4. Amusement en engagement: theater nieuw

Amusement en engagement: theater
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
CKVMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Amusement en engagement: theater

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je maakt kennis met verschillende soorten theater. 
  • Je kunt benoemen of het bij een theaterfragment         om amusement en/of engagement gaat. 
  • Je kent de begrippen: toneel, cabaret, musical, acteur,   decortragedie, komedie, cast en podium.  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theater
Theater is een verzamelnaam voor kunstvormen waarbij acteurs  in levende/live voorstellingen maken voor een publiek. Een voorstelling vindt vaak plaats op een podium binnen, maar dit kan ook buiten zonder podium. 

Niet alles dat in een theaterzaal opgevoerd wordt, valt onder de kunstdiscipline theater. Denk bijvoorbeeld aan een dansvoorstelling. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten theater
Er zijn heel veel soorten theatervoorstellingen. Bijvoorbeeld: 

Locatie: straattheater, circus.
Vormen: poppentheater, mime,  improvisatietheater.

De hoofdcategorieën zijn: 
  • Toneel
  • Cabaret
  • Musical 


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toneel
Bij een toneelvoorstelling spelen acteurs een rol in een verhaal. De kostuums en het decor versterken dit verhaal.

Er kan sprake zijn van een tragedie (zielig of serieus verhaal) of van een komedie (vrolijk verhaal).  Let op: een komische toneelvoorstelling is iets anders dan een comedyshow! 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komedie
Tragedie

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke theatervorm heeft een hogere amusementswaarde?
A
Komedie
B
Tragedie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cabaret
Bij een cabaretvoorstelling probeert de  cabaretier het publiek aan het lachen te maken. 

Naast de tekst dit doet hij/zij dit door gebruik te maken van: 
  • Timing
  • Mimiek (= gezichtsuitdrukking)
  • Stemgebruik
  • Lichaamstaal   

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bij dit fragment is er sprake van...
Amusement
Engagement
Allebei

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Dit was een voorbeeld van...
A
Musical
B
Toneel
C
Kleinkunst
D
Stand-upcomedy

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze comedian maakt heel nadrukkelijk gebruik van...
A
Timing
B
Mimiek
C
Stemgebruik
D
Lichaamstaal

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij stand-up comedy treden er vaak meerdere comedians achter elkaar op. Ze worden aangekondigd door een...
A
DJ
B
MC
C
CD
D
MD

Slide 13 - Quizvraag

MC staat voor Master of Ceromonies. Hij warmt het publiek op en kondigt de comedians aan. 

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bij dit fragment is er sprake van...
Amusement
Engagement
Allebei

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Met humor kun je moeilijke onderwerpen bespreekbaar maken.
Eens
Oneens

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Musical
In een musical worden muziek, liedjes, gesproken teksten en dans gecombineerd.  

De cast van een musical bestaat meestal uit een groot aantal acteurs, die regelmatig tegelijk op het podium staan. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke musicals herkende je?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lesopdracht theater
Bekijk het volgende fragment van Hans Teeuwen. Bespreek daarna met je buurman/buurvrouw wat hij doet met zijn: 
  • Timing
  • Mimiek
  • Stemgebruik
  • Lichaamstaal 

Vind je dat Hans Teeuwen te ver gaat met zijn grappen? Waar ligt voor jou de grens?  


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies