11.1 Start P2, H11 en 11.1 Hart

                    Tops in de biologielessen mrnc:______
Persoonlijk: Enthousiast
Uitleg: KWT helpt heel goed, Oefenopdrachten is fijn. Prima uitleg
LessonUp: Duidelijk verteld om stof te begrijpen 2x, Goede LessonUps zijn fijn 3x
Aantekeningen:  
Huiswerk:
Toets:  Goed te doen







                    Tips in de biologielessen mrnc:______
Persoonlijk: Strenger optreden
Uitleg: kortere uitleg 7x, stof beter verdelen 3x, stof in kleinere porties behandelen 4x, minder info op het bord, Meer vragen oefenen,  Niet voorlezen 2x. Duidelijker en niet herhalen. Meer afwisselen met opdrachten. Meer afwisselen met huiswerk. Rustiger uitleggen.
Per onderwerp (niet door elkaar)
LessonUp: Vaker mee oefenen.
Aantekeningen: Méér (duidelijke) aantekeningen maken 5x
Huiswerk: Meer tijd tijdens de les (5x) Selectie van opdrachten per paragraaf 4x, Te veel hw, Hw tijdens de les
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

                    Tops in de biologielessen mrnc:______
Persoonlijk: Enthousiast
Uitleg: KWT helpt heel goed, Oefenopdrachten is fijn. Prima uitleg
LessonUp: Duidelijk verteld om stof te begrijpen 2x, Goede LessonUps zijn fijn 3x
Aantekeningen:  
Huiswerk:
Toets:  Goed te doen







                    Tips in de biologielessen mrnc:______
Persoonlijk: Strenger optreden
Uitleg: kortere uitleg 7x, stof beter verdelen 3x, stof in kleinere porties behandelen 4x, minder info op het bord, Meer vragen oefenen,  Niet voorlezen 2x. Duidelijker en niet herhalen. Meer afwisselen met opdrachten. Meer afwisselen met huiswerk. Rustiger uitleggen.
Per onderwerp (niet door elkaar)
LessonUp: Vaker mee oefenen.
Aantekeningen: Méér (duidelijke) aantekeningen maken 5x
Huiswerk: Meer tijd tijdens de les (5x) Selectie van opdrachten per paragraaf 4x, Te veel hw, Hw tijdens de les

Slide 1 - Tekstslide

H11 Transport (CE)
11.1 Het hart
11.2 Transportvaten
11.3 Bloeddruk en stroomsnelheid 
11.4 Bloedplasma en bloedcellen
11.5 Weefselvloeistof en lymfe

Slide 2 - Tekstslide

11.1 Het hart
Leerdoelen:
1. Je beschrijft de bouw en functie van het hart en legt uit hoe slagvolume en
     hartslagfrequentie zich aanpassen aan de omstandigheden.
2. Je beschrijft hoe artsen handelen bij een hartstilstand.
3. Je beschrijft de electrische activiteit van het hart.
4. Je beschrijft de rol van de hart- en slagaderkleppen in het hart.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Tekstslide

Hartklep pen tussen linkerboezem en kamer
Hartkleppen tussen de rechterboezem en kamer
Slagaderkleppen
naar longslagader
Slagaderkleppen
naar de aorta

Slide 14 - Sleepvraag

P
QRS
T
Samen trekken boezems
Samen trekken kamers
Hartpauze

Slide 15 - Sleepvraag

Wat gebeurt er tijdens de hartslag in 3 fases? Sleep de juiste omschrijving naar de juiste hartfase.
Boezems trekken samen
Hartpauze
Kamers trekken samen

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide


Een hartaanval of een hersenberoertje krijg je eigenlijk door dezelfde reden. Welke reden?


A
Je hart houd opeens op met pompen
B
Je hebt niet genoeg zuurstof in je bloed
C
Er komt ergens een bloedprop die iets blokkeert
D
Doordat je hart teveel bloed in 1 keer pompt

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de naam van het dichtgeslibde
bloedvat?
En wat zien we hier?
A
Kransader, hartaanval
B
kansader, hartinfarct
C
kransslagader, hartaanval
D
kransslagader, hartinfarct

Slide 22 - Quizvraag

Er word via de bloedvaten een soort ballonnetje naar de plek van een vernauwing gebracht en opgeblazen. dit heet...
A
Dotteren
B
Stent
C
Bypass
D
Ballonnetje

Slide 23 - Quizvraag

Kris heeft op plaats 2 een vernauwing zitten. De artsen besluiten een hartinfarct te voorkomen met behulp van een stent. Wat zullen de artsen doen?
A
Er wordt met behulp van een stent een omleiding gemaakt.
B
Er wordt met behulp van een gezond stuk bloedvat een omleiding gemaakt.
C
Er wordt met behulp van een ballonnetje een stent opgeblazen in het bloedvat. Het ballonnetje wordt weggehaald en de stent blijft achter.
D
Er wordt met behulp van een stent een ballonnetje opgeblazen in het bloedvat. De stent wordt weggehaald en het ballonnetje blijft achter.

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide