Geüniformeerde beroepen H4

H4 - veilig wonen 
Geüniformeerde dienstverlening en veiligheid

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H4 - veilig wonen 
Geüniformeerde dienstverlening en veiligheid

Slide 1 - Tekstslide

Doelstellingen

- Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
- Wat de oorzaken van inbraak zijn;
- Hoe je een huis kunt beveiligen tegen inbraak;
- Hoe je een risico-inventarisatie kunt doen en oplossingen kunt zoeken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de oorzaken van een inbraak?

Slide 3 - Open vraag

Inbraak 
Mogelijke oorzaak:
- Aantrekkelijk omdat er veel geld of waardevolle spullen te vinden zijn
- Slecht beveiligd



Slide 4 - Tekstslide

Voorkomen van inbraak:
- Verstop geen sleutels
- Hang geen adreslabel aan je sleutel
- Laat geen sleutels op het slot staan
- Berg waardevolle spullen op
- Zorg voor voldoende verlichting
- Geen laders of containers rond het huis
- Geen grote bomen voor ramen of deuren

Slide 5 - Tekstslide

Je wilt een inbraak voorkomen waar moet je op letten als het om sleutels gaat?

Slide 6 - Open vraag

je wilt een inbraak voorkomen waar moet je op letten als het om de omgeving van je huis gaat?

Slide 7 - Open vraag

Op vakantie…

- Het huis blijft leeg achter, wat kun je doen?
- Buren informeren
- Geen posts op social media of op de voicemail
- Laat lichten branden met behulp van een tijdklok
- Zet een tweede auto op de oprit
- Zorg voor een bewoonde sfeer
- Gebruik een alarmsysteem


Slide 8 - Tekstslide

Je wilt een inbraak voorkomen als je op vakantie gaat. Benoem dingen waar je op moet letten.

Slide 9 - Open vraag

Werkwijze inbrekers

- Deuren of ramen intrappen
- Een cilinder afbreken
- De deur openmaken door ‘hengelen’ via de brievenbus
- Een gaatje boren om raam of deur te openen
- De babbeltruc
- Insluipen
- Flipperen
- De cilinder uittrekken

Slide 10 - Tekstslide

Wat doe je na een inbraak?

Na een inbraak is het belangrijk
dat je aangifte doet. Dit kan op
het politiebureau of via internet.
Geef het ook door aan je
inboedelverzekeraar.

Slide 11 - Tekstslide

Een huis beveiligen tegen inbraak

Je kunt je huis laten keuren door de politie op inbraakpreventie. Dit noem je het Politiekeurmerk Veilig Wonen. De eisen van dit keurmerk gaan over:
- Goedgekeurd hang- en sluitwerk
- Goede verlichting
- Rookmelders
- Zicht vanuit de hal op degene die voor de deur staat

Slide 12 - Tekstslide

Gevolg van inbraak

-Schade aan hang- en sluitwerken, kapotte deuren, ramen enz., - - Vermissingen van spullen


Slide 13 - Tekstslide

Gevolg van inbraak

- Gevoel van onveiligheid 
- Vermissingen kunnen een emotionele waarde hebben.


Slide 14 - Tekstslide

Gelegenheidsinbreker?
Een gelegenheidsinbreker werkt met klein materiaal, zoals een tang of een schroevendraaier. Hij wordt actief als hij een woning ziet waar vermoedelijk wat te halen is. Vervolgens wil hij maar één ding. Ongezien naar binnen, gauw wat pakken en vlug weer weg.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe gaat een gelegenheidsinbreker te werk?

Slide 16 - Open vraag

Risico-inventarisatie
Met een risico-inventarisatie kun je zicht krijgen
op de risico’s van een inbraak.
Je bekijkt vervolgens hoe je deze
risico’s het beste kunt beperken.

Slide 17 - Tekstslide

wat moet je doen na een inbraak?

Slide 18 - Open vraag

wat zijn manieren van inbreken?

Slide 19 - Open vraag

Wat is materiële schade?

Slide 20 - Open vraag

Wat is immateriële schade?

Slide 21 - Open vraag

Inbraak in woning 
Opdracht 4.07 uit het werkboek
Video kijken
------------------

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Politiekeurmerk
Opdracht 4.10 uit het werkboek
Video kijken
---------------------

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Hierbij wil de inbreker met bijvoorbeeld een kleerhangertje de slothaak opentrekken.

Slide 26 - Open vraag

De inbreker wil met een kleerhangertje de slothaak opentrekken. Hoe noem je dat?
A
Flipperen
B
Hengelen
C
Babbeltruc
D
Politiekeurmerk

Slide 27 - Quizvraag

Een inbreker kan met een pasje tussen de deur en het kozijn het slot indrukken en openen. Hoe je noem je dat?
A
Hengelen
B
Preventie
C
Flipperen
D
Babbeltruc

Slide 28 - Quizvraag

Hierbij bekijk je het huis en de omgeving en bepaal je welke risico’s er op inbraak zijn.

A
Babbeltruc
B
Flipperen
C
Risico-inventarisatie
D
Politiekeurmerk

Slide 29 - Quizvraag

Een inbreker belt aan met een smoesje om zo je huis binnen te komen. Vraag bezoekers daarom altijd om een identiteitsbewijs
A
Babbeltruc
B
Flipperen
C
Politiekeurmerk
D
Hengelen

Slide 30 - Quizvraag

Het politiekenmerk is een keurmerk voor het gebied van inbraakpreventie.
A
Preventie
B
Flippen
C
Gelegenheidsinbraak
D
Politiekeurmerk

Slide 31 - Quizvraag

Werkboek 
Opdracht: maak blz 236 t/m 240
Tijd: 10 min
klaar? gezamenlijk nakijken

Slide 32 - Tekstslide

Werkboek 
Opdracht: maak blz 242 t/m 246
Tijd: 10 min
Klaar? Gezamenlijk nakijken 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Les 2
-Inbraakgevoeligheid van de school beoordelen
-Knelpunten rapporteren 
-Aanbevelingen geven voor het oplossen van de knelpunten.

Slide 35 - Tekstslide

Buitenopdracht
 1 lesuur!
Jij gaat de inbraakgevoeligheid van onze school beoordelen. 
- Je bekijkt buiten- en binnenkant van het gebouw.
- Je bekijkt ramen, deuren en sloten op inbraakgevoeligheid.
-Je bekijkt het dak op inbraakgevoeligheid.
- let op de ligging van het gebouw als het om inbraakgevoeligheid gaat.
- let op de toegang tot het schoolplein als het om inbraakgevoeligheid gaat.
Klaar? Herkent en rapporteert de knelpunten. Je geeft aanbevelingen voor het oplossen van de knelpunten.

Slide 36 - Tekstslide

Knelpunten rapporteren 
Knelpunten rapporteren en je doet aanbevelingen voor het oplossen van de knelpunten.
Dit doe je in een word bestand.
Ben je klaar? mail het bestand naar mij!
TIJD: 40 min

Slide 37 - Tekstslide