Basisstof 5: Gezonde luchtwegen

Thema 1: Verbranding en ademhaling
Basisstof 5: Gezonde luchtwegen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 1: Verbranding en ademhaling
Basisstof 5: Gezonde luchtwegen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 5: Gezonde luchtwegen
  • Aan het werk!
  • Nabespreken

Slide 2 - Tekstslide

Als je ademt vindt er gaswisseling plaats in de longen. Hierbij gaat er                  in de rode bloedcellen en                 vanuit die rode bloedcellen de longblaasjes in. 

Bloed dat naar de longblaasjes toestroomt bevat                  zuurstof en        koolstofdioxide en heet dus                 bloed. 

Bloed dat van de longblaadjes wegstroomt, bevat                  zuurstof en      koolstofdioxide en heet dus                 bloed. 
Herhaling basisstof 4: Ademhalen
Veel
Veel
Weinig
Weinig
Zuurstofrijk
Zuurstofarm
Zuurstof
Koolstofdioxide

Slide 3 - Sleepvraag

Herhaling basisstof 4: Ademhalen
Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen de ribben en het borstbeen. Door het samentrekken van de tussenribspieren bewegen je ribben omhoog/omlaag en wordt de borstholte groter/kleiner.

Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen het middenrif en de buikwand. Door het samentrekken van je middenrif worden de longen groter/kleiner, zodat je inademt/uitademt.

Borstademhaling
Buikademhaling
Omhoog
Omlaag
Groter
Kleiner
Groter
Kleiner
Inademt
Uitademt

Slide 4 - Sleepvraag

Bij welke van de onderstaande handelingen staat de huig open?
A
Ademhalen
B
Verslikken
C
Ademhalen en voedsel inslikken
D
Ademhalen en verslikken

Slide 5 - Quizvraag

Quinten: De functie van de trilharen in de neusholte is het vasthouden van ziekteverwekkers
Milou: De binnenkant van de luchtpijp bevat ook trilharen
Wie heeft gelijk?
A
Beiden hebben gelijk
B
Alleen Quinten heeft gelijk
C
Alleen Milou heeft gelijk
D
Beiden hebben ongelijk

Slide 6 - Quizvraag

Manfred zegt: Bij een amfibie zal de gaswisseling in de longen sneller verlopen dan bij een reptiel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

1.5 Gezonde luchtwegen
Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen wat je zelf kunt doen om je luchtwegen gezond te houden
  • Je kunt beschrijven wat hooikoorts, astma en COPD zijn

Belangrijke begrippen:
  • Smog
  • Ventilatie
  • Hooikoorts

Slide 8 - Tekstslide

Schone longen
  • Schone longen zijn een belangrijk kenmerk van gezonde luchtwegen.
  • Om je longen schoon te houden is het belangrijk om niet te roken.
  • Wat doet roken met je? 

Slide 9 - Tekstslide

Demo

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is roken slecht voor je?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Video

Schadelijke stoffen
Kankerverwekkend                                                         Minder zuurstof
Teerdruppeltjes 

Slide 13 - Tekstslide

Welke factor, anders dan roken,
kan nog meer besmeurend
zijn voor je longen?

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Video

Smog
  • Luchtvervuiling
  • Uitlaatgassen
  • Fijnstof
  • Windstil 

Slide 16 - Tekstslide

Gezonde longen
  • Voldoende bewegen is goed voor je gezondheid, ook voor die van je longen.
  • Door flinke inspanning heeft je lichaam veel zuurstof nodig
  • Je gaar dieper ademhalen
  • Dit versterkt de ademhalingsspieren
  • De longinhoud wordt groter 

Slide 17 - Tekstslide

Frisse lucht
  • Frisse lucht is belangrijk om verse zuurstof in te kunnen ademen
  • Zorg in huis voor voldoende ventilatie
  • Dit werkt natuurlijk ook tegen nare geurtjes 

Slide 18 - Tekstslide

Wat is wel goed voor je longen?
  • Bewegen 
  • Zingen 
  • Muziek maken 
  • Veel ventilatie!!!

Slide 19 - Tekstslide

Longziektes
Hooikoorts
Astma
COPD
Longziektes

Slide 20 - Tekstslide

Wat is hooikoorts?
A
Een allergie voor huisstofmijt
B
Een allergie voor planten
C
Een allergie voor stuifmeel van planten
D
Een allergie voor huisdieren

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Link

Hooikoorts
  • Stuifmeel blijft aan het slijmvlies in je luchtwegen plakken
  • Als je allergisch (overgevoelig) bent voor stuifmeel krijg je een branderig en jeukend gevoel in je neus, keel en ogen.
  • Het slijmvlies kan ook opzwellen.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Astma
  • Chronische longziekte
  • Prikkels
  • Aanvallen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

COPD
  • Chronische ontsteking slijmvlies
  • Longemfyseem 
  • Roken/erfelijk
  • Kortademig, hoesten en slijm

Slide 28 - Tekstslide

Aan het werk!
  • Wat: Basisstof 5 van thema 1
  • Hoe: Fluisteren, met je buurman/-vrouw
  • Tijd: 15 minuten
  • Hulp: Steek je vinger op
  • Klaar: Nakijken en verbeteren, lezen basisstof 6 
timer
15:00

Slide 29 - Tekstslide

Petra doet aan atletiek. Om goed te kunnen presteren moet ze regelmatig trainen. Voor haar training loopt ze eerst rustig in.
Wordt haar ademhaling hierdoor sneller? En haar hartslag?
A
Alleen haar ademhaling
B
Alleen haar hartslag
C
Zowel haar ademhaling als haar hartslag

Slide 30 - Quizvraag

Petra doet mee aan de 400m sprint.
Tijdens dit onderdeel vindt er meer verbranding plaats in haar lichaam.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Waarom vindt er meer verbranding plaats in het lichaam als je meer beweegt?

Slide 32 - Open vraag

Een hooikoortspatiënt is allergisch voor bepaalde deeltjes die in de lucht kunnen voorkomen. Welke deeltjes zijn dat?

Slide 33 - Open vraag

                                   is de stof in sigaretten die ervoor zorgt dat mensen verslaafd raken aan roken. 

                                   in tabaksrook beschadigt de binnenkant van de luchtwegen. 

Als je                                     inademt, wordt het opgenomen in je bloed. Daardoor is er in het bloed minder plaats voor zuurstof. 
Koolstofmonoxide
Nicotine
Teer

Slide 34 - Sleepvraag

Bij deze aandoening krijg je last van plotselinge aanvallen
A
COPD
B
Astma
C
Hooikoorts

Slide 35 - Quizvraag

Twee ziekten van het ademhalingsstelsel zijn astma en COPD.

Bij welke van deze ziekten zijn de luchtwegen steeds ontstoken?

A
Alleen bij astma
B
Alleen bij COPD
C
Bij astma en bij COPD
D
Bij geen van beiden

Slide 36 - Quizvraag