signaalwoordenlijst

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

signaalwoorden

quiz

Signaalwoorden

• belangrijk om de tekst te begrijpen
• geven aan waar je na op zoek bent 

voorbeelden

Lies den Text, die Antwort steht im Absatz 4

voorbeelden

Welche Aussage ist richtig?

1..

2..

3..

voorbeelden

Bei der Bäckerei kannst du vieles kaufen, zum Beispiel Brot, Brötchen, Kuchen, Torten, Schnitten...

omdat

want

en

geen

niet

weil

denn

kein

nicht

und

of

dus

maar

ook

oder

aber

also

auch

vertaal: Absatz

vertaal: oder

vertaal: und

vertaal: nicht

vertaal: kein

vertaal: oben

vertaal: unten

vertaal: Aussage

vertaal: also

vertaal: denn

vertaal: weil

vertaal: aber

vertaal: auch

vertaal: Beispiel

vertaal: richtig

vertaal: falsch

vertaal: hinter

vertaal: übereinstimmen

vertaal: Ziel

opdracht vandaag

- lever de spreektoets in

- maak op itsLearning de toets "signaalwoorden"