3.1 De opbouw van de aarde

3.1 De opbouw van 
de aarde


H2 endogene en exogene processen
Domein Aarde
H5


1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.1 De opbouw van 
de aarde


H2 endogene en exogene processen
Domein Aarde
H5


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je kent de opbouw van de aarde. 
  • Je weet dat de aardkorst bestaat uit verschillende soorten korst. 
  • Je begrijpt dat platentektoniek wordt aangedreven door de interne hitte van de aarde.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

1
2
3
4
5
Neem de cijfers over en zet er het juiste begrip achter
Kern
warmte-uitstraling
Convectie
mantel
Aardkorst

Slide 6 - Tekstslide

De aardkorst

Slide 7 - Tekstslide

Graniet
Basalt

Slide 8 - Tekstslide

Continentale korst

  • 40 -80 km dik
  • licht gesteente
  • graniet (gespikkeld)
  • 2,7 gram/cm3

-> gebergten, heuvelgebieden, laagvlakten etc. 
Oceanische korst

  • 4-8 km dik
  • zwaar gesteente
  • basalt (donkere kleur)
  • 3,0 gram/cm3

-> midoceanische rug

Slide 9 - Tekstslide

Mantel
  • convectiestromen: kwijtraken warmte uit kern
  • Vast gesteente, beweegt zeer traag

Asthenosfeer: 100-200 km, deels gesmolten
Lithosfeer: vast gesteente boven asthenosfeer

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Van een verschrompelde appel naar platentektoniek
afkoeling aarde -> krimpen aarde = onjuist

continentbeweging, maar hoe?
-> onderzoek oceaanbodem
-> onderzoek binnenkant aarde door meten trillingen

Conclusie: aarde opgebouwd uit kern, mantel, korst. Korst drijft op mantel, convectiestromen in mantel zorgen voor platentektoniek


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Al deze platen kunnen onderverdeeld worden in twee soorten: continentale en oceanische platen.Wat is het verschil?

Continentale plaat:  deze platen zijn heel breed, ouder liggen voornamelijk boven zee maar zijn wel lichter. Gesteente: graniet, lagere dichtheid

Oceanische plaat: deze platen zijn dunner, jonger, hier ligt vooral water op maar zijn wel zwaarder.  Gesteente: basalt, hogere dichtheid

Zie hiernaast.
Oceanic crust: oceanische plaat
Continental crust: continentale plaat

Slide 14 - Tekstslide

slabpull = convectiestromen trekken de plaat onder eigen gewicht de diepte in waardoor een diepzeetrog ontstaat 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wegduikende platen

  • Plaatbewegingen veroorzaken niet alleen aardbevingen, maar ook vulkanen. 
  • Regel: hoe dieper in de aarde komt, hoe hoger de temperatuur wordt. Een onderduikende plaat smelt gedeeltelijk. Er ontstaat magma dat opstijgt en vulkaanuitbarstingen veroorzaakt.
  • Dit kan zowel bij twee oceanische platen, als bij een continentale plaat en een oceanische plaat. De zwaarste plaat duikt weg!

Slide 17 - Tekstslide

Hoe werkt convectie in de mantel?
Mantelconvectie vindt plaats op lange ("geologische") tijdschalen. Typische stroomsnelheden zijn enkele millimeters tot enkele centimeters per jaar. Het is in de mantel de belangrijkste wijze waarop de Aarde haar interne warmte verliest. Mantelgesteente staat bloot aan een naar boven gerichte warmtestroom vanuit de aardkern. Doordat gesteente onder de drukken en temperaturen die in de mantel heersen plastisch deformeert kan er in de mantel, in tegenstelling tot de korst, stroming van vast gesteente plaatsvinden.

Slide 18 - Tekstslide

Opdrachten

Maak 
Hoofdstuk 3.1

Alle opdrachten

Slide 19 - Tekstslide