Les 6

Arm en Rijk
Les 1
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Arm en Rijk
Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Binnenkomst + absentie (3 min)
Introductie  (10 min)
Leerdoelen (2 min)
Aan het werk (10 min)
Uitleg + check (10 + 5 min)
Aan het werk (15 min)
Afsluiting (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding.

Slide 3 - Tekstslide

Wat zie je op de afbeelding?

Slide 4 - Open vraag

Hoeveel geld (omzet) denk je dat er op Schiphol is verdiend in de eerste helft van het jaar?
A
1 miljoen
B
65 miljoen
C
100 miljoen
D
665 miljoen

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel mensen denk je dat er werken op Schiphol?
A
100
B
6500
C
10.000
D
65.000

Slide 6 - Quizvraag

In welke sector werken de meeste mensen op Schiphol denk je?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
1. uitleggen waarom Nederland bij de koplopers hoort;
2. uitleggen waarom Nederland een dienstenland is en voorbeelden (tenminste 5) van diensten noemen;
3. uitleggen wat het verschil is tussen een dienstenland en een kennisland en uitleggen waarom Nederland ook een kennisland is;
4. een cirkeldiagram aflezen;
5. de ligging van de Nederlandse mainports (2) op een kaart aanwijzen.

Slide 8 - Tekstslide

Aan het werk- groep 1

Wat: 
- vragen op werkblad A

Hoe: in tweetallen

Hulp: tekstboek paragraaf 4.4

Tijd: 10 minuten

Klaar: lees de tekst van paragraaf 4.4
Aan het werk- groep 2

Wat: 
- Vragen op werkblad B

Hoe: in groepje van 4 met docent

Hulp: tekstboek 4.4

Tijd: 10 minuten

Klaar: lees de tekst van paragraf 4.4
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Nederland is rijk
Nederland behoort tot de koplopers:
1. Nederland staat 15e op de lijst van BNP/hoofd
2. Nederland heeft een van de grootste zeehavens ter wereld (mainport Rotterdam)
3. Nederland is de op 1 na grootste landbouwproducent ter wereld
4. Overal staan nieuwe gebouwen
5. Overal ligt moderne infrastructuur (wegen, vliegvelden, internet)

Maar niet iedereen in Nederland is even rijk: er bestaat sociale en regionale ongelijkheid.
- Niet iedereen woont in een dure koopwoning
- Het Noorden, Oosten en Zuiden van het land zijn minder rijk

Slide 10 - Tekstslide

Naast koplopers bestaan er nog 2 groepen landen, namelijk...

Slide 11 - Open vraag

Bekijk het BNP van de volgende landen:
Nederland = $53.900
Costa Rica =$6345
Mali = $656
Costa Rica behoort tot de ....
A
Koplopers
B
Volgers
C
Achterblijvers

Slide 12 - Quizvraag

Nederland is rijk
Nederland is een dienstenland en een kennisland:
De meeste mensen werken in de dienstensector. Dit zijn beroepen waarbij zij andere mensen helpen/ ondersteunen. Bijvoorbeeld: docenten, kassière,  pizzabezorger, accountant, enz.
Voor deze beroepen is kennis nodig.

Sommige van deze kennis is heel specifiek. 
Zelfs zo specifiek, dat we er geld aan verdienen door deze kennis te verkopen aan andere landen. Bijvoorbeeld kennis over water en computerchips.
Daarmee zijn we ook een kennisland.

Slide 13 - Tekstslide

Wat wordt er gemaakt bij het Nederlandse bedrijf Philips?
A
Elektronica
B
Auto's
C
Fietsen
D
Vliegtuigen

Slide 14 - Quizvraag

Om welke energiebron gaat het bij het Nederlandse / Britse bedrijf Shell?
A
Zonne-energie
B
Steenkool
C
Aardolie
D
Windenergie

Slide 15 - Quizvraag

Nederland is rijk
Nederland is rijk geworden door de handel met andere landen.
Nederland ligt daarvoor heel goed:
- Aan de Noordzee
- Aan het einde van twee grote rivieren: de Maas en de Rijn
Zo kunnen wij heel Europa en zelfs heel de wereld goed bereiken.

Belangrijk bij deze handel zijn onze twee mainports. 
Een mainport is een haven of vliegveld de belangrijk zijn bij het internationale vervoer.

Slide 16 - Tekstslide

Welke twee mainports heeft Nederland?

Slide 17 - Open vraag

Aan het werk- groep 1

Wat: 
- paragraaf 4.4 vraag 1 tm 5

Hoe: in groepjes

Hulp: tekstboek paragraaf 4.4

Tijd: 10 minuten

Klaar: beantwoord de leerdoelen.
Aan het werk- groep 2

Wat: 
- paragraaf 4.4 vraag 1 + 2 + 4

Hoe: in groepjes met docent 

Hulp: tekstboek 4.4 en docent.

Tijd: 10 minuten

Klaar: beantwoord de leerdoelen.
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Afronding
Wat hebben we geleerd?
Hoe hebben we meegedaan?
Huiswerk

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
1. uitleggen waarom Nederland bij de koplopers hoort;
2. uitleggen waarom Nederland een dienstenland is en voorbeelden (tenminste 5) van diensten noemen;
3. uitleggen wat het verschil is tussen een dienstenland en een kennisland en uitleggen waarom Nederland ook een kennisland is;
4. een cirkeldiagram aflezen;
5. de ligging van de Nederlandse mainports (2) op een kaart aanwijzen.

Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?
Leg uit wat je geleerd hebt/ ben dus zo precies mogelijk.

Slide 21 - Open vraag

Bekijk de kaart

Slide 22 - Tekstslide

Bij welke nummers zie je de 2 nederlandse mainports?

Slide 23 - Open vraag

Hoe heb ik deze les meegedaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Huiswerk
Vrijdag 23 juni
SO topografie Marokko + Frankrijk

Vrijdag 30 juni
Proefwerk hoofdstuk 4

Slide 25 - Tekstslide