2 SCC-bouw van het oog

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoe is het oog inwendig gebouwd?

Slide 2 - Tekstslide

Je leert ...
  • de delen van het oog benoemen.
  • kenmerken van de verschillende oogdelen uitleggen.
  • verband tussen hoornvlies en harde oogvlies, vaatvlies en iris uitleggen.
  • de weg van een lichtstraal vanaf een voorwerp tot het netvlies beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

5

Slide 4 - Video

  • Lees in je hb p. 33 (2.3)
  • Gebruik  fig. 6 p. 32 om de delen van het oog al wat te studeren. Neem hiervoor 5 min. de tijd. Je kan de timer op de dia hiervoor gebruiken.
  • Gebruik daarna de volgende dia om te kijken welke delen je al kent.
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

harde oogvlies
vaatvlies
netvlies
gele vlek
blinde vlek
oogzenuw
oogspier
hoornvlies
voorste oogkamer gevuld met een heldere vloeistof
glasachtig lichaam
iris
lens
lensbandjes
straallichaam met accommodatiespier

Slide 6 - Tekstslide

Het oog bestaat uit de volgende lagen:
A
harde oogvlies
B
harde oogvlies/vaatvlies/netvlies
C
harde oogvlies/netvlies
D
harde oogvlies/vaatvlies

Slide 7 - Quizvraag

De buitenste laag van je oog heet
A
Vaatvlies
B
Harde oogvlies
C
Netvlies
D
Pupil

Slide 8 - Quizvraag

Welk gedeelte van het harde oogvlies is doorzichtig?
A
Hoornvlies
B
Pupil
C
Vaatvlies
D
Netvlies

Slide 9 - Quizvraag

Welke onderdeel beschermt het oog doordat het zo stevig is.
A
Pupil
B
Harde oogvlies
C
Iris
D
Netvlies

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de functie van het vaatvlies?
A
Prikkels omzetten in impulsen.
B
Vorm en stevigheid geven aan het oog.
C
Aanvoeren van zuurstofgas en voedingsstoffen.
D
Licht doorlaten naar het netvlies.

Slide 11 - Quizvraag

De iris is een deel van het ...
A
netvlies
B
harde oogvlies
C
vaatvlies
D
hoorbvlies

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

In welke laag liggen de zintuigcellen van een oog?
A
In het vaatvlies
B
In het netvlies
C
In het harde oogvlies

Slide 14 - Quizvraag

Op het netvlies bevinden zich twee bijzondere plaatsen: de blinde vlek en de gele vlek.
Verklaar de naam: blinde vlek. Wees zo volledig mogelijk.

Slide 15 - Open vraag

Op het netvlies bevinden zich twee bijzondere plaatsen: de blinde vlek en de gele vlek.
Wat is er bijzonder aan de gele vlek?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Waarom moeten de lens, hoornvlies en glasachtig lichaam doorzichtig zijn?

Slide 18 - Open vraag

Door welke delen van het oog kan licht heen?
A
harde oogvlies en iris
B
Iris en pupil
C
pupil en hoornvlies
D
Iris en hoornvlies

Slide 19 - Quizvraag

Waarom mogen we de pupil geen doorzichtig onderdeel van het oog noemen?

Slide 20 - Open vraag

Door welke doorzichtige structuren gaan de lichtstralen achtereenvolgens voordat er impulsen in het oog kunnen ontstaan? Zet de woorden in de juiste volgorde.
Glasachtig lichaam
vloeisof voorste oogkamer
Hoornvlies
Netvlies
Lens

Slide 21 - Sleepvraag

Volgende vragen wil ik nog stellen:

Slide 22 - Open vraag

Je kan ...
  • de delen van het oog benoemen.
  • kenmerken van de verschillende oogdelen uitleggen.
  • verband tussen hoornvlies en harde oogvlies, vaatvlies en iris uitleggen.
  • de weg van een lichtstraal vanaf een voorwerp tot het netvlies beschrijven.

Slide 23 - Tekstslide

Oefening baart kunst.
  • Lees in je handboek p. 33 (2.3) en werk verder aan je samenvatting.
  • Maak in je werkboek opdracht  4 p. 24.
  • Maak in de bundel met extra oefeningen p. 5 - 7
    opdracht 1 - 6

Slide 24 - Tekstslide