Introductie psychiatrie

Psychiatrie
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Psychiatrie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen van deze les
  • Je kunt uitleggen hoe het zorgproces voor een cliënt met psychiatrische problematiek verloopt van intake tot langdurige zorg, dan wel beëindiging van zorg. 
  • Je kunt uitleggen welke disciplines werkzaam zijn binnen de GGZ.
  • Je kunt minimaal vier psychiatrische stoornissen benoemen. 
  • Je kunt uitleggen hoe de diagnose binnen de GGZ worden gesteld. 
  • Je kunt het verschil benoemen tussen draagkracht en draaglast. 
  • Je kunt tenminste twee behandelingswijze benoemen. 
  • Je kunt tenminste twee begeleidingswijze benoemen. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke psychiatrische stoornissen ken je?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke disciplines kom je tegen in de GGZ?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Even voordat we verder gaan :-) 
Mocht je om welke reden dan ook dit onderwerp lastig vinden geef het aan! 
Tijdens deze les gaan we nog niet in op de ''psychische stoornissen'' maar.. 
mocht je dingen bij jezelf herkennen de komende periode over hoe jij bijvoorbeeld functioneert in de maatschappij? Dan betekend het niet direct dat jij deze aandoening hebt..  daar zijn meer aspecten voor nodig! 

Slide 5 - Tekstslide

Je zult dingen ook wellicht van jezelf herkennen..in hoe jij functioneert in de maatschappij, dat wil niet zeggen dat je gelijk de stempel krijgt van een psychische aandoening. Want hiervoor zijn wel meer aspecten voor nodig.
Mocht je om welke reden dan ook dit onderwerp lastig vinden, heb je de behoefte om hierover in gesprek te gaan? Neem dan contact met mij op! 
1

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

02:51
Wat zegt dit filmpje over de geschiedenis van de psychiatrie?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

DSM
Wat is het?
Waarom is de DSM er?
De DSM is een handboek waarin alle psychiatrische aandoeningen worden beschreven. In tegenstelling tot de somatische geneeskunde kunnen psychiatrische ziektebeelden over het algemeen beter omschreven worden als stoornissen dan als ziekten.

Slide 8 - Tekstslide

Diagnostic Statistical manual of Mental disorders (DSM).
De Categorieën 
DSM-5 is een classificatiesysteem waarmee we betrouwbaar de symptomen van patiënten kunnen rangschikken. Het geeft categorieën en criteria voor toewijzing aan die categorieën.


Doordat de wetenschap continu leidt tot nieuwe inzichten, verschijnt er eens in de zoveel tijd een nieuwe versie van de DSM.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychiatrische stoornissen
  • Mensen met stemmingsstoornissen (depressie - manische depressie)
  • Mensen met angststoornissen (paniekstoornis, sociale fobie)
  • Mensen met neurocognitieve stoornissen (autismespectrumstoornis) 
  • Mensen met een psychotische stoornis (psychose, schizofrenie) 
  • Mensen met persoonlijkheidsstoornissen (narcistische ps., antisociale ps., theatrale ps., afhankelijke ps. etc.)
  • Mensen met somatoforme stoornissen (hypochondrie, somatisatiestoornis etc.) 
  • Chronische psychiatrische cliënten (cliënten met aanhoudende stoornissen) 
  • Mensen met een middelen gerelateerde en verslavingsstoornis (stoornis in alcoholgebruik). 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de DSM-5 wordt er gesproken over een licht - matige of ernstige stoornis
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de DSM-5 wordt er gesproken over Autismespectrumstoornis in plaats van autisme?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Autismespectrumstoornis 
Binnen welke categorie van DSM 5 valt een paniekstoornis?
A
Neurobiologische ontwikkelingsstoornis
B
Persoonlijkheidsstoornis
C
Angststoornis
D
Obsessieve compulsieve stoornis

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Functie
  • (collectieve) Preventie (begrip voor, herkenning, bewust maken, wegwijs maken)
  • Behandeling (ambulant, deeltijd, klinisch)
  • Begeleiding (wonen, financiën, sociale contacten, verzorging)
  • Verpleging en verzorging (ouderdom, ernstig psychiatrische stoornis)
  • Bescherming (beschutting, gericht op zelfstandigheid)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zorgmijder?
Waarom is ambulante zorg belangrijk voor een zorgmijder met psychische klachten?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Visie op psychische aandoeningen
  • Biologisch model; functioneren van de hersenen, neurotransmitters, erfelijkheid
  • Psychologisch model; gedachten, emoties, doelen
  • Biopsychosociale model: biologische, psychologische, sociale factoren.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vier categorieën
1. Acute psychiatrie
2. Langdurige psychiatrie
3. Ouderenpsychiatrie 
4. Kinder- en jeugdpsychiatrie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acute psychiatrie
= crisisopvang
de crisisdienst van de Specialistische GGZ
 PAAZ (psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis)
Bij acute problematiek altijd eerst de huisarts bellen!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acute psychiatrie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreken we van langdurige (ernstige) psychiatrische aandoeningen? (EPA)
A
Klachten langer dan 1 jaar
B
Klachten langer dan 5 jaar
C
Klachten langer dan 3 jaar
D
Klachten langer dan 2 jaar

Slide 23 - Quizvraag

Ernstige psychiatrische aandoening (EPA)
Draagkracht en draaglast
In balans en uit balans
Life events 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Life Events

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Draagkracht betekent
A
De energie die je hebt om een last te kunnen dragen.
B
Alle dingen die je energie kosten.
C
Is het maximale gewicht dat je volgens de ARBO-wet mag dragen.
D
Alle antwoorden zijn onjuist.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Draaglast betekend
A
Factoren en eisen uit je omgeving die spanning veroorzaken.
B
Factoren die je leven leuk maken, waar je energie van krijgt.
C
Alle antwoorden zijn onjuist
D
Wat je in je leven de moeite waard vind.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw de Wit heeft reuma en veel beperkingen van de mobiliteit. Mevrouw is altijd positief.

Waar is sprake van?
A
Hoge draaglast en lage draagkracht
B
Lage draaglast en hoge draagkracht
C
Hoge draaglast en hoge draagkracht
D
Lage draaglast, lage draagkracht

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld met Coping?
A
Emotionele status.
B
Het omgaan met problemen.
C
Draagkracht
D
Draaglast

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van begeleiding

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welke psychiatrische stoornissen willen jullie meer informatie?

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van de les?
( in 1 woord (tip of top)

Slide 33 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies