Olifanten noemen elkaar bij de naam. Nieuwsbegrip AA

timer
1:00
🐘wat weet je al over Olifanten🐘
1 / 12
volgende
Slide 1: Woordweb
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

timer
1:00
🐘wat weet je al over Olifanten🐘

Slide 1 - Woordweb

Lees de inleiding van de tekst.
Wat is het nieuws over olifanten?

Slide 2 - Open vraag

Welke titel past ook goed bij deze tekst?



A
Olifanten kunnen heel goed horen
B
Olifanten geven elkaar een naam
C
Onderzoekers hebben weinig ontdekt

Slide 3 - Quizvraag

Lees het stukje:Een soort gegrom.
Wat hebben onderzoekers nu ontdekt?

Slide 4 - Open vraag

Lees regel 15 tot en met 17.
Daar staat: En ze maakten opnames van geluiden die de olifanten maakten. Wat is de opname?

A
het beeld of het geluid dat je kunt terugkijken of terugluisteren
B
de brief of de tekst die je kunt teruglezen of teruggeven
C
de tekening of de schets die je opnieuw kunt maken

Slide 5 - Quizvraag


Slide 6 - Open vraag

Lees het stukje Onderzoek in Kenia.

Hoe deden de onderzoekers onderzoek?


A
Ze maakten opnames van gromgeluiden en luisterden daarnaar.
B
. Ze gingen bij de olifanten wonen en praatten met de olifanten.
C
Ze volgden de olifanten met hun auto en maakten geluiden naar ze

Slide 7 - Quizvraag

Lees regel 20 en 21.
Daar staat: De olifanten reageerden alleen op geluiden die voor hen waren bedoeld.
Wat betekent bedoeld zijn voor?


A
altijd gevaarlijk zijn voor
B
duidelijk praten over
C
speciaal gemaakt zijn voor

Slide 8 - Quizvraag

Lees regel 21.
Daar staat: Ze herkenden hun eigen namen dus. Wie of wat wordt of worden met 'Ze' bedoeld?


A
de olifanten (regel 20)
B
de onderzoekers (regel 20)
C
geluiden die voor hen waren bedoeld (regel 21)

Slide 9 - Quizvraag

Lees het stukje Praten met elkaar.

Olifanten praten anders met elkaar dan dolfijnen en papegaaien. Wat is het verschil?

A
Olifanten praten heel hard. Andere dieren niet.
B
Olifanten gebruiken één geluid. Andere dieren gebruiken er meer.
C
Olifanten praten de ander niet na. Ze gebruiken een nieuw geluid

Slide 10 - Quizvraag

Lees regel 30 en 31.
Daar staat: Het verschil is dat deze dieren het geluid van de ander nadoen. Welke dieren worden bedoeld met deze dieren?

A
de moeder-olifanten (regel 27)
B
de dolfijnen en papegaaien (regel 30)
C
de olifanten (regel 31)

Slide 11 - Quizvraag

Lees het stukje onder
Een soort gegrom.
Hoe kun je dat stukje het beste samenvatten?


A
Olifanten gebruiken vaak een soort gromgeluiden. Zo roepen ze elkaar bij hun naam.
B
Het trompetteren van olifanten ken je vast. Maar de meeste geluiden van olifanten zijn anders.

Slide 12 - Quizvraag