LEZEN 3 (2F) / betrouwbaarheid en bruikbaarheid

LEZEN 3

Betrouwbaarheid & bruikbaarheid
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

LEZEN 3

Betrouwbaarheid & bruikbaarheid

Slide 1 - Tekstslide



De uitleg in deze Lessonup hoort bij:

Lezen, luisteren, kijken
1.3 betrouwbaarheid

Slide 2 - Tekstslide

Wat leer je vandaag ?

  • Je leert inschatten of een tekst betrouwbaar is;
  • Je leert bepalen hoe bruikbaar (waardevol) de informatie is.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Betrouwbaarheid teksten
Kijk naar:

Deskundigheid auteur;
Datum van publicatie;
Objectiviteit;
Taalgebruik;
Feiten of meningen;
Gebruik van bronnen.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Betrouwbaarheid van een tekst
  • Niet alles wat je leest is betrouwbaar.
  • Een betrouwbare tekst heeft controleerbare feiten. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Om te bepalen of een tekst betrouwbaar is, kijk ik naar:
A
De schrijver, het publiek en de datum van de tekst
B
De bron, het publiek en het doel van de tekst
C
De bron, de schrijver en het doel van de tekst
D
Het publiek, het doel en de datum van de tekst.

Slide 9 - Quizvraag

Een bijsluiter van medicatie is een betrouwbare tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Hoe kun je de betrouwbaarheid van een tekst controleren?
A
Kijken wie de tekst heeft geschreven.
B
Controleren of de informatie actueel is.
C
De bron van de tekst controleren.
D
Achterhalen waar de informatie vandaan komt.

Slide 11 - Quizvraag

Welke tekst is (het meest) betrouwbaar?
A
een review op Insta
B
een recensie van een film
C
een tekst met bronvermelding
D
een krantenartikel uit 2010

Slide 12 - Quizvraag

Wat heb je vandaag geleerd?

  • Je kunt inschatten of een tekst betrouwbaar is;
  • Je kunt bepalen hoe bruikbaar (waardevol) de informatie is.

Slide 13 - Tekstslide

NU Nederlands 3e editie:

De opdrachten:

  • Als je alles hebt begrepen ga je zelfstandig aan de slag met de opdrachten in NU Nederlands:

Lezen, luisteren, kijken / paragraaf 1.3:
Opdracht 1 t/m 4.

Nepnieuws (keuze-onderdelen):
Opdracht 1 t/m 4.










Slide 14 - Tekstslide