SO thema 1 planten en dieren basisstof 1 t/m 3, practicum 1 en 2 en leren onderzoeken

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

SO thema 1 planten en dieren

Welke twee levenskenmerken horen bij reageren op de omgeving?

1. Bewegen en voortplanten
2. Bewegen en waarnemen
3. Uitscheiden en voeden
4. Uitscheiden en voortplanten

Zet de veranderingen in de juiste volgorde. Twee zijn er alvast verklapt, plaats deze nog wel in het juiste vakje!

 

  

1.

2.

3.

4.

5.

4. De kieuwen verdwijnen en er ontstaan longen.

De staart is verdwenen. 

Er ontstaan achterpoten.

Er ontstaan voorpoten.

1. Uitwendige kieuwen veranderen in inwendige kieuwen.

Uitscheiden is een van de zeven levenskenmerken

1. Juist
2. Onjuist

Wat is de functie van deel 2?

1. Met deel 2 zat de boon vast in de vrucht.
2. Via deel 2 neemt de boon water op bij de kieming
3. Deel 2 beschermt de boon tegen uitdroging.
4. Deel 2 dient als voedsel voor de kiem.

Welk deel van een bruine boon beschermt het zaad tegen insecten?

1. Poortje
2. Kiem
3. Zaadhuid
4. Navel

Als een baby tanden krijgt, noem je dit dan groei of ontwikkeling

1. groei
2. ontwikkeling

Een plant heeft bladeren die groter worden.
Groei of ontwikkeling?

1. Groei
2. Ontwikkeling

Is dit paard levend, dood of levenloos?

1. Levend
2. Dood
3. Levenloos

Is een bacterie een organisme?

1. Ja
2. Nee

1. Levend
2. Dood
3. Levenloos
4. geen idee

1. levend
2. dood
3. levenloos
4. gewoon, water

Wat is GEEN onderdeel van een zaadje?

1. zaadlob
2. zaadhuid
3. kiem
4. stengel

Functie van zaadlob is

1. fotosynthese uitvoeren
2. stevigheid geven aan zaadje
3. voedingsstoffen geven aan kiemplantje
4. bevruchting

Wat is ontwikkeling?

1. De plant verliest een aantal onderdelen
2. De plant krijgt nieuwe delen
3. Een plant die groter en zwaarder wordt

Is dit een voorbeeld van een metamorfose of van een levenscyclus?

1. Metamorfose
2. Levenscyclus

Wat is metamorfose?

1. Als jonge dieren een andere lichaamsbouw en levenswijze hebben dan volwassen dieren.
2. Als jonge en volwassen dieren steeds groter en zwaarder worden.
3. Als bestaande organen hun functie steeds beter gaan vervullen.

Een kikkervisje wordt een kikker

1. Ontwikkeling
2. groei
3. metamorfose

In de levenscyclus van een koolwitje komt een cocon voor.
Wat is een cocon?

1. Een omhulsel in het larvenstadium.
2. Een omhulsel in het popstadium.
3. Een omhulsel in het volwassen stadium.

Een vlieg heeft een metamorfose

1. Juist
2. Onjuist

Zet de namen van de onderdelen van de bruine boon op de juiste plekken.

Zaadhuid

Zaadlob

Navel

Blaadjes

Wortel