Krachten les 1

Werkwijze
  • Benodigdheden: iPad / Notebook; schrift; goed gevulde etui; rekenmachine, Boek deel A
  • Huiswerk
  • Leren
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Werkwijze
  • Benodigdheden: iPad / Notebook; schrift; goed gevulde etui; rekenmachine, Boek deel A
  • Huiswerk
  • Leren

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 krachten
les 1

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
introductie (5 min)
Natuurkunde in beroepen (5 min)
demo boek met blaadje (5 min)
introductieopdrachten krachten (10 min)
Bespreken introductieopdrachten (10 min)
Start huiswerk (5 min)

Slide 3 - Tekstslide

even voorstellen

Slide 4 - Tekstslide

Op de knip
Natuurkundedocent
Vertrouwenspersoon
coördinatie keuzecarrousel
team interne begeleider havo onderbouw

Slide 5 - Tekstslide

Materialen
  • Teams
  • leerdoelen
  • wel of geen flexles natuurkunde? 

Slide 6 - Tekstslide

Noem 2 beroepen
waar je wel geïnteresseerd in bent.

Slide 7 - Woordweb

Plattegrond

Theun Tygo   Samia Ahlam    Elias Mohamed    Daantje Ties
Kris Jayson    Yasmin Nirmin     Luc Thijs      Mustafa Roham
Merle Eva    Sarah                               Toby Floris        Molly Asiya
Robin Ognjen                                                                                            




Slide 8 - Tekstslide

H2 krachten
Les 2

Slide 9 - Tekstslide

Demonstratie 
kracht en zwaartepunt

Slide 10 - Tekstslide

Deze les
  • Herhaling vorige les
  • Leerdoelen deze les
  •  Soorten krachten
  • Effect van een kracht
  • Groot- en eenheden op een rijtje
  • Zwaartekracht berekenen
  • krachten tekenen
  • Afsluiting - huiswerk

Slide 11 - Tekstslide


370 mg =
A
370 g
B
0,000370 g
C
370,000 g
D
0,370 g

Slide 12 - Quizvraag


In ‘normaal’ taalgebruik zeg je:

een weegschaal meet                                             van een voorwerp. 

Bij natuurkunde is dat niet juist!

Bij natuurkunde zeg je: 

Een weegschaal meet                                              van een voorwerp.
 


   
de massa
het volume
het gewicht

Slide 13 - Sleepvraag

Wanneer heeft iets wel massa, maar geen gewicht.
A
In de ruimte
B
Tijdens een vrije val
C
Als je niet op de weegschaal staat
D
Als er geen normaalkracht is.

Slide 14 - Quizvraag

Bespreken opdrachten

Slide 15 - Tekstslide

lesdoelen
  • Wat voor verschillende krachten zijn er?
  • Hoe berekenen we een kracht?
  • Hoe tekenen we krachten?

Slide 16 - Tekstslide

VERSCHILLENDE KRACHTEN 

Fv   Veerkracht

Fs   Spankracht

Fe   Elektrische kracht

Fs   Spierkracht

Fz   Zwaartekracht

Fw  Wrijvingskracht

Fw  Weerstandskracht

Fm  Magnetische kracht

Fn   Normaalkracht


Slide 17 - Tekstslide

Soorten krachten

Slide 18 - Tekstslide

Soorten krachten
Soorten krachten

Slide 19 - Tekstslide

Soorten krachten

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Herkennen van een kracht

Waar kan je aan herkennen dat er een kracht werkt?

  • verandering van vorm (elastisch en plastisch)
  • verandering van beweging (langzamer of sneller)
  • verandering van richting

Slide 22 - Tekstslide

Plastische vervorming - 1

Slide 23 - Tekstslide

Plastische vervorming - 2
1

Slide 24 - Tekstslide

Elastische vervorming
1

Slide 25 - Tekstslide

Aantekening 1
Grootheid
symb
eenheid
symb
Kracht
F
Newton
N
massa
m
kilogram
kg
gravitatie-constante
g
Newton per kilogram
(op aarde 9,8 N/kg)
N/kg
Moment
M
Newtonmeter
Nm
arm
r
meter
m
veerconstante
C
Newton per centimeter
N/cm
uitrekking
u
centimeter
cm

Slide 26 - Tekstslide

Zwaartekracht
Bij alles wat je optilt voel je een kracht, dit is zwaartekracht.

Hoe kleiner de massa hoe minder zwaartekracht.

Fz = m x g

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeeld berekening zwaartekracht:
Een man heeft een massa van 79 kg. Bereken de zwaartekracht op de man.
Stap 1: gegevens: - m = 79 kg
                                      - g = 10 N/kg                                  
Stap 2: Gevraagd:  - Fz= ? N
Stap 3: Formule: Fz = m x g
Stap 4: Berekening: Fz = 79 x 10 
Stap 5: antwoord + eenheid: Fz = 790 N

Slide 28 - Tekstslide

Nu jullie! Let op de 5 stappen.
a) Bereken de zwaartekracht op een man van 70 kg.

b) Bereken de zwaartekracht op een doosje van 50 gram.

c) Bereken de massa van een auto, als de zwaartekracht 10.000 N is.

Slide 29 - Tekstslide

Krachten tekenen

Slide 30 - Tekstslide

Een kracht tekenen 

Slide 31 - Tekstslide

Zwaartekracht
Het zwaartepunt = het aangrijpingspunt van de zwaartekracht

De zwaartekracht werkt vanuit het zwaartepunt.

Slide 32 - Tekstslide

lesdoelen
  • Wat voor verschillende krachten zijn er?
  • Hoe berekenen we een kracht?
  • Hoe tekenen we krachten?

Slide 33 - Tekstslide

Maakwerk / huiswerk

Lezen paragraaf 2.1
Maken opgaven 1,2,3,4,6,8,11
(huiswerk voor vrijdag)

Slide 34 - Tekstslide