221129 epilepsie, koortsconvulsie en caps cortico

29-11-22
epilepsie 
koortsconvulsie
cortico capsules 
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSPMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

29-11-22
epilepsie 
koortsconvulsie
cortico capsules 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van epilepsie?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Wat kun je doen als een patient een tonisch clonische aanval krijgt?
6. En wat kun je doen om een tongbeet te voorkomen?

Slide 6 - Open vraag

5.Beschermen patiënt 
6.Het voorkómen van tongbeet tijdens tonisch-clonische aanvallen is alleen goed mogelijk wanneer u de aanval enige tijd van tevoren ziet of voelt aankomen. Wanneer dit niet het geval is, is het kwaad vaak al geschied voordat u iets hebt kunnen doen. Bovendien zijn de kaken dan inmiddels zo sterk op elkaar geklemd, dat het meestal niet meer lukt om nog iets tussen de kiezen te krijgen. Harde voorwerpen zijn taboe, omdat hierdoor gemakkelijk kiezen of tanden kunnen breken. De wonden aan de tong die door tongbeet ontstaan, zijn enkele dagen pijnlijk, maar zij genezen altijd snel en zonder problemen. In het algemeen is het dus beter geen maatregelen te nemen om tongbeet te voorkomen. 
7: Noem een aantal situaties die epileptische aanvallen kunnen uitlokken.

Slide 7 - Woordweb

Het is meestal niet duidelijk waarom iemand met epilepsie op een bepaald moment een aanval krijgt. De aanval komt als het ware uit het niets. In sómmige gevallen is de aanleiding wel helder: er bestaat een duidelijk verband tussen bepaalde situaties en het krijgen van een aanval. Dergelijke aanleidingen worden ook wel 'triggers' genoemd.
Sommige mensen krijgen een aanval:
• na overmatig alcoholgebruik
• voor of na grote spanningen/emoties
• door een tekort aan slaap
• voor en tijdens de menstruatie (hormonale veranderingen)
• door sterke wisselingen van temperatuur, zoals bij koorts

Vraag 8: Wat moet je doen als een epileptische aanval lang duurt (bijvoorbeeld langer dan 5 minuten) of bij status epilepticus?
Wanneer een aanval langer duurt dan vijf minuten of wanneer de ervaring leert dat na de eerste aanval er meestal nog één of meer volgen, is het nuttig om geneesmiddelen te geven die de aanval stoppen (couperen) of de direct volgende aanvallen voorkomen. Er kan anders sprake zijn van een (dreigende) status epilepticus. Het medicijn dat in eerste instantie gebruikt kan worden is een rectiole, een tubetje met een vloeibaar medicijn dat via de anus kan worden toegediend. Een leek kan dit toedienen, mits hij de juiste instructies heeft gekregen. De behandelend arts moet het middel hebben voorgeschreven. Het effect van de rectiole zal veelal na enkele minuten optreden. Is dit niet het geval dan moet de hulp van een arts worden ingeroepen. Het heeft geen zin om te proberen de persoon door aanspreken uit de aanval te halen. Hij of zij hoort, ziet en voelt immers niets; de normale reacties op prikkels van buiten zijn tijdelijk uitgevallen.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 8: Wat moet je doen als een epileptische aanval lang duurt (bijvoorbeeld langer dan 5 minuten) of bij status epilepticus?
Wanneer een aanval langer duurt dan vijf minuten of wanneer de ervaring leert dat na de eerste aanval er meestal nog één of meer volgen, is het nuttig om geneesmiddelen te geven die de aanval stoppen (couperen) of de direct volgende aanvallen voorkomen. Er kan anders sprake zijn van een (dreigende) status epilepticus. Het medicijn dat in eerste instantie gebruikt kan worden is een rectiole, een tubetje met een vloeibaar medicijn dat via de anus kan worden toegediend. Een leek kan dit toedienen, mits hij de juiste instructies heeft gekregen. De behandelend arts moet het middel hebben voorgeschreven. Het effect van de rectiole zal veelal na enkele minuten optreden. Is dit niet het geval dan moet de hulp van een arts worden ingeroepen. Het heeft geen zin om te proberen de persoon door aanspreken uit de aanval te halen. Hij of zij hoort, ziet en voelt immers niets; de normale reacties op prikkels van buiten zijn tijdelijk uitgevallen.

9: Geef een korte algemene omschrijving van de werking van anti epileptica.

Slide 9 - Open vraag

Maken de zenuwen weer ‘rustig’ waardoor de ongecontroleerde elektrische ontladingen verminderen. 
10: Welke bijwerkingen kende je niet?

Slide 10 - Woordweb

Sedatie: versuffing Ataxie: een samenvattend begrip voor verschillende verstoringen van het evenwicht en de bewegingscoördinatie. Nystagmus: een verschijnsel of symptoom waarbij de ogen op een specifieke manier heen en weer bewegen, met een trage fase naar de aangetaste kant en een snelle fase naar de gezonde kant. Anorexie: een gebrek aan eetlust 
11: Uitsluipen is belangrijk omdat anders de kans op aanvallen toeneemt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 12: Wat zijn convulsies?
Onwillekeurige spiersamentrekkingen
Vraag 13: Zoek de handelsnamen op van midazolam en clonazepam.
Midazolam = Dormicum Clonazepam = Rivotril

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14: Wat bedoelt men met ‘ter coupering van de aanval’?

Slide 14 - Open vraag

Stoppen van een aanval 
15: Wat is neuropathische pijn?
A
Pijn door schade aan weefsel
B
Maligne pijn
C
Pijn door schade aan zenuwen
D
Nociceptieve pijn

Slide 15 - Quizvraag

Vraag 16: Zoek de handelsnaam op van pregabaline.
Pregabaline = Lyrica

17: Wat is het verschil in de dosering van amitryptiline bij depressie en voor de behandeling van neuropathische pijn.

Slide 16 - Open vraag

Verschillen depressie hogere start dosering en frequentie dan neuropatische pijn ernstige depressie;
Volwassenen
Begindosering: 25 mg 2×/dag. Zo nodig elke 2 dagen verhogen met 25 mg tot max. 75 mg 2× per dag; daarna titreren naar de laagste nog effectieve dosis. De behandeling lang genoeg voortzetten, gewoonlijk tot 6 maanden na herstel; daarna geleidelijk afbouwen over een periode van enkele weken.
Neuropatische pijn Volwassenen
Begindosering: 's avonds 10–25 mg, om de 3–7 dagen geleidelijk verhogen met 10 óf 25 mg/dag. Aanbevolen doses zijn 25–75 mg/dag. Wees voorzichtig met doses boven 100 mg. De dosis 1×/dag 's avonds geven of opgesplitst in 2 doses; een enkelvoudige dosis van meer dan 75 mg wordt afgeraden
18: Wat zijn bipolaire stoornissen?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

19: Zoek nog even de betekenis op van de term contra indicatie als je dit vergeten bent.

Slide 18 - Open vraag

Een contra-indicatie of, vooral in België, een tegenaanwijzing is een reden of omstandigheid om een bepaalde behandeling of geneesmiddel niet toe te passen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

20: Leg uit waarom dit interactiesignaal ontstaat: carbamazepine met OAC

Slide 20 - Open vraag

Door stimulatie van het leverenzym CYP3A4 door carbamazepine worden de bestanddelen van de anticonceptiepil versneld afgebroken. De anticonceptiepil kan hierdoor minder betrouwbaar worden. 
21: Hoe wordt deze interactie opgelost?

Slide 21 - Open vraag

Zwangerschap is gemeld bij combinatie van de pil met een enzyminducerend anti-epilepticum. De betrouwbaarheid van de pil is verminderd tijdens het gebruik van en tot ten minste 4 weken na staken van enzyminducerende anti-epileptica.
Perampanel: de interactie geldt alleen bij perampaneldosering 12 mg/dag of hoger.
vermijd de combinatie
Alternatief voor de pil: een levonorgestrelbevattend spiraaltje, een koperhoudend spiraaltje of de prikpil.
Als vermijden niet kan
adviseer een condoom
Condooms in aanvulling op de pil moeten worden gebruikt tot ten minste 4 weken na staken van de inductor.
Na staken van de inductor stijgt de hormoonspiegel geleidelijk, dit kan enkele weken duren.
Verhoging van de pildosering wordt niet meer geadviseerd, uitsluitend als laatste optie; zie ook Achtergrondinformatie.
22: Welke interactiesignalen ontstaan en hoe worden ze opgelost?

Slide 22 - Open vraag

doxycycline+ OAC+ carbamazepine 
Therapiefalen van doxycycline kan optreden. De doxycyclinespiegel daalt door inductoren.
vervang doxycycline; andere tetracyclines of antibiotica worden nauwelijks of niet beïnvloed door inductoren
OF verhoog de doxycyclinedosis; het is echter niet bekend tot welke dosis moet worden verhoogd, er wordt gesproken over een verdubbeling
Na staken van de inductor stijgt de doxycyclinespiegel geleidelijk, dit kan enkele weken duren.
Ciproxin+Lyrica+ Carbamazepine+ amitrytiline
23 Wat is het probleem

Slide 23 - Open vraag

Er is geen probleem, er is namelijk geen sprake van epilepsie maar van neuropathische pijn. 
Mechanisme Chinolonen + epilepsie 
De convulsies worden waarschijnlijk veroorzaakt doordat chinolonen de binding
van GABA aan de GABA- receptoren verhinderen, waardoor de synaptische activiteit
van GABA vermindert. Hierdoor ontstaat er een verhoogde excitatie in het CZS
die resulteert in myoclonus, gevolgd door convulsies.
Mechanisme Antidepressiva + epilepsie 
Het mechanisme is onbekend. Mogelijk spelen veranderingen in het dopaminerge of cholinerge evenwicht en vermindering in GABA-spiegels een rol.
Klinische gevolgen
Toename van het aantal epileptische aanvallen.
Achtergrondinformatie
Het effect is dosisafhankelijk. TCA´s hebben een hoger aanvalsrisico dan SSRI´s, moclobemide en de andere antidepressiva (duloxetine, mianserine, mirtazapine, trazodon, venlafaxine, vortioxetine), deze hebben daarom de voorkeur boven TCA´s.
Medicatiehistorie:
• Ethinylestradiol 30 μg Levonorgestrel 150 μg tabletten (gestopt)
• Carbamazepine 200mg tabl
• Foliumzuurtabl 0,5mg
+recept carbamazepine
24. Wat is het probleem?

Slide 24 - Open vraag

Het gebruik van anti epileptica bij zwangerschap 
Het gebruik van carbamazepine tijdens de zwangerschap geeft een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen. Epileptische aanvallen tijdens de zwangerschap kunnen nadelige effecten hebben voor moeder en kind.
wisselen of stoppen tijdens de zwangerschap wordt niet aanbevolen
extra controle van moeder en kind dient plaats te vinden
vertel de patiënt dat plotseling stoppen met een anti-epilepticum gevaarlijk kan zijn voor haar en haar ongeboren kind
Achtergrondinformatie
Epileptische aanvallen tijdens de zwangerschap, vooral tonisch-clonische aanvallen, kunnen nadelige effecten hebben voor moeder en kind.
Vrouwen die behandeld worden voor epilepsie kunnen de medicatie tijdens de zwangerschap meestal niet staken. Maak bij voorkeur vóór de zwanger­schap een zorgvuldige afweging over het gebruik van anti- epileptica. Kies zo mogelijk voor een voorkeursmiddel. Een deel van de overige anti-epileptica heeft een hoger risico op aangeboren afwijkingen. Bij gebruik van valproïnezuur is het risico het grootst. Het risico op het ontstaan van afwijkingen neemt verder toe bij het gebruik van combi­naties van anti-epileptica; vermijd polytherapie dus zoveel mogelijk.
Carbamazepine geeft een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen. Dit risico is dosisafhankelijk. De kans op een kind met een afwijking is rond 6% (bij dosering >700 mg/dag). Het gaat hierbij om schisis, hartafwijkingen, afwijkingen aan de ledematen, uroge­nitale afwijkingen (waaronder hypospadie) en dysmorfe gezichtskenmerken. De kans op een neuraalbuisdefect (spina bifida) na gebruik van carbamazepine is verhoogd, maar minder dan bij valproïnezuur. Nadelige effecten op de pre- en postnatale groei kunnen optreden. Er zijn geen eenduidige resultaten over langetermijneffecten. De meeste studies vinden geen negatieve invloed op cognitieve en mentale ontwikkeling, maar meer onderzoek is nodig.
Controleer regelmatig de plasmaspiegels van anti-epileptica. Tijdens de zwangerschap verandert de farmacokinetiek. Hierdoor kunnen de plasmaspiegels in de loop van de zwangerschap dalen. Dit kan leiden tot verminderde aanvalscontrole. Pas de dosering aan op geleide van de plasmaspiegel. Stel de dosering na de geboorte tijdig bij.
Gebruik van sommige van deze anti-epileptica kan vitamine-K-deficiëntie veroorzaken, waardoor stollingsstoornissen bij de pasgeborene kunnen optreden. Dit geldt voor carbamazepine, oxcarbazepine, fenytoine en topiramaat. Toediening van vitamine K aan de pasgeborene kan dit voorkomen. Een aanbeveling voor intramusculaire toediening is opgenomen in de Richtlijn Vitamine K van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde NVK. Er is geen overtuigend bewijs dat maternale vitamine-K-profylaxe vóór de geboorte zinvol is.
Foliumzuursuppletie bij gebruik van anti-epileptica is belangrijk. Sommige van deze middelen kunnen een foliumzuurtekort veroorza­ken. De dosering is net als voor elke zwangere vrouw 0,4-0,5 mg per dag. Een dosis van 5 mg wordt alleen geadviseerd bij zwange­ren die een bewezen foliumzuurtekort hebben of die eerder een kind met een neuraalbuisde­fect (waaronder spina bifida) hebben gekregen, en bij paren waarvan een van de ouders zelf een neuraalbuisdefect heeft.
Maak de opdracht 
Koortsconvulsie 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak duo's
bespreek de vragen en geef aan welke vraag je no uitgelegd wil hebben 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraag moet worden besproken?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat is een andere naam voor koortsconvulsie?

Slide 29 - Tekstslide

koortsstuip
2. Waardoor wordt een koortsconvulsie verookzaakt?

Slide 30 - Tekstslide

plotselinge stijging van de lichaamstemperatuur
3. Wat gebeurt er met een kindje dat een koortsconvulsie heeft?

Slide 31 - Open vraag

Wanneer een kind koortsconvulsie krijgt, kan het voorkomen dat het ineens helemaal verstijft (strekkramp). Daarna gaan beide armen en benen heftig schokken. Deze schokken kunnen enkele tot 15 minuten duren en gaan vanzelf over.
Het kan zijn dat het kind even ophoudt met ademen. Na de koortsstuip is het vaak nog even suf en niet goed te wekken. Een uur na het begin van de koortsstuip is het kind weer helder en aanspreekbaar. Het kijkt en reageert weer normaal. Het kind kan nog wel enige tijd huilen en onrustig zijn. (apotheek.nl)

4. Is de kans groot dat een kind dat eenmaal een koortsconvulsie heeft gehad, bij een volgende koortsaanval opnieuw een koortsstuip krijgt?
ja
nee

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

5. Wat kan een ouder zelf doen als een kind een koortsconvulsie heeft?

Slide 33 - Open vraag

● Probeer rustig te blijven.
● Maak met een vinger de mond van uw kind leeg, zodat uw kind goed kan ademen.
● Leg uw kind op de zij zodat het zich niet kan verslikken.
● Zorg dat uw kind niet kan vallen en zich niet kan stoten of bezeren.
● Bel dan direct de huisarts, ook al is het schokken misschien al gestopt.
● Kijk of uw kind aan béide armen en benen of alleen aan één arm of been trekkingen heeft.

6. Kan je paracetamol geven bij een koortsconvulsie?
A
ja zeker
B
bee hoor

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6.Wat is de merknaam van Stesolid en uit welke groep komt dit. En wat is eigenlijk een rectiole?

Slide 35 - Open vraag

diazepam, benzo, klysma
7. Controleer de dosering.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8. Hoe moet een rectiole worden toegediend? 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Dien bij een aanval het klysma bij uw kind toe. Het toedienen kan door een gezinslid, verzorger of arts.
2. Leg het kind op zijn zij met het onderste been gestrekt en het bovenste been opgetrokken. Zie ook het instructiefilmpje 'Toedienen van zetpil of klysma'.
3. Verwijder het dopje van het klysma.
4. Breng de lange tuit tot de helft via de anus naar binnen in de darm.
5. Knijp het klysma langzaam leeg.
6. Haal de tuit uit de anus terwijl u het klysma ingedrukt houdt. Hiermee voorkomt u dat de vloeistof weer in de fles terugloopt.
7. Laat uw kind 5 tot 10 minuten liggen en houd de billen van uw kind bij elkaar. Hiermee voorkomt u dat de vloeistof er weer uitkomt en kan het klysma beter werken. 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9. Wat betekent dat iets off-label wordt gebruikt?

Slide 40 - Open vraag

Het gnm is dan niet geregistreerd voor de indicatie waar het voor wordt voorgeschreven. Het wordt dan wel daar gebruikt en in de praktijk wordt het wel voorgeschreven voor de niet-geregistreerde indicatie. De fabrikant heeft het gnm niet onderzocht bij die betreffende indicatie.
Officieel moet aan de patiënt worden aangegeven dat zij bewust zijn van het feit dat het middel niet geregistreerd en dus uitgebreid onderzocht is voor de indicatie waarvoor zij het krijgen. In de praktijk wordt dit niet echt zo duidelijk benadrukt.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestudeer de bereiding van de volgende corticosteroid capsule 


  1. Dexamethason capsule
  2. Hydrocortison capsule
  3. Prednisolon capsule 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek een  je nummer op

Bespreek de bekeken  bereidingswijze en vergelijk ze. 
Wat valt jullie op? 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prednisolon caps 15mg no 60st

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prednisolon 15mg no60st
  • Weeg 15mg x 60 =900mg prednisolon af
  • Afwegen van de hoeveelheid Primojelcapsulevulmengsel gelijk aan vijfmaal de hoeveelheid prednisolon. => 5 x 900mg= 4500mg
  • Uitspreiden van de helft van het Primojelcapsulevulmengsel in een roestvaststalen mortier. = 2250mg
  • Deponeren van de prednisolon op het Primojelcapsulevulmengsel.
  • Bedekken van de prednisolon met de andere helft van het Primojelcapsulevulmengsel.
  • = 2250mg
  • Mengen van de prednisolon met het Primojelcapsulevulmengsel.
  • Plaats mengsel in mc en vul aan met minstens (200mgx60)-4500=7500mg primojel tot 22ml
  • meng na etc

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies