Log in bij Lessonup. Pak je boek, schrift, mapje , leesboek en een pen.
Wees stil, dan kunnen we beginnen.
Pak je leesboek. We beginnen met 10 minuten stillezen.
timer
10:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Doe je jas uit, tas van tafel.
Log in bij Lessonup. Pak je boek, schrift, mapje , leesboek en een pen.
Wees stil, dan kunnen we beginnen.
Pak je leesboek. We beginnen met 10 minuten stillezen.
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Ik kan een korte instructie schrijven.
Ik kan mijn buurman of -vrouw feedback geven op zijn/haar instructie.
Slide 2 - Tekstslide
Poëzie en fictie
Vorige les
Slide 3 - Tekstslide
Mapje?
In je mapje moet nu zitten:
Een voorblad
Lijntjesblaadjes
Opdracht 2 en 3 van blz. 19 + feedback opdr. 3
Schrijfopdracht Koala
Opdracht 1 en 2 blz. 47
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht 1a
Zoek een blaadje en vouw een papieren vliegtuig.
Je gooit het vliegtuigje niet!
Hiervoor heb je 5 minuten de tijd.
timer
5:00
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht 1b Vergelijken
Zijn alle vliegtuigjes in dezelfde volgorde gevouwen?
Hoe kan het dat niet alle vliegtuigjes gelijk zijn?
Slide 6 - Tekstslide
Een instructie
De vliegtuigjes zijn niet allemaal gelijk, omdat er geen uitleg gegeven is over hoe en in welke volgorde je een vliegtuigje moet vouwen. Je noemt deze uitleg een instructie.
Bij een instructie leg je iemand uit hoe je iets moet doen. Het is belangrijk dat je de informatie in een logische volgorde opschrijft.
Slide 7 - Tekstslide
Een instructie schrijven
Wanneer je een instructie gaat schrijven is het belangrijk om te bedenken in welke volgorde je de informatie zet.
Met welke informatie begin je?
Welke informatie schrijf je daarna?
Met welke informatie eindig je?
Slide 8 - Tekstslide
Een instructie schrijven
- Noteer in de titel waarvoor de instructie bedoeld is: Zo bak je pannenkoeken!
- Een instructie schrijf je in de gebiedende wijs, dat betekent dat de meeste zinnen beginnen met een werkwoord (doe-woord): Schroef deze plank vast; Loop rechtdoor; Download de app
- Soms is het ook belangrijk dat je bepaalde dingen nodig hebt, de ingrediënten of benodigdheden. Hiervoor maak je een lijstje: schaar, papier, hamers, spijkers.
- Nummer de zinnen als de volgorde belangrijk is. Als de volgorde niet belangrijk is zet je er een bolletje of streepje voor.
- Gebruik tekeningen of afbeeldingen als dat nodig is.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat?
Schrijf zelf een duidelijke instructie over een gerecht dat jij lekker vind. Hoe maak je het gerecht? Wat heb je nodig?
Hoe?
In je mapje
Canva.com / app
Klaar?
Doe je opdrachten netjes in je mapje.
Heb je alle opdrachten compleet?
Numo
Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
Rood?Stil.
Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).
Geel? Fluisterniveau.
Vraag diegene naast je.
Groen?Fluisterniveau.
Vraag diegene naast je of de docent.
Aan het werk
timer
20:00
Slide 12 - Tekstslide
Jouw recept
Luister goed naar elkaar.
Bespreken
Slide 13 - Tekstslide
Na deze les...
Kan ik een korte instructie schrijven.
Kan ik mijn buurman of -vrouw feedback geven op zijn/haar instructie.
Doel
Slide 14 - Tekstslide
Het is mij gelukt om een recept te schrijven?
😒🙁😐🙂😃
Slide 15 - Poll
Wat vind je nog lastig?
Slide 16 - Open vraag
Huiswerk
Maak je recept af en doe hem in je schrijfdossier.
Schrijf een zin met: een pv, een onderwerp, een gezegde, een lijdend voorwerp en een meewerkend voorwerp.