Woordenschat 1.1 betekenis afleiden uit de tekst

Welkom bij Nederlands
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scan de QR code








Of ga naar menti.com en gebruik de code 6072 0522

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen? 
  • Uitleg 1.1 betekenis afleiden uit de tekst
  • Zelfstandig werken
  • Wat hebben we vandaag geleerd? 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we de vorige keer geleerd? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg 1.1 
Betekenis afleiden uit de tekst

Doel: 
Je leidt de betekenis van een onbekend woord af uit de rest van de tekst. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg 1.1




5 manieren om de betekenis op te zoeken

  • Synoniem
  • Omschrijving
  • Voorbeelden
  • Tegenstelling
  • Afbeelding

Slide 6 - Tekstslide

De breuken 1/4 en 3/4 zijn gelijknamig, ze hebben dezelfde noemer. 
Opdracht 4

Leid de betekenis van de onderstreepte woorden af uit de zinnen: 

De politie trad kordaat op tijdens de brand. Omdat ze de situatie moedig tegemoet traden, kon grote schade worden voorkomen. 

Slide 7 - Tekstslide

De breuken 1/4 en 3/4 zijn gelijknamig, ze hebben dezelfde noemer. 
Leid de betekenis van het woord kordaat af uit de volgende zin:

De politie trad kordaat op tijdens de brand. Omdat ze de situatie moedig tegemoet traden, kon grote schade worden voorkomen.
A
Dapper
B
Rustig
C
Voorzichtig

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leid de betekenis van het woord frequent af uit de zin:

Ramon is een frequent bezoeker van de kapper. Dat weet ik, omdat ik hem daar bijna elke week zie.
A
Beroerd
B
Matig
C
Regelmatig
D
Nooit

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Extra opdracht 1.1

Slide 10 - Tekstslide

De breuken 1/4 en 3/4 zijn gelijknamig, ze hebben dezelfde noemer. 
Je mag nu zelfstandig aan de slag!



Schrijf tijdens de les minimaal 3 moeilijke woorden op.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Ga zelfstandig aan de slag met opdrachten 1 t/m 8.

Klaar?
Dan ga je aan de slag met 2F of je gaat lezen! 
timer
30:00000

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke moeilijke woorden kwam je deze les tegen?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Raadsel

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies