2.4 Geld moet rollen

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Doe je boeken open
  • Pak je schrift erbij
  • Rekenmachine en pen heb je ook nodig
timer
3:00
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Doe je boeken open
  • Pak je schrift erbij
  • Rekenmachine en pen heb je ook nodig
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhalen
  • Lesdoelen 2.4
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Doelen checken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les kan je:

1. berekening maken met samengestelde rente.
2. vier leenmotieven benoemen en uitleggen.
3. de kosten van een lening berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

2.3 Wie leent maakt schulden
Kredietkosten
Terugblik:
leenmotieven
kredietkosten
consumptief krediet 
(persoonlijk-, doorlopend-, salariskrediet)
lenen bij de leverancier 
hypothecaire lening

Slide 4 - Tekstslide

Kredietkosten
Hoe bereken je de kredietkosten:
(aantal termijnen x termijnbedrag) - lening = kredietkosten

Slide 5 - Tekstslide

Kredietkosten
24 x 184,46 -4.000 =  € 427,04
(aantal termijnen x termijnbedrag) - lening = kredietkosten

Slide 6 - Tekstslide

H2 Geld genoeg?
2.4 Geld moet rollen!

Slide 7 - Tekstslide

2.4 Geld moet rollen!
  • Ik kan aan de hand van voorbeelden de drie geldfuncties van elkaar onderscheiden.
  • Ik kan een rekeningsaldo berekenen.
  • Ik kan de rol van de bank uitleggen met behulp van de begrippen vraag en aanbod.
  • Ik kan de rol van de ECB uitleggen in het bepalen van de hoogte van de rente.

Slide 8 - Tekstslide

2.4 Geld moet rollen!
Soorten geld
Chartaal geld
Giraal geld

Slide 9 - Tekstslide

2.4 Geld moet rollen!
Geldfuncties
Ruilmiddel
Rekenmiddel
Spaarmiddel

Slide 10 - Tekstslide

De rol van de bank en de ECB
Banken bemiddelen tussen de vraag naar geld en het aanbod van geld.
Aanbod van geld: komt van spaarders, de bank betaalt hun rente als vergoeding.
Vraag naar geld: komt van gezinnen en bedrijven die geld willen lenen, zij betalen rente.
Rente = de prijs van geld.

Slide 11 - Tekstslide

Winst voor de bank
Maar ook 
  • Creditrente: rente over tegoeden (spaargeld), lager dan debetrente.
  • Debetrente: rente over tekorten (leningen), hoger dan creditrente.
  • Het verschil is (bruto)winst voor de bank.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

ECB kan rente laten dalen of stijgen..
Rente daalt -> minder sparen/meer lenen ->
meer besteden (uitgeven) -> meer vraag naar producten ->
prijzen stijgen!

Rente stijgt -> meer sparen/minder lenen ->
minder besteden (uitgeven) -> minder vraag naar producten ->
prijzen dalen!

Slide 14 - Tekstslide

2.4 Aan de slag
maken 3 t/m 12
Klaar? kijk het na
uitkomst: huiswerk

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide