In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Onderdelen in deze les
H7 Krachten
Slide 1 - Tekstslide
lesinhoud
Verwondersessie: 10 minuten
workshopsessie: 50 minuten (opdrachten maken 7.1)
communicatiesessie: 10 minuten
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt aan het einde van de les:
7.1:
verschillende soorten krachten noemen en weergeven met een symbool;
drie soorten gevolgen van de werking van krachten noemen en herkennen;
aangeven dat een kracht altijd werkt op een voorwerp;
aangeven wat het verschil is tussen plastische en elastische vervorming;
beschrijven wat een abstract begrip is in de natuurkunde.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een kracht eigenlijk?
Slide 4 - Open vraag
Krachten herkennen
Krachten kan je niet zien, maar de gevolgen ervan wel.
Krachten herken je aan de drie effecten die ze kunnen hebben:
de grootte van de snelheid verandert;
de richting van de snelheid verandert;
de vorm van een voorwerp verandert.
Slide 5 - Tekstslide
Grootte van de snelheid veranderd
Slide 6 - Tekstslide
Richting van de snelheid veranderd
Slide 7 - Tekstslide
De vorm van het voorwerp veranderd
Slide 8 - Tekstslide
Vervorming
Kracht kan de vorm van een voorwerp veranderen.
Plastische vervorming
Slide 9 - Tekstslide
Vervorming
Kracht kan de vorm van een voorwerp veranderen.
Elastische vervorming
Slide 10 - Tekstslide
Soorten krachten
Slide 11 - Tekstslide
Spierkracht, Fspier
De spierkracht is de kracht die je met je spieren uitoefent. Bij voetballen geeft de spierkracht de bal een snelheid. Een zeiler gebruikt zijn spierkracht om het zeil op te hijsen.
Slide 12 - Tekstslide
Veerkracht, Fv
De veerkracht is de kracht die een gespannen veer of elastiek uitoefent. Een katapult schiet een steentje weg door de veerkracht.
Slide 13 - Tekstslide
Zwaartekracht Fz
De zwaartekracht is de kracht die de aarde uitoefent op voorwerpen. Door de zwaartekracht valt alles naar beneden.
Slide 14 - Tekstslide
Spankracht Fspan
De spankracht is de kracht die een touw of snaar of ander langwerpig voorwerp gespannen houdt - meestal doordat dit voorwerp iets op/aantrekt. Zoals bij de lamp. Op het snoer van de lamp werkt een kracht, dat noem je de spankracht.
Fspan
Slide 15 - Tekstslide
Weerstandskracht, Fw
De weerstandskracht op een bewegend voorwerp is de kracht die de omgeving op een bewegend voorwerp uitoefent. Als je bij het fietsen stopt met trappen, dan kom je door de weerstandskracht tot stilstand.
Slide 16 - Tekstslide
Elektrische krachten, Fel
Statische elektriciteit ontstaat door wrijving.
Voorwerpen worden dan positief of negatief geladen.
Hierdoor ontstaan aantrekkende of afstotende krachten.
Slide 17 - Tekstslide
Magnetische kracht, Fmagn
Rond een magneet bevindt zich het magnetische veld.
Dit zorgt voor magnetische krachten.
Magnetische krachten kunnen afstoten of aantrekken.