Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 2 en 3: Grammatica bijvoeglijk naamwoord
Welkom:
Pak je leesboek
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom:
Pak je leesboek
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen:
* Lezen
* Instructie
* Aan het werk
* Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Lezen:
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
leerdoel van deze week
Aan het einde van de lesweek kan ik bijvoeglijke naamwoorden in ten miste 8 van de 10 zinnen herkennen en benoemen.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Weet je het nog?
lw (lidwoorden) - de - het - een
znw (zelfstandig naamwoorden)
- mensen - dieren - planten - dingen - eigen namen
- je kan er een lidwoord voor zetten
bijvoorbeeld
kast - tas - boom - mond - gitaar - Amsterdam - Rijn - brood - tuin - docent - leerling - saus
Slide 6 - Tekstslide
Filmpje:
Nieuw Nederlands
Slide 7 - Tekstslide
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
lopen
B
boodschappen doen
C
wekker
D
staan
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
schaakbord
B
warme
C
uiteindelijk
D
hij
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het lidwoord (lw) en/of zelfstandig naamwoord(zn) in de zin:
Ik loop elke dag naar de bakker
Slide 11 - Open vraag
Wat is het lidwoord (lw) en/of zelfstandig naamwoord(zn) in de zin:
Hij werd in de ochtend gewekt.
Slide 12 - Open vraag
Wat is het lidwoord (lw) en/of zelfstandig naamwoord(zn) in de zin:
Utrecht is een hoofdstad .
Slide 13 - Open vraag
Wat is het lidwoord (lw) en/of zelfstandig naamwoord(zn) in de zin:
Is dit een oefening?
Slide 14 - Open vraag
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bn)
Heb jij mijn blauwe sportbroek gezien?
'blauwe' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'sportbroek'
de sportbroek is blauw
Slide 15 - Tekstslide
woordsoortbenoeming -
bijvoeglijk naamwoord (bn)
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over het zelfstandig naamwoord (zn)
Bijvoorbeeld:
De jongen | draagt | een jas
De
nieuwe
jongen | draagt | een
leren
jas. |
nieuwe
en
leren
zijn bijvoeglijke naamwoorden (bn)
de jongen is nieuw de jas is van leer
Slide 16 - Tekstslide
Oefenen met
bijvoeglijk naamwoord (bn)
Schijf steeds het bijvoeglijk naamwoord op.
Slide 17 - Tekstslide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bn) in de zin:
Zij heeft een gloednieuwe fiets gekregen.
Slide 18 - Open vraag
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bn)
Zij heeft een gloednieuwe fiets gekregen.
gloednieuwe is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'fiets'
De fiets is gloednieuw
Slide 19 - Tekstslide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bn) in de zin:
Er zit een stevig slot op.
Slide 20 - Open vraag
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bn)
Er zit een stevig slot op.
'stevig' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'slot'
het slot is stevig
Slide 21 - Tekstslide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bn) in de zin:
Het lijkt mij een dure fiets
Slide 22 - Open vraag
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bn)
Het lijkt mij een dure fiets
'dure' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'fiets'
de fiets is duur
Slide 23 - Tekstslide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) in de zin:
De gebakken aardappels zijn op.
Slide 24 - Open vraag
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw)
De gebakken aardappels zijn op.
'gebakken' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'aardappels'
de aardappels zijn gebakken
Slide 25 - Tekstslide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bn) in de zin:
Heb jij mijn blauwe sportbroek gezien?
Slide 26 - Open vraag
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bn)
Heb jij mijn blauwe sportbroek gezien?
'blauwe' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'sportbroek'
de sportbroek is blauw
Slide 27 - Tekstslide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord in de zin:
Wij maken lange wandelingen.
Slide 28 - Open vraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord in de zin:
In het donkere bos is iemand overvallen.
Slide 29 - Open vraag
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw) en zelfstandig naamwoord
In het donkere bos is iemand overvallen.
bos is het zelfstandig naamwoord : het bos
'donkere' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'bos'
het bos is donker
Slide 30 - Tekstslide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord in de zin:
Zij maakte de mooiste foto's
Slide 31 - Open vraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord in de zin:
Vanavond bekijk ik een spannende film.
Slide 32 - Open vraag
Aan het werk:
Maak online de opdracht van cursus7 spelling
4. Bijvoeglijk naamwoord
Slide 33 - Tekstslide
Afsluiting
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Blok 4 Grammatica 4.7 2BK
November 2024
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Blok 4 Grammatica 4.7 2BK
17 dagen geleden
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Blok 4 Grammatica 4.7 2BK
Maart 2021
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naawoord en bijwoord
Mei 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 1: nakijken OT en Sp. H3 | instaptoets | uitleg lw, znw, bnw en ww
Februari 2019
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Les 1: nakijken OT en Sp. H3 | instaptoets | uitleg lw, znw, bnw en ww
Januari 2020
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
2BK Grammatica woordsoorten (ww - lw - znw - bnw - vz)
Januari 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Woordsoorten H2 bn
Maart 2022
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1