Thema 4 BS 4 2V 2223

Basisstof 4.4 Seks enzo
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 4.4 Seks enzo

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
  • Je kunt omschrijven wat onder seksualiteit wordt verstaan
  • Je kunt benoemen hoe gender en seksuele oriëntatie kunnen verschillen
  • Je kunt benoemen hoe je wensen en grenzen kunt bewaken en respecteren in een seksuele relatie

Slide 2 - Tekstslide

Orgasme
Door prikkeling van de clitoris of de eikel kan iemand een orgasme krijgen. Dit is een fijn gevoel.
Je kunt dit ook zelf, zonder een partner. Dan heet het zelfbevrediging of masturbatie.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Seksualiteit

Onder seksualiteit vallen alle gedachten, gevoelens en handelingen die te maken hebben met lust en opwinding. Seksualiteit kan verschillende functies hebben voor mensen: lustbeleving, intimiteit (in een relatie) en voortplanting.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbehoedsmiddelen
Voorbehoedsmiddelen voorkomen dat een vrouw zwanger wordt tijdens de geslachtsgemeenschap.

Hiermee wordt seks losgekoppeld van voortplanting.

Slide 7 - Tekstslide

Porno
Porno(grafie) is foto's, teksten of films die ervoor bedoeld zijn om mensen seksueel te prikkelen.

Porno is niet levensecht, daarom kunnen mensen onzeker worden van porno kijken.

Slide 8 - Tekstslide

Seksuele oriëntatie

L
H
B
P
A

Slide 9 - Tekstslide

Seksuele oriëntatie

Lesbisch: vrouwen die op vrouwen vallen
Homo: mannen die op mannen vallen
Homoseksueel: valt op hetzelfde geslacht (L of H)
Bi: mensen die op beide geslachten vallen
Pan: mensen die op mensen vallen
Aseksueel: mensen die zich niet seksueel aangetrokken voelen tot anderen

Slide 10 - Tekstslide

Geslacht/ gender
Geslacht: of je lichamelijk man of vrouw bent of intersekse
Gender: optelsom van je geslacht, je identiteit (wie je bent, hoe je je voelt) en je expressie (hoe je je kleedt, hoe je je gedraagt)

Slide 11 - Tekstslide

Gender
Man/ Vrouw
Non-binair: iemand die zich niet thuis voelt in de gender categorie man of vrouw

Slide 12 - Tekstslide

Gender
Transgender: iemand bij wie de gender niet (helemaal) overeenkomst met het geslacht (genderdystrofie)
Transseksueel: iemand die de lichamelijke kenmerken wil aanpassen (of heeft aangepast) aan de genderidentiteit


Trans: transgender of transseksueel 

Slide 13 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen geslacht en gender

Slide 14 - Open vraag

Verliefd

Hoe voelt het om verliefd te zijn?

Hoe laat je de ander weten dat je verliefd bent?

Slide 15 - Tekstslide

Een seksuele relatie

Als je een vriendje/ vriendinnetje hebt dan heb je een relatie.

Wat hoort hier allemaal bij?

Hoe bepaal je hoe snel je gaat?



Slide 16 - Tekstslide

Wensen en grenzen

• Praat met elkaar over wat je wel en niet wilt.
• Laat zonder woorden merken wat je wel of niet wilt, bijvoorbeeld door iemands hand te sturen.
• Zeg het duidelijk als je iets niet wilt: ‘Ik vind dit niet fijn, ik wil dit niet.’
• Zeg erbij wat de ander moet doen: ‘Ik wil dat je daarmee stopt.’
• Als de ander jouw grens niet respecteert, is hij of zij je niet waard.



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Ongewenst gedrag

Als iemand seksuele handelingen verricht bij je die je niet wilt is dat seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Als het om aanrakingen gaat noem je het ook wel ongewenste intimiteiten.

Slide 20 - Tekstslide

Loverboys

Slide 21 - Tekstslide

Bekijk de doelen nog een keer
  • Je kunt omschrijven wat onder seksualiteit wordt verstaan
  • Je kunt benoemen hoe gender en seksuele oriëntatie kunnen verschillen
  • Je kunt benoemen hoe je wensen en grenzen kunt bewaken en respecteren in een seksuele relatie

Slide 22 - Tekstslide

Heb je de doelen gehaald?
A
Ja!
B
Deels
C
Nee

Slide 23 - Quizvraag

Huiswerk
Opdrachten  van BS 4 (1, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9)

Slide 24 - Tekstslide