H3.4 De regering regeert

Thema 3 Politiek
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Politiek

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag gaan we het hebben over:
  • Het verschil tussen de regering en het kabinet
  • De taken van de koning, ministers en staats-secretarissen
  • Prinsjesdag
H3.4 De regering regeert

Slide 2 - Tekstslide

De grootste partij zoekt na de verkiezingen partijen die met hen willen samenwerken. Samen hebben ze een meerderheid nodig (76 zetels)
Zijn ze het eens? Dan schrijven ze een regeerakkoord. Daarna vormen ze samen de regeringspartijen.

Regeerakkoord

De plannen van de regering voor de komende jaren.

Wie komt er in de regering?

Slide 3 - Tekstslide

Regering

Kabinet
De koning en alle ministers.

Het dagelijks bestuur van ons land. Het bestaat uit ministers en staatssecretarissen.

In het kabinet zitten ministers en staatssecretarissen die elk een eigen taak hebben.
Bijvoorbeeld: Onderwijs. Economische Zaken en Buitenlandse Zaken
De regering / het kabinet

Slide 4 - Tekstslide

De minister-president (ook wel premier genoemd) is de leider van het kabinet. Hij is de belangrijkste minister en is de voorzitter als de regering vergadert.

Minister-president

Slide 5 - Tekstslide

Ministers krijgen ondersteuning van duizenden ambtenaren. Ook hebben de meeste ministers hulp van een staatssecretaris.

Staats-secretaris

Een soort assistent-minister die verantwoordelijk is voor een deel van de taken van een minister.
Ministers en staatssecretarissen

Slide 6 - Tekstslide

Elke vrijdag komen alle ministers bij elkaar. Ze maken samen plannen en wetsvoorstellen
Ministers maken wetsvoorstellen! Een wet wordt pas aangenomen als de Tweede Kamer en Eerste Kamer ermee instemmen.

Ministers werken samen

Slide 7 - Tekstslide

De koning is het staatshoofd. Hij is lid van de regering, maar heeft vrijwel geen macht. Zijn taken zijn:
  • Een handtekening zetten onder alle wetten.
  • De troonrede voorlezen op Prinsjesdag.
  • Overleg voeren met de minister-president.
  • Ons land vertegenwoordigen in het buitenland.
  • Ministers en staatssecretarissen beëdigen.

Wat doet de koning?

Slide 8 - Tekstslide

Iedere derde dinsdag in september is het Prinsjesdag:
  • De koning leest de troonrede voor.
  • De minister van Financiën biedt de miljoenennota aan.



Uitleg van de plannen die de regering voor het komende jaar heeft.

Troonrede
Miljoenennota

Een gedetailleerd overzicht van de plannen van het kabinet voor het komende jaar.

Rijksbegroting

Een overzicht van alle uitgaven en inkomsten die het kabinet voor dat jaar verwacht.

Prinsjesdag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wie biedt de miljoenennota aan?
A
De minister president
B
De minister van Financiën
C
De koning
D
De minister van onderwijs

Slide 11 - Quizvraag

Wie is de leider van het Kabinet?
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

Wie is het staatshoofd van Nederland?
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Het dagelijks bestuur van ons land. Het bestaat uit ministers en staatssecretarissen.
A
De overheid
B
De regering
C
Het kabinet

Slide 14 - Quizvraag

Een overzicht van alle uitgaven en inkomsten die het kabinet voor dat jaar verwacht.
A
De troonrede
B
De miljoenennota
C
de derde dinsdag van september
D
De rijksbegroting

Slide 15 - Quizvraag

Zelfstandig werken                         Extra uitleg? Vragen?
  • Lezen H3.4 De regering regeert
  • Opdrachten 1 tot en met 11

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide