In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Hartkloppingen.
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling
Pijn - thorax
Hartkloppingen
Wat gaan we doen deze les?
Achtergronden van hartkloppingen behandelen
CVRM behandelen
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Zelfstandig CVRM protocol kunnen uitvoeren.
Risicofactoren benoemen bij hart en vaatziekten
Zelfstandig voorlichting geven "gezonde leefstijl bij cvrm"
Slide 3 - Tekstslide
Welke soort pijn op de borst is het meest alarmerend?
A
Onduidelijke vage pijn
B
Scherpe pijn
C
Beklemmende pijn
D
Stekende pijn
Slide 4 - Quizvraag
Welk van deze 4 oorzaken van pijn op de borst is onschuldig?
A
Aneurysma
B
Longembolie
C
Pneumothorax
D
Syndroom van Tietze
Slide 5 - Quizvraag
Waar staat ACS voor?
A
Acuut cardio syndroom
B
Acuut coronair systeem
C
Acuut cardio systeem
D
Acuut coronair syndroom
Slide 6 - Quizvraag
Welk advies geef je bij myalgie?
A
Rustig zitten, geen inspanning
B
Blijven bewegen en koelen eventueel voltaren emul-gel voor de pijn.
C
Acuut koelen, rust nemen en paracetamol tegen de pijn
D
Druk er meteen iets warms tegenaan en blijf bewegen, paracetamol kan helpen tegen de pijn.
Slide 7 - Quizvraag
Mevrouw Pijpers heeft acute pijn op de borst en vegetatieve verschijnselen. Je komt uit op een U1 en schakelt een ambulance in. Welk advies geef jij mevrouw?
A
Gebruik een warmte compres om de pijn te verminderen.
B
Neem (indien nog niet gedaan) zo snel mogelijk nitroglycerine in
C
Neem zo snel mogelijk paracetamol in om de klachten te verminderen.
D
Drink zoveel mogelijk water om uitdroging te voorkomen.
Slide 8 - Quizvraag
Een pijn op de borst die vast zit aan de ademhaling en geen vegetatieve verschijnselen valt onder een
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4
Slide 9 - Quizvraag
Pijn in de bovenbuik
A
Typisch cardiale klacht
B
Aspecifieke klacht
Slide 10 - Quizvraag
Misselijkheid en of braken
A
Typisch cardiale klacht
B
Aspecifieke klacht
Slide 11 - Quizvraag
Pijn tussen de schouderbladen
A
Typische cardiale klacht
B
Aspecifieke klacht
Slide 12 - Quizvraag
Kortademigheid
A
Typisch cardiale klacht
B
Aspecifieke klacht
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Wat houd hyperventilatie in?
A
De hartspier krijg te weinig zuurstof
B
Er is een te laag zuurstofgehalte in het bloed door een te langzame ademhaling
C
Er ontstaat een scherpe en branderige pijn midden op de borst door een te snelle ademhaling
D
Er is een te laag zuurstofgehalte in het bloed door een te snelle en of diepe ademaling
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekend myalgie?
A
Spierpijn
B
Zenuwpijn
C
Kneuzing
D
Ademproblemen
Slide 16 - Quizvraag
Een hartslagfrequentie van minstens 120 slagen per minuut word ook wel ... genoemd.
A
Proximale tachycardie
B
Paroxismale tachycardie
C
Boezemfibrileren
D
Kamertachycardie
Slide 17 - Quizvraag
Ze voelt warm en klam
A
Vegetatief verschijnsel
B
Niet-vegetatief verschijnsel
Slide 18 - Quizvraag
Ik voel me heel moe
A
Vegetatief verschijnsel
B
Niet-vegetatief verschijnsel
Slide 19 - Quizvraag
Ik heb hartkloppingen
A
Vegetatief verschijnsel
B
Niet-vegetatief verschijnsel
Slide 20 - Quizvraag
Meneer de Vries heeft last van hartkloppingen, zijn hart gaat veel sneller dan normaal. alsof zijn hart op hol slaat en meneer heeft hier nog last van, meneer heeft dit niet aan voelen komen. Meneer heeft geen vegetatieve verschijnselen en niet duizelig of kortademig. welke urgentie kan dit zijn?
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4
Slide 21 - Quizvraag
Mevrouw Amoureus heeft last van hartkloppingen maar geen andere klachten. Geen snellere kloppingen, mevrouw voelt alleen kloppingen op haar borst toch vertelt zij dat zij nogal wat spanning ervaart omdat zij af gaat rijden. Hierdoor komt de assistente uit op een U5 in welk geval moet mevrouw absoluut terug bellen?