L1 4-9-2024

• Engels
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Aan het einde van de les:

* kun je het werkwoord have (hebben) op een goede manier gebruiken in gewone zinnen

* ken je het verschil tussen 'have' en 'has'

to have = hebben

I have = ik heb

you have = jij hebt

he / she / it has = hij/zij/het heeft

we have = wij hebben

you have = jullie hebben

they have = zij hebben

Peter ..... a very nice dog.

1. have
2. has

My parents .... a beautiful house.

1. have
2. has

I .... an annoying little brother.

1. have
2. has

John and Pete .... a cat.

1. have
2. has

They .... a mean dog.

1. have
2. has

https:

https:

Je kunt nu:

* have/has gebruiken op de goede manier in een Engelse zin

Ging het goed? Of vond je het juist lastig? Vertel dat hieronder