5.2 Spanningsbronnen

5.2 Spanningsbronnen
Agenda: 
Voorkennis activeren : 5min 
leerdoelen : 5 min 
uitleg : 10 min 
zelfstandis werken : 20 min 
Afsluiting : 5 min
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

5.2 Spanningsbronnen
Agenda: 
Voorkennis activeren : 5min 
leerdoelen : 5 min 
uitleg : 10 min 
zelfstandis werken : 20 min 
Afsluiting : 5 min

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
  • Wat hebben vorrige les gedaan?
  • Wanneer heb jij de laatste keer een spanningsbron gebruikt die je van stroom voorzag ?

Slide 2 - Tekstslide

5.2 Spanningsbronnen
Lesdoel:  
  • Voorbeelden van spanningsbronnen kunnen noemen. 
  • Een voltmeter kunnen aflezen en schakelen. 
  • Weten wat je met de spanning bij batterijen mag doen. 
  • Uitleggen wat een transformator doet.

Slide 3 - Tekstslide

Spanningsbronnen
Spanningsbronnen leveren een spanning. Hierdoor gaat de stroom vloeien en krijgt deze energie mee.
De eenheid van spanning is Volt (V)
Het symbool van spanning is de letter U.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Voorbeelden van spanningsbronnen
- Batterij
- Accu
- Zonnepaneel
- dynamo

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Voltmeter
Een voltmeter meet de spanning ergens over heen.

Slide 9 - Tekstslide

Belang lesdoelen
Je hebt vaak te maken met spanningsbronnen.
Bij een practicum moet je de spanning kunnen meten.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Zelf aan de slag!
Nova boek b.l.z 140 & 142 doorlezen.  
Blauwe woorden betekennis zoeken.  
Opgaven§2:  14, 15, 17 & 18  op blz. 143  maken.  
Klaar?  
Huiswerk opgaven 20, 21 & 24 blz. 144 & 145 maken.

Slide 12 - Tekstslide

Controlevragen 1
Noteer vier spanningsbronnen en vermeld de spanning.

Slide 13 - Tekstslide

Controlevragen 2
Je schakelt vijf batterijen van 1,5 V in serie. Er zit er een verkeerd om. Hoe groot is de totale spanning.

Slide 14 - Tekstslide

Controle vragen 3
 Lees de spanning op de volgende dia af. Noteer je antwoord met de juiste symbolen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Controlevragen 4
 Teken het schakelschema waar je twee lampjes aansluit op een batterij. Teken waar de voltmeter moet komen om de spanning over een lampje te meten.

Slide 17 - Tekstslide

De netspanning is 230 V
De transformator van je mobieltje verlaagt de spanning naar 5 V
A
1 juist
B
2 juist
C
1 en 2 juist
D
1 en 2 onjuist

Slide 18 - Quizvraag