KGT 1 Th 3 bs 5: Bacteriën

Basisstof 5: Bacteriën
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 5: Bacteriën

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoelen
Even terugblikken
Uitleg basisstof 5
Aan de slag! (Huiswerk)

De volgende keer Huiswerk af!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kan je...

  1. Tenminste 2 manieren benoemen waarbij bacteriën nuttig zijn
  2. 1 manier vertellen hoe de bacteriën zich minder snel kunnen voortplanten.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even terugblikken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk van de onderstaande kenmerken horen bij de "schimmels"?
A
Wel celkern, Geen celwand, Geen bladgroenkorrels
B
Wel celkern, Wel celwand, Wel bladgroenkorrels
C
Wel celkern, Wel celwand, Geen bladgroenkorrels
D
Geen celkern, Wel celwand, Geen bladgroenkorrels

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar:
In schimmels kan fotosynthese plaatsvinden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is NIET juist?
A
Schimmels hebben lange schimmeldraden
B
Schimmels planten zich voort met sporen
C
Schimmels kunnen nuttig of schadelijk zijn
D
De penseelschimmel maakt sporen in een orgaan

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar:
"Een paddenstoel is een orgaan van een schimmel"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van bacteriën

Bacteriën hebben als enige groep geen celkern. 

Bacteriën zijn eencellig: ze bestaan altijd maar uit één cel.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van bacteriën

Bacteriën zijn heel klein, met je blote oog kan je ze niet zien.

Onder een gewone microscoop zie je alleen maar streepjes.
Onder een elektronenmicroscoop kun je ze wel goed zien.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voortplanting
Bacteriën planten zich voort door celdeling. Iedere cel kan zichzelf in tweeën splitsen.

Dit gaat erg snel, vooral in warme omstandigheden. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nut en schade
Bacteriën zitten overal op en in je lichaam -> wel miljarden goede bacteriën. 

Ze helpen bij het verteren van voedsel.
Ze beschermen je tegen ziekteverwekkers. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nut en schade
Ook in de natuur zijn bacteriën erg nuttig. Ze ruimen, net als schimmels, dode resten van organismen op. 

Slide 14 - Tekstslide

Ons voedsel bestaat ook uit resten van organismen, denk maar aan fruit, groenten en vlees. Hierop kunnen bacteriën erg goed leven. Daardoor kan voedsel bederven.
Nut en schade
Maar we kunnen bacteriën ook gebruiken om juist voedingsmiddelen na te maken.

Denk aan yoghurt en zuurkool.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nut en schade
  • Helaas kunnen sommige bacteriën ziektes zoals longontsteking veroorzaken. 
  • Deze ziekten kunnen we vaak goed bestrijden met antibiotica (gemaakt van de penseelschimmel)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat?   Huiswerk: Basisstof 5, vraag 1-2-3-5-7-8+-9
Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?   10 minuten
Uitkomst, wat doen we ermee? Bedenk welke vragen bij de lesdoelen horen. Random check bij 3 leerlingen.
Klaar? Basisstof 5, vraag 4 maken.
               



timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ff checken
Aan het einde van deze les kan je...

  1. Tenminste 2 manieren benoemen waarbij bacteriën nuttig zijn
  2. 1 manier vertellen hoe de bacteriën zich minder snel kunnen voortplanten.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies