H3 26.03.2021

Guten Morgen!
Freitag 26.03.2021
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Guten Morgen!
Freitag 26.03.2021

Slide 1 - Tekstslide

Heute
- Kurzes Video
- Wiederholung von Wörtern
- Kurze Wiederholung Grammatik Kapitel 3
- Kurze Wiederholung Grammatik Kapitel 4
- Wiederholungsaufgaben
- Sprechfertigkeit: Aufgabe 31

Slide 2 - Tekstslide

Aufgabe beim Video
Vertalen:
Unterstützung -
Klimaat - 
Nachhaltig(keit) - 

Door wie worden de jongeren van Fridays for Future geholpen?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Aufgabe beim Video
Vertalen:
Unterstützung - 
Klimaat - 
Nachhaltig(keit) - 

Door wie worden de jongeren van Fridays for Future geholpen?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Die Antworten
  1. darstellen - voorstellen
  2. die Messe - de beurs
  3. der Bleistift - het potlood
  4. sich freuen - zich verheugen
  5. schließlich - ten slotte
  6. versuchen - proberen
  7. sich anschauen - bekijken

Slide 7 - Tekstslide

Grammatik Kapitel 3
Können, müssen, dürfen, wollen & wissen im Präteritum.


Slide 8 - Tekstslide

Ich _______ gestern meinen Laptop nicht finden. (kunnen)

Slide 9 - Open vraag

Warum _______ du vorige Woche zum Arzt?
A
müsstest
B
musstet
C
musstest
D
müsstet

Slide 10 - Quizvraag

Richtig oder falsch?
Ich _wisste_ nicht, wo ich aussteigen muss.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 11 - Quizvraag

Kies de 2 juiste antwoorden:
Warum _________ ihr heute Morgen früher nach Hause gehen?
A
durftet
B
dürftet
C
wulltet
D
wolltet

Slide 12 - Quizvraag

Umlaut fällt weg:    ö --> o       ü --> u               ü --> u

Slide 13 - Tekstslide

         wollen - wollten                      wissen - wussten

Slide 14 - Tekstslide

Grammatik B
  1. Haben Sie ___________ Geschenke mitgebracht? (uw)
  2. Hast du ___________ Ärztin die Wahrheit erzählt? (de)

Slide 15 - Tekstslide

Ein-Gruppe
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1 Nominativ
ein 
Mann
ein-e
Frau
ein 
Kind
kein-e
Kinder
3 Dativ
ein-em
Mann
ein-er 
Frau
ein-em 
Kind
kein-en
Kindern
4 Akkusativ
ein-en 
Mann
ein-
Frau
ein
Kind
kein-e
Kinder

Slide 16 - Tekstslide

Der-Gruppe
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1 Nominativ
der 
Mann
die
Frau
das 
Kind
die
Kinder
3 Dativ
dem
Mann
der 
Frau
dem 
Kind
den
Kindern
4 Akkusativ
den 
Mann
die 
Frau
das
Kind
die
Kinder

Slide 17 - Tekstslide

Grammatik B
  1. Haben Sie Ihre Geschenke mitgebracht? (uw)
  2. Hast du der Ärztin die Wahrheit erzählt? (de)

Slide 18 - Tekstslide

Die Prüfung
Overzicht van de grammatica:
- De voorzetsels met vaste naamval (mit, nach, bei ...)
- Der- & ein-schema 
- De bezittelijke voornaamwoorden (mein, dein, sein ...)

Wat je dus goed moet leren: hoe werken deze schema's? Hoe vervoeg je de lidwoorden/bezittelijke voornaamwoorden?

Slide 19 - Tekstslide

Oefentoets
Individuell machen

Slide 20 - Tekstslide

Aufgabe 31 (S. 34)
Sprechfertigkeit: benutzt die Sprachmittel

Eerst opschrijven (individueel)
Dan vergelijken 
Dan spreken (zu zweit; 3 Fragen pro Person)

Hoe data uitspreken? 

Slide 21 - Tekstslide

Schönes Wochenende!

Slide 22 - Tekstslide