Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Werkwoordspelling
Werkwoordspelling
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Ned
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Werkwoordspelling
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
De vliegtuigen ....... op tijd.
A
land
B
lande
C
landen
D
landden
Slide 5 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(onthouden) ... je dat tot morgen?
A
onthoud
B
onthoudt
C
onthield
D
onthouden
Slide 6 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik (bereiden) het eten voor.
A
bereid
B
bereidt
Slide 7 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Hij ...... (zwaaien) naar haar.
A
zwaai
B
zwaait
C
zwaaide
D
gezwaaid
Slide 8 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
De buurman (verbranden) ... zich
A
verbrandt
B
verbrand
Slide 9 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Ik ......(geven) het terug.
A
geef
B
geeft
C
gaf
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de persoonsvormen (tegenwoordige tijd) van beleven ?
Ik . . .
A
beleefde
B
beleeft
C
beleef
D
beleefd
Slide 11 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Dat (gebeuren)beslist niet!
A
gebeurt
B
gebeurd
Slide 12 - Quizvraag
Persoonsvorm verleden tijd
A
Gisteren begeleiden zij de vrouw naar huis.
B
Gisteren begeleidden zij de vrouw naar huis.
Slide 13 - Quizvraag
Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm verleden tijd: Hij (barbecueën)
A
barbecude
B
barbecuede
C
barbecuedde
D
barbecudde
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?
Hij ______________ (luisteren)
A
luisterde
B
luisterdde
Slide 15 - Quizvraag
Persoonsvorm verleden tijd:
Hij ... (timen) zijn sprong precies goed.
A
timede
B
timde
C
timmde
D
timdde
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?
Zij ______________ (rusten)
A
ruste
B
rustte
Slide 17 - Quizvraag
Persoonsvorm verleden tijd
A
Vorig jaar verhuisden we naar de Reeshof.
B
Vorig jaar verhuisten we naar de Reeshof.
Slide 18 - Quizvraag
Persoonsvorm verleden tijd:
Ik ......(schrijven) de brief.
A
schreef
B
schreven
C
schrijf
D
schreeft
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd van het “onzinwerkwoord” smurven?
A
ik smurfde
B
ik smurfte
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd van het “onzinwerkwoord” fluberen?
A
ik kuidde
B
ik kuidte
Slide 21 - Quizvraag
Oefenen - Persoonsvorm verleden tijd
Ik ... gisteren voor deze opdracht. (kiezen)
A
kieste
B
kozen
C
koos
D
kiesde
Slide 22 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
werkwoordspelling les 3: persoonsvorm verleden tijd
November 2023
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
werkwoordspelling les 3: persoonsvorm verleden tijd
Juni 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Herhalen toetsstof pww 3 mavo/havo 1
April 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
werkwoordspelling les 3: persoonsvorm verleden tijd
April 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling
Oktober 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
1. Werkwoordspelling: de persoonsvorm tt en vt
November 2023
- Les met
43 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5
Werkwoordspelling
April 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Trappen van vergelijking & werkwoordspelling pv tt
Maart 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1