B3 - Woorden 2.5 - les 1

op tafel: IPad + leesboek
  • lezen                                                                                               (10 min.)
  • online methode: Woordtrainer les 2.5                            (10 min.)
  • Lessonup - herhalen                                                                 (5 min.)
  • online methode: zelfstandig werken                               (10 min.)
  • Lessonup - exit ticket                                                               (5 min.)
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

op tafel: IPad + leesboek
  • lezen                                                                                               (10 min.)
  • online methode: Woordtrainer les 2.5                            (10 min.)
  • Lessonup - herhalen                                                                 (5 min.)
  • online methode: zelfstandig werken                               (10 min.)
  • Lessonup - exit ticket                                                               (5 min.)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Woorden
 - les 2.5

Slide 3 - Tekstslide

Woordenschat
Wanneer je meer woorden kent, kun je beter begrijpend lezend. 

Slide 4 - Tekstslide

Start van de les

Oefen met Woordentrainer

Hoofdstuk 2
les 2.5 woorden

Slide 5 - Tekstslide

Doel van de vorige les
  • Je leert de betekenis van verschillende woorden.
  • vaste voorzetsels

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het vaste voorzetsel?
Hij wil ... je praten.
A
voor
B
over
C
met
D
over

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het vaste voorzetsel van het werkwoord twijfelen ....?
A
met
B
aan
C
over
D
van

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het vaste voorzetsel?
Ik heb een hekel ... ruzie.
A
aan
B
van
C
voor
D
met

Slide 10 - Quizvraag

Vul aan met het vaste voorzetsel.
zeker zijn ........
A
in
B
van
C
op
D
met

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het vaste voorzetsel?
Ze is gek .... jou.
A
van
B
op
C
met
D
voor

Slide 12 - Quizvraag

werkwoord
tegenstelling
synoniem / betekenis
zin met woord

Slide 13 - Tekstslide

Doel van de les
  • Je leert de betekenis van verschillende woorden.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de betekenis van 'de beroepsbeoefenaar'?
A
iemand die een bepaald beroep heeft
B
een andere mogelijkheid hebben
C
iemand met een eigen bedrijf
D
het personeelslid, iemand die ergens werkt

Slide 15 - Quizvraag

steeds iets anders doen, de variatie
1 het verloop
2 de vooruitgang
iets wat je goed kunt
de ontwikkeling


de vaardigheid


de afwisseling


Slide 16 - Sleepvraag

Wat is de betekenis van 'registreren'?
A
elk detail kennen
B
iets grondig uitzoeken
C
vastleggen
D
tot gevolg hebben

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'resulteren in'?
A
meer of groter worden
B
tot gevolg hebben
C
vastleggen
D
elk detail willen weten

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'de schaal'?
A
meer of groter worden
B
tot gevolg hebben
C
iets waarmee je een verhouding laat zien
D
vastleggen

Slide 19 - Quizvraag

online oefenen: H2 - les 2.5 Woorden: opd. 1 t/m 10
timer
10:00
Klaar?

  • Stillezen
  • ander huiswerk
  • Woordentrainer

Slide 20 - Tekstslide

1. wanneer je iets al veel gedaan hebt (bn)
2. iets meemaken (ww)
niet lang geleden gemaakt of gebeurd
iets onderzoeken door het in stukjes te verdelen
de nadruk leggen op iets, beklemtonen
minder of kleiner worden
afnemen
recent
benadrukken
ervaren
analyseren

Slide 21 - Sleepvraag

Afsluiting

  • Huiswerk: afmaken les 2.5 opd. 1 t/m 10
  • Oefenen: Woordentrainer H2
  • Volgende les: leenwoorden

Slide 22 - Tekstslide