Spelling g of ch

spelling 





woorden met g en ch
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

spelling 





woorden met g en ch

Slide 1 - Tekstslide

Woorden met g

Slide 2 - Woordweb

woorden met ch

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Miss.... ien wil je vriendin wel mee op vakantie.
A
g
B
gg
C
ch

Slide 5 - Quizvraag

We rijden dan wel over heel veel bru....en.
A
g
B
gg
C
ch

Slide 6 - Quizvraag

G, gg of ch?
Ik heb een nieuws ierige moeder.
A
gg
B
g
C
ch

Slide 7 - Quizvraag

Als ze dat eng vindt moet ze het wel ze...en.
A
g
B
gg
C
ch

Slide 8 - Quizvraag

G, gg of ch?
Wij willen vandaag vle ten in ons haar.
A
gg
B
g
C
ch

Slide 9 - Quizvraag

Ik ...eloof dat ze dan beter niet mee kan gaan.
A
g
B
gg
C
ch

Slide 10 - Quizvraag

cht
g
Vandaag is iedereen (aanwezi...) ______ in de klas.
Het (to...t) ______ gelukkig niet in de gang.
Anne doet het (li...t) ________ aan.
Het boek van Kevin (li...t) ___________ op de tafel.

Slide 11 - Sleepvraag