11. Soortelijke weerstand

11. Soortelijke weerstand
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

11. Soortelijke weerstand

Slide 1 - Tekstslide

Studietips van mnr. Van der Wal
Aan = huiswerk maken of leren
Uit = iets anders doen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Je weet welke invloed de oppervlakte van een draad heeft op zijn weerstand
  • Je weet welke invloed de lengte van een draad heeft op zijn weerstand
  • Je kent de materiaaleigenschap soortelijke weerstand
  • Je kent deze formule en kan deze toepassen:
R=Aρl

Slide 3 - Tekstslide

2

Slide 4 - Video

Waar hangt de weerstand van
een (metaal)draad van af denk je?

Slide 5 - Woordweb

00:26
De mannetjes zelf kan je zien als de...
A
protonen in de draad
B
neutronen in de draad
C
elektronen in de draad
D
vrije elektronen in de draad

Slide 6 - Quizvraag

00:26
Het door de buis kruipen van de mannetjes kan je zien als...
A
De spanning U
B
De weerstand R
C
De stroom I
D
Het vermogen P

Slide 7 - Quizvraag

Weerstand van een draad
1
2
3

Slide 8 - Tekstslide

Soort stof
Deze tabel krijg je er tijdens de toets bij

Slide 9 - Tekstslide

Formule soortelijke weerstand
R=AρL
RA=ρL
A=RρL
ρ=LRA
L=ρRA
R=AρL
/ A
Hieruit volgt:
/ ρ
/ L
/ R
x A

Slide 10 - Tekstslide

Formule soortelijke weerstand
1
2

Slide 11 - Tekstslide

Oppervlakte van de draad (A)

Slide 12 - Tekstslide

Doorsnede | Oppervlakte draad
1
In plaats van 'π' mag je ook het getal 3,14 gebruiken op je rekenmachine

Slide 13 - Tekstslide

Soort stof
Deze tabel krijg je er tijdens de toets bij

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld 1

Slide 15 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld 1
1

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld 2

Slide 17 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld 2
1
In plaats van 'π' mag je ook het getal 3,14 gebruiken op je rekenmachine

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld 3 - VWO

Slide 19 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld 3
1
In plaats van 'π' mag je ook het getal 3,14 gebruiken op je rekenmachine

Slide 20 - Tekstslide

Je kunt hier je uitwerkingen / gemaakte werk van voorbeelden 1 t/m 3 inleveren.

Slide 21 - Open vraag

Lever hier een foto van je aantekeningen / samenvatting van deze LessonUp in.

Slide 22 - Open vraag

Geef hieronder zo duidelijk mogelijk aan wat je nog niet goed snapt van deze les en / of waar je nog vragen over hebt.
Heb je nog tips of suggesties voor deze les?

Slide 23 - Open vraag

Verplichte oefenopdracht
- maak hem in je schrift.
Chahid heeft een rol stroomdraad.
De draad is van koper en 0,5 mm dik.
Hij wil graag weten hoeveel meter er nog op de rol zit, maar het is te veel om hem helemaal af te rollen. Daarom meet hij de weerstand van de draad en die is 2,1 Ω. Bereken de lengte van de draad.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Je kunt hier je gemaakte oefenopdracht inleveren.

Slide 26 - Open vraag

Verwerkingsopgaven 11. Soortelijke weerstand

Gebruik bij rekenvragen altijd het stappenplan.
Rond je EINDantwoord af op 1 decimaal (tenzij anders vermeld).
Uitwerkingen  (getallenantwoorden na de opgaven)

Slide 27 - Tekstslide

11.1
a. Bereken de weerstand van een 65 cm lange stalen draad, met een doorsnede van 0,045 mm².
b. Een 875 m lange constantaandraad heeft een weerstand van 3,5 kΩ. Bereken de doorsnede van de draad. Rond af op 2 decimalen.
c. Een vierkante aluminium 'draad' met een dikte van 0,08 mm heeft een weerstand van 175 Ω. Bereken de lengte van de 'draad'.

11.2 
Sven heeft een onbekend stukje materiaal van 15 cm lang met een doorsnede van 0,132 mm². Hij neemt het voorwerp op in een schakeling, en meet bij een spanning van 200 mV een stroom van 3,2 A.
a. Bereken de weerstand van het materiaal in mΩ.
b. Laat met een berekening zien waarvan het materiaal gemaakt kan zijn.

11.3  
a. Bereken de weerstand van een 12 m lange gouden (ronde) draad met dikte van 0,18 mm.
b. VWO: Bereken de dikte van een 13 cm lang (ronde) grafieten potlood-staaf met een weerstand van 600 mΩ.

Slide 28 - Tekstslide

Getallenantwoorden LU 11

11.1
a. R = 2,6 Ω
b. A = 0,11 mm²
c. L = 41,5 m

11.2
a. R = 62,5 mΩ
b.  ρ = 0,055 Ω mm²/m → wolfraam

11.3
a. R = 10,4 Ω
b. A = 2,16... mm² → D = 1,7 mm
 

 



Slide 29 - Tekstslide

Je kunt hier je gemaakte verwerkingsopgaven inleveren.

Slide 30 - Open vraag

Hieronder kun je je vragen en/of opmerkingen over de opgaven van deze LU kwijt.

Slide 31 - Open vraag