Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3H recap lesson chapters 4 - 6
Today: recap units 4 - 6
What to study for the test?
If sentences - first conditional (unit 4 – 4.2)
If sentences - second conditional (unit 4 – 4.4)
Gerund vs Infinitive (unit 5 – 5.4)
Word order: adverbs (unit 6 – 6.2)
If- sentences: zero vs first conditional vs second conditional (unit 6 – 6.5)
Vocabulary (aangepaste lijst zie studiewijzer
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Today: recap units 4 - 6
What to study for the test?
If sentences - first conditional (unit 4 – 4.2)
If sentences - second conditional (unit 4 – 4.4)
Gerund vs Infinitive (unit 5 – 5.4)
Word order: adverbs (unit 6 – 6.2)
If- sentences: zero vs first conditional vs second conditional (unit 6 – 6.5)
Vocabulary (aangepaste lijst zie studiewijzer
Slide 1 - Tekstslide
If-sentences (4.2 + 4.4 + 6.5)
If-sentences: als ... dan zinnen: 3 verschillende - 0 conditional - 1st conditional - 2nd conditional
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Conditional sentences
Geeft een
voorwaarde
aan (als...dan)
Bestaat uit een hoofdzin en een bijzin
als
if
in het eerste deel van de zin staat --> komma gebruiken
als
if
in het tweede deel van de zin staat --> geen komma
Slide 4 - Tekstslide
The
First
Conditional
Als iets
waarschijnlijk gaat gebeuren
,
nu of in de toekomst
will + werkwoord ... if + present simple
If he gets the day off, we will go to London
We will be sad if Daniel leaves
Slide 5 - Tekstslide
If you (go) out with your friends tonight, I (watch) the football match on TV.
Slide 6 - Open vraag
I (earn) a lot of money if I (get) that job.
Slide 7 - Open vraag
If she (hurry / not), we (miss) the bus.
Slide 8 - Open vraag
The
Second
Conditional
Als het
niet waarschijnlijk
is dat iets gaat gebeuren, nu of in de toekomst
if + past simple
,
would + werkwoord
If we got the day off, we would go to London.
We would all be sad if Daniel left
LET OP: In deze conditonal gebruik je bij 'be' altijd WERE
If I were you I would not help him
Slide 9 - Tekstslide
if he (try) harder, he (reach) his goals.
Slide 10 - Open vraag
I (buy) these shoes if they (fit).
Slide 11 - Open vraag
it (surprise / not) me if he (know / not) the answer.
Slide 12 - Open vraag
Second conditional
Als het gaat om onwerkelijke situaties en het waarschijnlijke resultaat daarvan.
Maak je met:
If + Past Simple, would + hele ww
Slide 13 - Tekstslide
Verschil first & second conditional
Het verschil tussen de first & second conditional zit in de waarschijnlijkheid:
Bij de first conditional is het mogelijk dat het gebeurd,
Bij de second conditional is de kans erg klein dat het ooit gaat gebeuren.
Slide 14 - Tekstslide
If I had a million euros, I _______ work.
A
would not
B
will be
C
will not
D
were not
Slide 15 - Quizvraag
If I were you, I _______ an umbrella.
A
will take
B
would take
C
take
D
took
Slide 16 - Quizvraag
If you _______ well tonight, you won't be tired tomorrow.
A
sleep
B
will sleep
C
slept
D
would sleep
Slide 17 - Quizvraag
My boss will be angry if I ________________ (not finish) my work.
Slide 18 - Open vraag
If you like this book, I __________________________ (give) it to you.
Slide 19 - Open vraag
Gayle won't help if you _________________ (not ask) her.
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Gerund vs Infinitive
It's worth .... an effort.
A
to make
B
making
Slide 22 - Quizvraag
Gerund vs Infinitive
The whole class agrees it's difficult ... early.
A
to get up
B
getting up
Slide 23 - Quizvraag
Gerund vs Infinitive
Angelina doesn't mind ... care of the kids.
A
to take
B
taking
Slide 24 - Quizvraag
Gerund vs Infinitive
We will only succeed if we keep .... (try) .
Slide 25 - Open vraag
Gerund vs Infinitive
Mark should remember ... (take) the trash out.
Slide 26 - Open vraag
Grammar: word order/adverbs
Word order =
Subject - verb - object
Adverbs =
bijwoord
Says something about a verb, an adjective or part of the sentence
She is
beautifu
l vs she sings
beautifully
Different types of adverbs go in different places in a sentence
Slide 27 - Tekstslide
Types of adverbs
Adverbs of
frequency
(hoe vaak)
Adverbs of
degree
(in welke mate)
Adverbs of
manner
(op welke manier)
Adverbs of
place
(waar of waarheen)
Adverbs of
time
(wanneer)
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Over to you:
Units 4- 6:
Test jezelf (te vinden vanaf par. 2)
Oefentoets (pas te vinden als je Test jezelf hebt gedaan)
Woordtrainer
Versterk jezelf (handig na de Oefentoets voor extra oefenen)
Slide 30 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
futures 2B, 2D
Augustus 2022
- Les met
34 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Inhaaltoets PTA LJ3
Maart 2022
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Testweek 3
Juni 2022
- Les met
48 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
week 4.2-1: futures II
Augustus 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Recap and Exercises Grammar
Juni 2022
- Les met
40 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Unit 5 - grammar recap
Mei 2024
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
week 13 third conditional
November 2021
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Conditionals 2
Februari 2024
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2