TL3 - Waterleiding ontwerp

TL3 - Waterleiding ontwerp
Het dimensioneren en aanleggen van een waterleiding



 

qv=qn
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
InstallatietechniekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

TL3 - Waterleiding ontwerp
Het dimensioneren en aanleggen van een waterleiding



 

qv=qn

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
aan het eind van de les:

- Weet je welke eisen er zijn voor aanleg van een waterleiding
- Heb je kennis gemaakt met "de samengestelde methode"

bonus: hebben we klassikaal een waterleiding berekend

Slide 2 - Tekstslide

Wat zegt “de norm”
de NEN 1006 stelt dat “de leidingwaterinstallatie" zo moet zijn uitgevoerd dat: 

Onder normale omstandigheden de bij de toestellen nodige gebruiksdruk minimaal aanwezig is”

Slide 3 - Tekstslide

Wat zegt “de norm”
Om dit te kunnen bepalen moet een leidingwaterinstallatie zo zijn uitgevoerd dat:

De gewenste volumestroom en gebruiksdruk aan de tappunten en aansluitpunten voor toestellen beschikbaar zijn.

 


Slide 4 - Tekstslide

Wat zegt “de norm”
Om dit te kunnen bepalen moet een leidingwaterinstallatie zo zijn uitgevoerd dat:

Het water bij de tappunten (met het oog op volksgezondheid) betrouwbaar is.
en
Geluidshinder wordt vermeden.


 


Slide 5 - Tekstslide

Wat zegt “de norm”
Om dit te kunnen bepalen moet een leidingwaterinstallatie zo zijn uitgevoerd dat:

Deze geen aanleiding geeft tot verspilling van leidingwater en/of energie
en
Een langdurig en ongestoord gebruik is gegarandeerd

 


Slide 6 - Tekstslide

welke diameter?
Een berekening moet een balans maken tussen:

- Gebruikscomfort
- Investeringskosten
- Beperken van kwaliteitsvermindering (stilstaand water)

De berekeningen bepalen o.a. de maximale volumestroom.


Slide 7 - Tekstslide

welke diameter?
wat zou de maximale volumestroom zijn ?
maximale volumestroom
De maximale volumestroom is de grootste hoeveelheid vloeistof of gas die per tijdseenheid door een leiding, pomp, of ander transportmiddel kan stromen. Het wordt meestal gemeten in eenheden zoals:

Kubieke meter per seconde (m³/s)
Liter per seconde (L/s)
Kubieke voet per minuut (CFM)

Slide 8 - Tekstslide

Tap Eenheden &  q√n 
Uitgangspunt bij de berekening is dat een keukenkraan, douchemengkraan, toilet, fontein, etc. een standaard volumestroom heeft die wordt uitgedrukt in een Tap Eenheid (TE)

1 TE komt overeen met 0,083 L/s ( wat hetzelfde is als 5 liter per minuut )

(1 liter = 1 dm3 )

Slide 9 - Tekstslide

samengestelde methode
q√n is onderdeel van de samengestelde methode 
buiten de standaard “tapeenheden” houdt deze ook rekening met
- brandslanghaspels 
 - spoelkranen
-  andere continu volumestromen
 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De samengestelde methode ( q√n )
Een badkamer is voorzien van:
- douche
- bad
- dubbele wastafel
toilet

Hoeveel TE heeft de badkamer dan?
(zie tabel blz 42 boek drinkwater techniek)

Slide 12 - Tekstslide

De samengestelde methode ( q√n )
Een badkamer is voorzien van:
- douche : 4 TE
- bad : 4 TE
- dubbele wastafel : 2 x 1 TE
toilet : 0,25 TE

Hoeveel TE heeft de badkamer dan? totaal 10,25 TE
(zie tabel blz 42 boek drinkwater techniek)

Slide 13 - Tekstslide

Willen we de diameter berekenen?
qv=qn
qv=VA
A=r2π
Stap 1: wat is de te verwachten volumestroom
Stap 2: welke "oppervlakte" moet de buis hebben
Stap 3: Wat is dan de diameter van d ebuis

Slide 14 - Tekstslide

stap 1 -  qv=q√n 
qv=qn
q = 0,083 dm3/sec
n = totaal aantal tapeenheden (10,25 TE)
qv=0,08310,25
qv=0,083 x 3,2
qv= 0,266 dm3/sec



Slide 15 - Tekstslide

stap 2 - qv = V x A
qv = V x A
qv = volumestroom (zie stap 1)
V = maximale snelheid 
A = oppervlakte van de buis




In leidingen wordt een stroomsnelheid toegestaan van maximaal 2,0 m/s.

Voor die situaties waarbij geluidsoverlast beperkt moet worden, wordt een stroomsnelheid < 1,5 m/s aanbevolen,

Slide 16 - Tekstslide

stap 2 - qv = V x A
V = 1,5 m/sec = 15 dm/sec
0,266 dm3/sec = 15 dm/sec x A






A=Vqv
A=150.266=0,018dm2

Slide 17 - Tekstslide

stap 3 - Oppervlakte cirkel (r² x π)
r2=π0,018dm2=0.0057dm2
0,018dm2=r2π
r=0.0057=0.075dm
d=0.075dm2=0.15dm=1,5cm=15mm

Slide 18 - Tekstslide

Conclusie
Een waterleiding berekenen is best pittig.




In het derde leerjaar komen we hier uitvoerig op terug.


!?

Slide 19 - Tekstslide