H2, paragraaf 3: België getroffen, Nederland neutraal

 





De Eerste Wereldoorlog


§2.2 De loopgravenoorlog (vervolg)  

§2.3: België getroffen en NL neutraal 


1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 





De Eerste Wereldoorlog


§2.2 De loopgravenoorlog (vervolg)  

§2.3: België getroffen en NL neutraal 


Slide 1 - Tekstslide

Deze les 
  • Vervolg §2.2: de loopgravenoorlog 
  • Opdracht §2.3, hoort alvast bij weektaak week 3:
    België getroffen en Nederland neutraal 
  • Huiswerk voor dinsdag 
    - weektaak week 2 
    - opdracht §2.3, hoort alvast bij weektaak 3. 

Slide 2 - Tekstslide

De Eerste Wereldoorlog


§2.2 de loopgravenoorlog (vervolg)

Slide 3 - Tekstslide

Wat was het doel van het Von Schlieffenplan?
A
Zorgen dat de tegenstanders van Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwamen
B
Zorgen dat Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwam
C
Voorkomen dat de tegenstanders van Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwamen
D
Voorkomen dat Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwam

Slide 4 - Quizvraag

Wat is militarisme?
A
Trots zijn op alles wat met het leger te maken heeft.
B
Trots zijn op je eigen land/volk.
C
Extreme haat vertonen tegenover het leger van een ander land.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is modern imperialisme?
timer
0:20
A
Een machtsstrijd tussen Engeland en Frankrijk
B
Veel kolonies stichten in Afrika en Azie
C
Veel grond veroveren en besturen in Afrika en Azie
D
Veel handelen met kolonies

Slide 6 - Quizvraag

Waarom was de Eerste Wereldoorlog een moderne oorlog?
A
Er werden nieuwe wapens gebruikt.
B
Er werden loopgraven gegraven.
C
De soldaten schoten op elkaar.
D
Meerdere landen waren erbij betrokken.

Slide 7 - Quizvraag

Totale oorlog
De Eerste Wereldoorlog was een totale oorlog:
  • Fabrieken moesten produceren voor de oorlog
  • Vrouwen namen banen van mannen over
  • Artsen en verpleegkundigen helpen aan het front


Slide 8 - Tekstslide

Waarom een wereldoorlog?
Gevochten in (voormalig) Ottomaanse Rijk en Europese koloniën Afrika en Azië. 

Slide 9 - Tekstslide


Keerpuntjaar 1917

Slide 10 - Tekstslide

Oostfront 
Russische leger verloor veel gebied

Duitse leger was sterker

Het volk komt in opstand: Russische Revolutie
Gevolg: Rusland trekt zich terug uit oorlog     
meer info hierover in paragraaf 2.4 

Slide 11 - Tekstslide



Russische Revolutie
1917





De tsaar (keizer) van Rusland, Nicolaas II, wordt afgezet
door de Communisten onder leiding van Lenin

Slide 12 - Tekstslide










Vrede met Duitsland


Nieuwe leider van Rusland, Lenin komt op voor gewone volk:

alle grond aan de boeren

alle fabrieken aan de arbeiders.
hij sluit:

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide


De Verenigde Staten 
raken betrokken bij de oorlog april 1917

Slide 15 - Tekstslide

Oorzaken
  • Het liefst zouden de Amerikanen niets met deze 'Europese' oorlog te maken willen hebben, maar...

  • ...inmiddels is het 8e Amerikaanse schip door de Duitsers getorpedeerd...

  • ...Amerika moest nu wel terugvechten en bracht tienduizenden frisse soldaten en heel veel nieuwe wapens naar Europa.

Slide 16 - Tekstslide





Hoewel de Amerikanen pas vanaf augustus 1918 meevechten,
betekent de enorme hoeveelheid nieuwe soldaten en wapens
de doorslag. Hier konden de uitgeputte Duitse soldaten niet tegenop.

Slide 17 - Tekstslide



§2.3 België getroffen, NL neutraal 

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Hoe verliep de Eerste Wereldoorlog in België?
  • Wat merkte Nederland van de oorlog?
  • Hoe werden Belgische vluchtelingen opgevangen in NL?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

4 aug 1914 
België aangevallen door Dui

Verzette zich hevig 

Stukje (bij kust) hele oorlog in bezit.
(deel van het land onder water gezet)




Slide 21 - Tekstslide

Gevolg Duitse bezetting België
  • Hevig Belgisch verzet, Duitsers sloegen hard terug naar burgerbevolking
  • Loopgraven lagen deels in België
  • Grote schade aan steden en industrie
  • Duitsers namen alles in beslag: voedsel,  vervoersmiddelen, fabrieken, machines
  • Grote schaarste: weinig kolen, kleding, eten. 
  • Grote vluchtelingenstroom naar Nederland

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

WO1: Nederland Neutraal
  • Neutraal betekent dat je geen partij kiest

  • Voor een handelsland als Nederland lastig: je handelt immers met beide partijen.

  • Regering wil absoluut geen partij kiezen --> neutraliteit bewaken

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide


Mobilisatie
1914




  • Hoewel Nederland neutraal was, mobiliseerde het leger toch: 
  • (ook België had zich immers neutraal verklaard, maar was toch aangevallen!)

Slide 28 - Tekstslide



Gevolgen van 
de Eerste Wereldoorlog 
voor Nederland

Slide 29 - Tekstslide

Economisch:
in het begin ging de handel goed.  Handel met alle landen, geen concurrentie.
 
Maar uiteindelijk kreeg Nederland te maken met handelsbelemmeringen ( mijnen, onbeperkte duikbotenoorlog, aanvallen)
 
--> geen handel = geen winst, maar ook geen grondstoffen bijv.

Slide 30 - Tekstslide

Gevolg: werkeloosheid, voedselschaarste -> smokkel en zwarte handel werd aantrekkelijk.
 
De Nederland overheid besloot het volgende:
  • Boeren moesten graan/peulvruchten verbouwen, de producten moesten worden verbouwd tegen vaste prijzen
  • Distributiesysteem:  bonkaarten, verdeling goederen.

Slide 31 - Tekstslide

Belgische vluchtelingen

  • Nederland nam rond de 1 miljoen vluchtelingen uit België op.

  • Belgische soldaten werden, net als soldaten uit andere landen, ontwapend en gevangen gezet

Slide 32 - Tekstslide

Dodendraad
  • Door Duitsers aangelegd tussen België en Nederland

  • Voorkomen dat geallieerde soldaten, Duitse deserteurs, spionnen of oorlogsvrijwilligers naar of van België konden reizen

Slide 33 - Tekstslide

Contact met de Dodendraad, waarop 2000 volt stond, betekende dood door elektrocutie...
...daarom bedachten smokkelaars allerlei manieren om de draden niet aan te raken.

Slide 34 - Tekstslide