - Tekstslide

Recensie over een kussen

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer lees je wel eens een recensie (review)?

Slide 4 - Woordweb

Heb je wel eens een recensie (review) geschreven? Waarom deed je dat?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Wat vond je van de trailer van Boy 7.
Geef je mening en leg uit waarom je dat vindt.



Slide 7 - Open vraag

Waarom schrijf je een recensie?
Je schrijft een recensie als je anderen wilt laten weten wat je van iets vindt (dat kan een boek, een film of een restaurant zijn).

De lezer kan door het lezen van deze recensies een betere keuze maken. 
Je gaat  bij de een recensie schrijven over een boek dat je hebt gelezen.

 

Slide 8 - Tekstslide

Een recensie bestaat uit 3 delen
Inleiding
kern
slot

Slide 9 - Tekstslide

Deel 1: Inleiding (alinea 1)
  1. Kies een interessant fragment uit het gelezen verhaal waarmee je de aandacht van de lezer van de recensie krijgt. Schrijf dat fragment op.
  2. Schrijf de naam en de schrijver van het verhaal op en beschrijf in een paar zinnen waar het verhaal over gaat.
  3. Geef in één zin aan wat je van het verhaal vindt.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld inleiding Boy 7
Ik werd wakker in het zand. Ik wist niet waar ik was, waar ik heen moest of hoe ik heette. Zo begint het jeugdboek Boy 7 van Mirjam Mous. Het verhaal gaat over een jongen die is ontvoerd en moet zien te achterhalen wat er is gebeurd. Hij kan zich namelijk niets herinneren van de afgelopen weken. Ik vond het een heel spannend verhaal omdat er verrassende plotwendingen waren en omdat ik vanaf de eerste bladzijde het verhaal in werd gezogen.

Slide 11 - Tekstslide

Opbouw van de alinea's in de kern (alinea's 2 t/m 4)
De kern heeft drie alinea's.
Elke alinea in de kern heeft de volgende indeling:
  1. Je eerste zin is de kernzin (boodschap). 
  2. In de zin(nen) daarna geef je uitleg (argumenten).
  3. Tot slot geef je een voorbeeld, dat je argument nog meer verduidelijkt.

Zie het voorbeeld op de volgende slide.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld van een alinea in de kern
Ten eerste is het verhaal spannend. Dat komt omdat je niet weet wat er precies met Sam is gebeurd en gaat gebeuren. Zo wordt hij in het begin van het boek wakker op een verlaten grasvlakte. Hij weet niet hoe hij daar gekomen is, hij weet niet hoe hij heet en hij weet niet waar hij naar toe moet. Daardoor is het verhaal meteen vanaf het begin al heel spannend.

Slide 13 - Tekstslide

Kern
In je eerste zin gebruik je een beoordelingswoord. 
Bij de recensie mag je per alinea kiezen uit een aantal beoordelingswoorden zoals:
  1. Spannend-Saai
  2. Veel actie- Er gebeurt weinig
  3. Boeiend- Niet boeiend

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld van beoordelingswoord
Ten eerste is het verhaal spannend. Dat komt omdat je niet weet wat er precies met Sam is gebeurd en gaat gebeuren. Zo wordt hij in het begin van het boek wakker op een verlaten grasvlakte. Hij weet niet hoe hij daar gekomen is, hij weet niet hoe hij heet en hij weet niet waar hij naar toe moet. Daardoor is het verhaal meteen vanaf het begin al heel spannend.

Slide 15 - Tekstslide

Beoordelingswoord gekozen en nu?
Leg het gekozen beoordelingswoord uit aan de hand van een situatie of gebeurtenis uit je verhaal. 

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit waarom je het beoordelingswoord hebt gekozen
Ten eerste is het verhaal spannend. Dat komt omdat je niet weet wat er precies met Sam is gebeurd en gaat gebeuren. Zo wordt hij in het begin van het boek wakker op een verlaten grasvlakte. Hij weet niet hoe hij daar gekomen is, hij weet niet hoe hij heet en hij weet niet waar hij naar toe moet. Daardoor is het verhaal meteen vanaf het begin al heel spannend.

Slide 17 - Tekstslide

Deel 3: slot (alinea 5)
  1. Voor wie/voor welke lezer vind jij dit een goed verhaal? 
  2. Sluit af met een goede slotzin!

Slide 18 - Tekstslide

Bedenk een passende titel
Dit mag niet de titel van je boek zijn.

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de voorbereidende opdracht voor de recensie
Kies telkens één van de twee beoordelingswoorden (spannend- saai etc.) en leg uit waarom je voor dit beoordelingswoord gekozen hebt.


Slide 20 - Tekstslide