Politiek herhalingsles TL4

Herhaling Politiek
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling Politiek

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Verzorgingsstaat
"De overheid bemoeit zich actief met de welvaart en het welzijn van haar inwoners"
In de kern staat de solidariteitsgedachte
Welvaart
ons inkomen en de mate waarin we onze behoeften kunnen vervullen
Welzijn
in hoeverre we ons geestelijk en lichamelijk goed voelen
Solidariteit
bereidheid binnen een groep of samenleving om risico's met elkaar te delen.
(bijvoorbeeld: als iemand zijn baan kwijt raakt, maar jij hebt een baan, krijgt de werkloze een uitkering waaraan jij en alle andere werkende mensen voor betalen)

Slide 5 - Tekstslide

Maatschappelijk probleem


1 Veel mensen hebben er mee te maken
2 Er zijn verschillende meningen over
3 Krijgt veel aandacht in de media
3 De overheid kan het oplossen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Trias Politica

  • "Scheiding der drie machten":
    1. Wetgevende macht
    2. Uitvoerende macht
    3. Rechtgevende macht
  • Om misbruik te voorkomen

Slide 18 - Tekstslide

Scheiding der machten (Trias Politica)

Slide 19 - Tekstslide

Democratie
Dictatuur

Slide 20 - Tekstslide

Kenmerken dictatuur
  • Eén persoon of één partij heeft de macht
  • Er bestaat geen democratie en het land is geen rechtsstaat
  • De bevolking heeft geen (politieke) grondrechten
  • Er bestaat geen vrije pers
  • De (geheime) politie en het leger spelen een grote rol

Slide 21 - Tekstslide

kiesrecht
Actief: Het recht om te mogen stemmen
Passief: het recht om je verkiesbaar te stellen


Slide 22 - Tekstslide

De eerste en  tweede kamer maken wetten:

● Stemrecht, dat houdt in dat: Kamerleden over wetsvoorstellen stemmen. (1e en 2e kamer)
● Recht van initiatief. Dat houdt in dat: Tweede Kamerleden zelf wetsvoorstellen mogen indienen. (alleen 2e kamer)
● Recht van amendement. Dat houdt in dat: Tweede Kamerleden wetsvoorstellen mogen veranderen. (alleen 2e kamer)

Slide 23 - Tekstslide

De eerste en tweede kamer controleren.
De rechten van het parlement (1e en 2e kamer)
● Vragenrecht.; vragen stellen aan ministers
● Recht van interpellatie, dat betekent een minister ter verantwoording roepen.
● Recht van enquête.;  groot onderzoek naar Ministersbeleid
● Budgetrecht.; het recht van de Eerste en Tweede Kamer om de jaarlijkse begrotingen van de ministeries wel of niet goed te keuren.
● Recht van motie. Dit is het recht om: een schriftelijke mening te geven over het beleid van een minister.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

LIJSTTREKKERS

Slide 26 - Tekstslide

Waar staan de partijen?

Slide 27 - Tekstslide

Ons kabinet (2017)

Slide 28 - Tekstslide

In Nederland hebben partijen zelf nooit de meerderheid, daarom moeten er compromissen worden gesloten.'

Compromis= Afspraken waarbij alle partijen een toegeven.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Prinsjesdag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Parlement

Slide 37 - Tekstslide

Taken parlement

  • (mede)wetgeving -> Maken samen met het kabinet de wetten.
  • Controleren van het kabinet. 

Slide 38 - Tekstslide

Hoe komt een wet tot stand?
  • Er wordt een wetsvoorstel ingediend. (vaak door het kabinet) 
  • De tweede kamer gaat er over stemmen.
  • Als het door de tweede kamer heen is gegaan met meerderheid van de stemmen, gaat de eerste kamer stemmen.
  • De koning tekent als laatste de wet. 

Slide 39 - Tekstslide

Hoe kun je invloed uitoefenen?
Pressiegroepen: Groepen die bepaalde belangen proberen na te streven en die politieke besluitvorming proberen te beïnvloeden.
Lobbyen: Steun vragen voor jouw standpunten aan politieke bestuurders.

Slide 40 - Tekstslide

Gemeente
  • Het bestuur van de gemeente bestaat uit: 
  • Het college van burgemeesters en wethouders (B en W).
  • Gemeenteraad
  • Dagelijks bestuur = college B&W

Slide 41 - Tekstslide

Het college van B &W
Maar wat doet de burgemeester eigenlijk?
  • leiden van de vergaderingen 
  • hoofd verantwoordelijke politie en brandweer



Slide 42 - Tekstslide

Wethouder heeft een bepaald werkterrein

Slide 43 - Tekstslide

Gemeenteraad
  • Verkiezingen elke 4 jaar
  • Stemmen over belangrijke besluiten.
  • Controleren het college van B en W

Slide 44 - Tekstslide

Provincie
Het bestuur van de provincie bestaat uit:
  • de commissaris van de Koning  (6 jaar en is voorzitter)
  • de Gedeputeerde Staten.
  • de Provinciale Staten.

Slide 45 - Tekstslide